Ballota
Over Ballota
Stinkende andoorn, vorm, kruiden, soorten, plaats, tijd van bloeien, namen, aard, kracht en werking, medisch, bijvoeging, geschiedenis, historie, etymologie, afkomst,
HET IV. CAPITEL. Van Swarte Malrove oft Ballote, anders Stinckende Andoren. Ghedaente. Ballote is de andere soorte van Malrove oft Andoren. Dese soude de Witte Andoren van ghedaente gantsch ghelijck schijnen; dan sy en is niet wit, maer swartachtigh van verwe: ende boven dien, sy en is niet aengenaem ende soet, maer swaer ende onliefflijck van reucke: sy heeft vele opstaende steelen, hayrigh, hoeckigh, met breede, gherimpelde, aende kanten ghekertelde bladeren beset, wat grooter ende langhworpigher dan die van de Witte Malrove: de bloemkens staen oock in kranskens, ende zijn oock wit, ende somwijlen roodachtigh van verwe: de wortel is van veselinghen aen een ghemaeckt. Plaetse. Dit cruydt wort ghevonden op dierghelijcke plaetsen daer de Witte Andoren groeyt; maer somtijts groeyt het oock wel op droogher ende droever oft dorrer plaetsen. Tijdt. Het bloeyt oock wanneer de Witte Malrove met haer bloemen staet, te weten in Hoymaendt ende Oostmaendt. Naemen. Dese soorte van Andoren wordt in Nederlandt Swarte Malruevie oft Stinckende Andoren ghenoemt; in Hooghduytschlandt Schwartz Andorn; in Enghelandt Stynkingh Horehound; in Vranckrijck Marrubin noir, Marrubin puant; in Italien Marrubiastro, Marrobio bastarde; in Spaegnien Marruvio negro; de Griecken noemsen Ballote oft Melan Prasion; als Plinius betuyght in ’t achtste capitel van sijn 27.boeck; in ’t Latijn noemtmense Marrubium nigrum, oft oock seer dickwijls Ballote; dan sommighe willense Marrubiastrum oft Marrubium spurium (al ofmen Bastaert-Malrove seyde) noemen. By de Apotekers is sy bekent met den naeme van Prassium foetidum. Aerd. Ballote is warm ende droogh; ende (als Paulus Egineta betuyght) scherp ende afvaeghende van krachten. Kracht ende Werckinghe. Swarte Andoren met sout op de beten van de verwoede honden gheleydt, gheneest die: waer in dit cruydt voor seer krachtigh gehouden wordt van Dioscorides. De bladeren onder d’asschen ghebraden verdrijven de uytwassen ende wratten, die aen den aersdarm ende elders pleghen te komen. De selve bladeren suyveren oock de vuyle zeeren, als den selven Dioscorides verhaelt. BIIVOEGHSEL. Ghekronckelde Svvwarte Andoren. Dit ghewas heeft seer groote ghelijckenisse met ’t ghene daer Dodoneus af schrijft. Sommighe noemen ’t in ’t Latijn Marrubium Chamaepetes. Het heeft oock vele vierkantighe steelen, ter aerden deynsende. Om den steel staen de bladeren, altijdt twee by een, rond, seer ghekertelt ende diep doorsneden aen de kanten, by nae gelijck de bladeren van Duyven-voet. De bloemen zijn purpurverwigh, die van Ballote ghelijck: de welcke in haer huyskens eerst schijnen ghekronckelt ende omghekromt te wesen, daer nae open-gaende kijcken heel verre uyt: den reuck is wat beter dan dien van de Swarte Andoren. Het komt seer nae by dat cruydt ’t welck Marrubium crispum Lugdunensium van sommighe Cruydtbeschrijvers ghenoemt is. Spaensche Andoren van Lobel beschreven, ende in ’t Latijn Marrubium Hispanicum odore Stoechados, schijnt, nae het segghen van den selven Lobel, eenighe ghelijckenisse met het Ocymastrum Valentinum van Clusius te hebben. Dese is de swarte Andoren seer gelijckende; maer langhworpigher van bladers, ende den bastaert-Diptam naeder komende, iae oock van verwe. De bloemen groeyen langhs de steel oft tackskens, ghelijck die van de Polye, bleeck purpurachtigh van verwe. Het wast in Spaegnien. Candiotsche Malrove. Dese Malrove wordt in ’t Latijn van Lobel ghenoemt Marrubium Creticum angustiore folio, odore gratiore. Sy komt met de Witte Malrove meer over een dan met de Swarte: uyt Candien is sy te Venegien ghesonden gheweest, ende heeft ghewronghen, dunne ende ronde steelen, met eenighe kleyne sijd-scheuten, die van de Bergh-Poleye niet onghelijck, ende veel witter dan die van onse Malrove, bekleedt met een seer teere wolachtigheyt, ghelijck oock de bladers, smalder, langhworpigher, ende een weynigh ghekerft zijn, spitsch-eyndende, van grootte die van de Turcksche Melisse ghelijck, met veel subtijlder ende minder kroonkens by spatien van een staende, rondomme de tackskens, die van het Glidt cruydt oft Sideritis van grootte niet onghelijck; uyt de welcke seer kleyne witachtighe bloemkens kijcken, die van de Malrove ghelijck, de welcke dit cruydt in wolachtigheydt en reuck verre te boven gaet. Water Andoren, oft Water Malrove is by de Water-cruyden beschreven. Kracht ende Werckinghe. Alsmen de bladers van swarte Maltove ghebruycken wil om de gheswillen aen den aersdarm te ghenesen, dan moetmense in heete asschen met een koolbladt braden. De selve bladeren met honigh ghemenght, suyveren de vervuylde sweeringhen. De looghe daer de bladeren in ghesoden zijn gheweest, gheneest de schorftheydt des hoofts. Het poeder van de bladeren van Swarte Andoren gheneest die voorseyde gheswillen oft vijghvratten aen den aersdarm, die Mariscae in ’t Latijn ghenoemt zijn, in ’t Italiaensch Cresto. [123] |
