Anacyclus
Over Anacyclus
Bertram, vervolg Dodonaeus, vorm, wortels, soorten, plaats, tijd van bloeien, namen, aard, kracht en werking, medisch, bijvoeging, geschiedenis, historie, etymologie, afkomst,
Geschreven en omgezet door Nico Koomen.
Joost van Ravelingen. Vervolg van Dodonaeus of Dodoens. Cruydt-boeck, 1644.
HET XXII. CAPITEL. Van Bertram oft Pyrethrum. Ghedaente. Bertram oft Pyrethrum heeft seer dunne ende menighvuldighlijcken ghesneden ende verdeylde bladeren, bijnae als de Venckel-bladeren, nochtans kleyner dan die, ende die van den wilden Daucus oft Caucalis oft van de Caroten eenighsins ghelijckende. De steelkens zijn een spanne langh oft wat hoogher: op ’t sop van de welcke een wijde breede bloeme voortkomt, de Camomil-bloeme ghelijck, maer nochtans grooter dan die, in het midden oft in de kruyne wat geelachtigh van verwe: de rondom-wassende ende het middel omringhelende smalle langhworpighe bladerkens zijn aen de bovenste sijde witachtigh, aen de onderste sijde wat purpurachtigh van verwe. Het saedt komt voort tusschen de geele draeykens van de middelste kruyne van dese bloeme, ende is dun ende langhworpigh. De wortel is bijnae eenen vinger dick, langh, rosachtigh uyt den swarten, van smaeck scherp ende seer heet oft bijtende. Plaetse. Dit cruydt wordt hier gebroght uyt de landen aen den Oosten ghelegen. Dan, soo Matthiolus schrijft, het wast oock wel op sommighe berghen van Italien, maer aldaer en is het soo heet oft scherp van smaeck niet als ’t gene dat uyt de Oostersche landen komt. In de hoven van Nederlandt ghesaeyt zijnde wilt het oock somtijdts wel aerden. Tijdt. Bertram dat hier te lande van Oosters saedt ghesaeyet is, gheeft sijne bloeme in ’t laetste van den Somer: ende als dien tijd heet ende droogh is, soo sal het saedt hier oock wel volkomen rijp worden. Naem. Dit cruydt heet in Nederduytsch Bertram, ende insghelijcks in ’t Hooghduytsch oock Bertram oft by sommighe Seyferwurtz; in ’t Fransch Pied d’Alexandre; in ’t Italiaens Pyrethro; in ’t Spaensch Pelitre oft Puetre; in ’t Behemsch Peltram; in ’t Griecks Pyrethron, nae de groote hitte ende den brandenden ende vierighen smaeck die het heeft; ende oock Pyrinon, Pyroton, Pyrothron, ende Pyrites; somtijdts oock Dorycnion, ghelijckmen onder de valsche oft bastaert-naemen geschreven vindt; in ’t Latijn Pyrethrum nae ’t Griecksche, oft Salivaris: de Apotekeres behouden den Grieckschen naem Pyrethron; sommige Pes Alexandrinus. Dit is het oprecht ende waerachtigh Pyrethum. Want ’t ghene dat sommige daer voor houden, ende over al toonen, is een ander gewas, tot het geslacht van de Saxifragia oft Steenbreke behoorende, als van ons in ’t Capitel van de Saxifragia breeder verklaert is. Dan de oorsake haers dwalens is, om dat hun de bedorven woorden van Dioscorides bedroghen hebben, die in de beschrijvinghe van de bloeme qualijck uyt-ghedruckt zijn: want daer staet in stede van het woordt Anthemou, ’t welck de Camomille beteeckent, t’onrecht gheschreven Anethou, ’t welck de Dille is, met wiens bloemen de bloemen van onse Bertram gheen ghelijckenisse en hebben, maer wel met die van de Anthemis oft Camomille. Aerd. De wortel van Bertram is gheweldighlijcken heet ende brandende van smaeck ende van aerd, ende doet het spouwsel op de tonghe komen, alsmen die knauwt oft maer alleen in den mondt en houdt; want daer nae heeft dit cruydt sijnen Latijnschen naem Salivaris gekreegen, als ofmen Seever-cruydt seyde. Kracht ende Werckinghe. De gheweldighe hitte van de wortel van Bertram kan niet alleen het spouwsel uyt den hoofde overvloedighlijck op de tonghe doen komen, maer versoet oock de pijne van de killende tanden die van de onmatighe kouwde veroorsaeckt is. Dan in alsulcken ghevalle neemtmen die wortel droogh zijnde, ende men knauwtse: oft men spoelt den mondt met Edick daer dese wortel in ghesoden is gheweest. Sy doet oock sweeten, ende is goedt om de langhdurige huyveringhen, die in sommighe kortse ende andere sieckten komen, op te doen houden, alsmen den rugh-graed oft het gantsche lichaem strijckt met de Olie daer dese wortel van Bertram in te weycke ghestaen heeft, oft daer in gesoden is. Dioscorides verhaelt oock, dat de selve Bertram seer goedt is om alle verkoude ende ontloken leden oft lammigheden te ghenesen, ende op haeren ouden standt wederom te brenghen. Men doetse oock seer nuttelijck by de Antidota ende andere menghelinghen, diemen tegen de langhdurige hooftsweeren pleegh te bereyden, oft teghen de draeyingen ende swijmelingen des hoofts, de popelsije, de vallende sieckte, de bevinghe der zenuen ende de beroertheden. Bertram is (met korte woorden gheseydt) seer nut om alle oude ende koude ghebreken van het hooft ende de herssenen, ende van de zenuen ende alle zenuachtighe deelen des lichaems te ghenesen. Verkiesinghe. Den Bertram die uyt Italien komt en is gheensins soo krachtigh oft heet als den ghenen die uyt de landen aen den Oosten pleegh ghebroght te worden: daerom en salmen den Italiaenschen niet ghebruycken dan als den anderen niet te bekomen is. BIIVOEGHSEL. VVt Spaegnien worden de wortels van desen Pyrethrum oft Bertram (anders Tandt-cruydt gheheeten) in busselkens gebroght in de koop-steden van Nederlandt oft Engelandt, somtijdts de wortels van de onvolwassen Vijfvingher-cruydt ghelijck, somtijdts oock soo dick als een duym. [562] Hier te lande ende in Enghelandt groeyt dit gewas somtijdts in de hoven, niet van saedt voortskomende, maer alleen van steelken in d’aerde ghesteken oft gheplant. Pyrethrum van Matthiolus, met bladeren ende bloemen van Camille, doch grooter, is van sommighe voor oprechten Bertram gehouden. Ander Pyrethrum van Gulilandinus, heeft wortels ende bladers die van de Stinckende Camille ghelijck. De kroonkens hebben veele kleyne steelkens, groeyende op ’t opperste van de grootste steelen, ghelijck die van de Naelde Kervel oft Dille: waer op witte bloemkens groeyen, heet ende bitter van smaeck. Dan dese en is gheen oprechte soorte van Pyrethrum. Wildt Pyrethrum is dat cruydt, dat sommighe Ptarmica heeten, daer wy elders af sullen spreken; maer dat en is geen mede-soorte van desen onsen Bertram.. Sommighe Cruydt-beschrijvers hebben verscheyden cruyden den naem van Pyrethrum gegeven, nergens elders om, dan om dat sy heet van smaeck zijn, ende eenighe ghelijckenisse van bladers hebben: dan die selve zijn elders by hun eyghen gheslachten, ende met hun eyghen naemen beschreven. Naem. Dit cruydt is hier te lande met den naem Pyrethrum wel bekent: het wordt somtijdts Artimonium gheheeten. Aerd, Kracht ende Werckinghe. De vierighe hitte van de wortel van dit ghewas versoet de groote pijne van den tandtsweer; d’olie ghetrocken uyt de groene wortels, is wonderbaerlijck in alle de voorbeschreven ghebreken. Nochtans en doet dit ghewas al dit niet alleen door sijn hitte, maer oock door noch een andere eyghene kracht daer by ghevoeght: want daer sijn sommige cruyden met den valschen naem Pyrethrum van sommighe Cruydt-beschrijvers ghenoemt gheweest, die van hitte den Pyrethrum wel ghelijcken, nochtans de andere krachten van ’t selv niet en hebben. ‘Tselve ghebeurt oock in de soorte van Pyrethrum die Guillandinus beschrijft: want die heeft wel eenen heeten ende bitteren smaeck in haer bloemen, maer haer ontbreken de wonderbaerlijcke krachten van den oprechten Bertram, van ons beschreven. Voorts soo wordt de wortel van oprechten Bertram gherekent voor wam ende droogh tot in den derden graed: andere rekenense onder de warme in den vierden graed. De wortel van Bertram met honigh vermenght ende inghenomen, is goedt tot alle de voorseyde qualen. Het water daer dese wortel, oft oock het saedt van dit ghewas in ghesoden is, ghedroncken, iaeght af door den kamergangh ende oock door de pisse alle grove taeye slijmerigheden. Sommighe ghelooven, dat dese wortel de ionghe kinderen aen den hals gehangen, de vallende sieckte, ende alle koude gebreken kan beletten, alsoo wel, iae beter, als de wortel van Pioene. Men gebruyckt de wortel van Bertram in de Geneesmengelinghe Diacastoreum gheheeten: voor de welcke sommige Antimonium peghen te nemen; om dat sy door de ghelijckenisse van naemen bedroghen waren, in stede van Artimonium (welck een van de naemen van Bertram is) Antimonium lesende, tot achterdeel van veele menschen. Den Pyrethrum van Matthiolus, met bladeren ende bloemen van Camille, wordt van sommighe krachtigher ghehouden, dan den Bertram van ons hier beschreven. |