HET IV. KAPITTEL. Van zwarte malrove of Ballote of anders stinkende andoren. (Ballota nigra subsp. foetida) Gedaante. Ballote is de andere soort van malrove of andoren. Deze zou de witte andoren van gedaante gans gelijk schijnen, dan ze is niet wit, maar zwartachtig van kleur en bovendien is ze niet aangenaam en zoet, maar zwaar en onlieflijk van reuk, ze heeft vele opstaande stelen die harig en hoekig zijn met brede gerimpelde en aan de kanten gekartelde bladeren bezet, wat groter en langwerpiger dan die van de witte malrove, de bloempjes staan ook in kransjes en zijn ook wit en soms roodachtig van kleur, de wortel is van vezels aaneen gemaakt. Plaats. Dit kruid wordt op diergelijke plaatsen gevonden daar de witte andoren groeit, maar soms groeit het ook wel op drogere en droeviger of dorder plaatsen. Tijd. Het bloeit ook wanneer de witte malrove met haar bloemen staat, te weten in juli en augustus. Namen. Deze soort van andoren wordt in Nederland zwarte malruevie of stinkende andoren genoemd, in Hoogduitsland Schwartz Andorn, in Engeland stynkingh horehound, in Frankrijk marrubin noir en marrubin puant, in Italië marrubiastro en marrobio bastarde, in Spanje marruvio negro, de Grieken noemen het Ballote of Melan Prasion als Plinius betuigt in het achtste kapittel van zijn 27ste boek, in het Latijn noemt men het Marrubium nigrum of ook zeer dikwijls Ballote, dan sommige willen het Marrubiastrum of Marrubium spurium (als of men bastaardmalrove zei) noemen. Bij de apothekers is ze bekend met de naam van Prassium foetidum. Aard. Ballote is warm en droog en (als Paulus Egineta betuigt) scherp en afvegende van krachten. Kracht en werking. Zwarte andoren met zout op de beten van de dolle honden gelegd geneest die, waarin dit kruid voor zeer krachtig gehouden wordt van Dioscorides. De bladeren onder as gebraden verdrijven de uitwassen en wratten die aan de aarsdarm en elders plegen te komen. Dezelfde bladeren zuiveren ook de vuile zeren, als dezelfde Dioscorides verhaalt. BIJVOEGING. Gekronkelde zwarte andoren. Dit gewas heeft zeer grote gelijkenis met hetgeen daar Dodonaeus van schrijft. Sommige noemen het in het Latijn Marrubium Chamaepetes. Het heeft ook vele vierkantige stelen die ter aarde deinzen. Om de steel staan de bladeren altijd twee bij een, rond, zeer gekarteld en diep doorsneden aan de kanten, bijna zoals de bladeren van duivenvoet. De bloemen zijn purperkleurig en die van Ballote gelijk die in hun huisjes eerst gekronkeld en omgekromd schijnen te wezen en als ze daarna opengaan kijken ze heel ver uit, de reuk is wat beter dan die van de zwarte andoren. Het komt zeer dicht bij dat kruid wat Marrubium crispum Lugdunensium (Lyon) van sommige kruidbeschrijvers genoemd is. (Ballota hirsuta) (Marrubium hispanicum) Spaanse andoren van Lobel beschreven en in het Latijn Marrubium Hispanicum odore Stoechados schijnt, naar het zeggen van dezelfde Lobel, enige gelijkenis met het Ocymastrum Valentinum van Clusius te hebben. (Teucrium valentinum) Deze is de zwarte andoren zeer gelijk, maar langwerpiger van bladeren en komt dichter bij de bastaard diptam, ja ook van kleur. De bloemen groeien langs de steel of takjes gelijk die van de polei, bleek purperachtig van kleur. Het groeit in Spanje. Kretische malrove. Deze malrove wordt in het Latijn van Lobel Marrubium Creticum angustiore folio, odore gratiore genoemd. Ze komt met de witte malrove meer overeen dan met de zwarte, uit Kreta is ze naar Venetië gezonden en heeft gewrongen, dunne en ronde stelen met enige kleine zijscheuten die veel lijken op die van de bergpolei en veel witter dan die van onze malrove en bekleed zijn met een zeer tere wolligheid gelijk ook de bladeren die smaller, langwerpiger en wat gekerfd zijn en spits eindigen, van grootte die van de Turkse melisse gelijk met veel subtieler en minder kroontjes die in spaties vaneen staan rondom de takjes en die van het glidkruid of Sideritis van grootte niet ongelijk zijn waaruit zeer kleine witachtige bloempjes kijken en die van de malrove gelijk die dit kruid in wolligheid en reuk ver te boven gaat. Waterandoren of watermalrove is bij de waterkruiden beschreven. Kracht en werking. Als men de bladeren van zwarte malrove gebruiken wil om de zwellen aan de aarsdarm te genezen dan moet men ze in hete as met een koolblad braden. Dezelfde bladeren met honing gemengd zuiveren de vervuilde zweren. De loog daar de bladeren in gekookt zijn geweest geneest schurft van het hoofd. Het poeder van de bladeren van zwarte andoren geneest die voor vermelde zwellen of vijgwratten aan de aarsdarm die Mariscse in het Latijn genoemd zijn en in het Italiaans Cresto. [123] |
Zie verder: http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl en : http://www.volkoomen.nl/