HET XXII. KAPITTEL. Van bertram of Pyrethrum. (Anacyclus pyrethrum) Gedaante. Bertram of Pyrethrum heeft zeer dunne en menigvuldig gesneden en verdeelde bladeren bijna als de venkelbladeren, nochtans kleiner dan die en die van de wilde Daucus of Caucalis of van de Caroten enigszins gelijk. De steeltjes zijn een zeventien cm lang of wat hoger en op de top er van komt een wijde brede bloem voort die op de kamillebloem lijkt, maar nochtans groter dan die en in het midden of in de kruin wat geelachtig van kleur de rondom groeiende en het midden omringende smalle langwerpige blaadjes zijn aan de bovenste zijde witachtig en aan de onderste zijde wat purperachtig van kleur. Het zaad komt tussen de gele draadjes van de middelste kruin van deze bloem voort en is dun en langwerpig. De wortel is bijna een vingerdik, lang, rosachtig uit het zwarte en van smaak scherp en zeer heet of bijtend. Plaats. Dit kruid wordt hier gebracht uit de landen aan het Oosten gelegen. Dan zo Matthiolus schrijft het groeit ook wel op sommige bergen van Italië maar daar is het niet zo heet of scherp van smaak als hetgeen dat uit de Oosterse landen komt. In de hoven van Nederland gezaaid wil het ook soms wel aarden. Tijd. Bertram dat hier te lande van Oosters zaad gezaaid is geeft zijn bloemen op het eind van de zomer en als die tijd heet en droog is dan zal het zaad hier ook wel volkomen rijp worden. Naam. Dit kruid heet in Nederduits bertram en insgelijks in het Hoogduits ook Bertram of bij sommige Seyferwurtz, in het Frans pied d’Alexandre, in het Italiaans pyrethro, in het Spaans pelitre of puetre, in het Boheems peltram, in het Grieks Pyrethron naar de grote hitte en de brandende en vurige smaak die het heeft en ook Pyrinon, Pyroton, Pyrothron en Pyrites en soms ook Dorycnion zoals men onder de valse of bastaardnamen geschreven vindt, in het Latijn Pyrethrum naar het Griekse of Salivaris, de apothekeres behouden de Griekse naam Pyrethron en sommige Pes Alexandrinus. Dit is het echte en waarachtig Pyrethum. Want hetgeen dat sommige daarvoor houden en overal tonen is een ander gewas dat tot het geslacht van de Saxifragia of steenbreek behoort zoals van ons in het kapittel van de Saxifragia uitvoeriger verklaard is. Dan de oorzaak van die dwaling komt omdat de bedorven woorden van Dioscorides ze bedrogen hebben die in de beschrijving van de bloem slecht uitgedrukt zijn want er staat in plaats van het woord Anthemou, wat kamille betekent, te onrecht geschreven Anethou, ’wat dille is, met wiens bloemen de bloemen van onze Bertram geen gelijkenis hebben, maar wel met die van de Anthemis of kamille. Aard. De wortel van bertram is geweldig heet en brandend van smaak en van aard en laat kwijl op de tong komen als men die kauwt of maar alleen in de mond houdt want daarnaar heeft dit kruid zijn Latijnse naam Salivaris gekregen als of men kwijlkruid zei. Kracht en werking. De geweldige hitte van de wortel van bertram kan niet alleen het kwijl uit het hoofd overvloedig op de tong laten komen, maar verzoet ook de pijn van de killende tanden die van de onmatige koude veroorzaakt is. Dan in zulke gevallen neemt men die wortel als die droog is en men kauwt het of men spoelt de mond met azijn daar deze wortel in gekookt is geweest. Ze laat ook zweten en is goed om de langdurige huiveringen die in sommige koortsen en andere ziekten komen op te laten houden als en de ruggraad of het ganse lichaam bestrijkt met de olie daar deze wortel van bertram in te week gestaan heeft of er in gekookt is. Dioscorides verhaalt ook dat die bertram zeer goed is om alle verkouden en ontloken leden of lammigheden te genezen en op hun oude stand wederom te brengen. Men doet ze ook zeer nuttig bij de antidota en andere mengsels die men tegen de langdurige hoofdpijnen plag te bereiden of tegen de draaiingen en bezwijming van het hoofd, m. s., vallende ziekte, beving van de zenuwen en de beroerdheden. Bertram is (met korte woorden gezegd) zeer nuttig om alle oude en koude gebreken van het hoofd en de hersens en van de zenuwen en alle zenuwachtige delen van het lichaam te genezen. Verkiezing. Bertram die uit Italië komt is geenszins zo krachtig of heet als diegene die uit de landen aan het Oosten plag gebracht te worden en daarom zal men de Italiaanse niet gebruiken dan als de andere niet te bekomen is. BIJVOEGING. Uit Spanje worden de wortels van deze Pyrethrum of bertram (anders tandkruid genoemd) in busjes gebracht in de koopsteden van Nederland of Engeland die soms de wortels van de onvolwassen vijfvingerkruid gelijk zijn, soms ook zo dik als een duim. [562] Hier te lande en in Engeland groeit dit gewas soms in de hoven en is niet van zaad voortgekomen, maar alleen van steeltje dat in de aarde gestoken of geplant is. Pyrethrum van Matthiolus met bladeren en bloemen van kamille, doch groter, is van sommige voor echte bertram gehouden. (Selinum pratense) Ander Pyrethrum van Guillandinus heeft wortels en bladeren als die van de stinkende kamille. De kroontjes hebben vele kleine steeltjes die op het opperste van de grootste stelen groeien als die van de naaldenkervel of dille waarop witte bloempjes groeien die heet en bitter van smaak zijn. Dan deze is geen echte soort van Pyrethrum. (Achillea ptarmica) Wilde Pyrethrum is dat kruid dat sommige Ptarmica noemen daar we elders van zullen spreken, maar dat is geen medesoort van deze onze bertram.. Sommige kruidbeschrijvers hebben verschillende kruiden de naam van Pyrethrum gegeven en nergens elders om dan omdat ze heet van smaak zijn en enige gelijkenis van bladeren hebben, dan die zijn elders bij hun eigen geslachten en met hun eigen namen beschreven. Naam. Dit kruid is hier te lande met de naam Pyrethrum goed bekend en wordt soms Artimonium genoemd. Aard, kracht en werking. De vurige hitte van de wortel van dit gewas verzoet de grote pijn van de tandpijn en de olie die getrokken is uit de groene wortel is wonderbaarlijk in alle voorbeschreven gebreken. Nochtans doet dit gewas dit alles niet alleen door zijn hitte, maar ook doordat er noch een andere eigen kracht bijgevoegd is want er zijn sommige kruiden met de valse naam Pyrethrum van sommige kruidbeschrijvers genoemd geweest die van hitte wel op Pyrethrum lijken, nochtans de andere krachten ervan niet hebben. Hetzelfde gebeurt ook in de soort van Pyrethrum die Guillandinus beschrijft want die heeft wel een hete en bittere smaak in zijn bloemen, maar haar ontbreken de wonderbaarlijke krachten van de echte bertram die van ons beschreven is. Voorts zo wordt de wortel van echte bertram gerekend voor warm en droog tot in de derde graad en andere rekenen ze onder de warmte in de vierde graad. De wortel van bertram met honing vermengt en ingenomen is goed tot alle voor vermelde kwalen. Het water daar deze wortel of ook het zaad van dit gewas in gekookt is gedronken jaagt door de kamergang en ook door de plas alle grove taaie slijmerigheden af. Sommige geloven dat als deze wortel bij de jonge kinderen aan de hals gehangen wordt de vallende ziekte en alle koude gebreken kan beletten alzo goed, ja beter als de wortel van pioen. Men gebruikt de wortel van bertram in de geneesmengsels die Diacastoreum heten waarvoor sommige Antimonium pegen te nemen omdat ze door de gelijkenis van namen bedrogen waren en in plaats van Artimonium (wat een van de namen van bertram is) Antimonium lezen tot nadeel van vele mensen. Pyrethrum van Matthiolus met bladeren en bloemen van kamille wordt van sommige krachtiger gehouden dan de bertram van ons hier beschreven. |
Zie verder: http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl en : http://www.volkoomen.nl/