Viburnum
Over Viburnum
Wollige sneeuwbal, vervolg Dodonaeus, vorm, heesters, soorten, plaats, tijd van bloeien, namen, aard, kracht en werking, medisch, bijvoeging, geschiedenis, historie, etymologie, afkomst,
Geschreven en opgezet door Nico Koomen.
Joost van Ravelingen, vervolg van Dodonaeus of Dodoens, cruydt-boeck, 1644.
HET XXI. CAPITEL. Van Lantana oft Viorne. Ghedaente. De Lantana wordt oock onder de leeghe ende neere heesteren gherekent: ende sy geeft uyt haer wortel veele dunne struyckskens oft hautachtighe rijskens, dry voeten hoogh, oft hoogher, eenen duym oft vingher dick, taey, buyghsaem, ende niet licht om te breken, met een witachtighe schorsse bedeckt. De bladeren zijn groot, breedt, rondom ghekertelt oft wat gheschaerdt, de Olmbladeren van grootte ende ghedaente bijnae ghelijckende, maer ruygh ende wolachtigh in ’t aentasten, ende grijsachtigh oft wit van verwe, ter wijlen sy noch groeyen, maer roodtachtigh als sy beginnen te verwelkeren, ende haest afvallen sullen: de welcke altijdt twee teghen malkander overstaende uyt elck lidt oft knoopken van de steelkens spruyten. Daer nae volgen oock tros-ghewijs oft druyf-ghewijs versamelde bezien, van grootte ende ghedaente de Linsen niet seer onghelijck, aen beyde sijden wat inghedouwt oft plat in een ghedrongen, eerst groen, daer nae roodt, ten laetsten als sy rijp zijn swartachtigh oft bruyn van verwe. De wortel spreydt haer selven herwaerts ende derwaerts langhs den risch oft opperste van der aerden, sonder haer selven inde diepte vast te maecken: ende is met een seer taeye schorsse bedeckt. Plaetse. Op rouwe dorre ende steenachtighe plaetsen, daer gheen groot gheboomte en pleegh noch en kan wassen, ende oock in de bosschen ende op de gheberghten wordt dit gewas van selfs voortkomende gevonden: ende is soo wel in Italien ende Vranckrijck als in Hooghduytschlandt bekent ende ghemeyn. Tijdt. In den Somer sietmen de bloemen van dit ghewas: de bezien oft vruchten worden rijp omtrent den Herfst: de bladeren komen in de Lente voort. Naem. De Italiaenen noemen dese heester in hun taele Lantana; de Fransoysen Viorne; ende met anders geen naemen en is sy hier te lande bekent. Men ghelooft, dat dit ghewas het Viburnum soude moghen wesen, daer Virgilius (Bucolicon Ecloga 1.) af vermaent, betoonende dat het een leegh ende neer ghewas moet wesen; ghemerckt dat hy van de stadt Roomen sprekende, seydt dat Roomen soo veel grooter is dan eenigh ander stadt soude moghen wesen, als den Hooghen Cypres-boom, dat leegh ende taey ghewas Viburnum te boven gaedt. Aerd, Kracht ende Werckinghe. De bladeren ende bezien van de Lantana zijn verkoelende, verdrooghende ende tsamentreckende van aerdt. Water oft wrangen Wijn, daer dit gewas met bladeren ende bezien in gesoden is gheweest, is seer nut om de gheswillen van de amandelen, huygh, keele, ende zeerigheden ende ontstekinghen oft verhittinghen van de selve, te genesen oft te verkoelen, alsmen den mondt ende de keele daer mede in ’t beginsel van de sieckten spoelt oft gorgelt: ende dan isse oock seer goedt om het los tandt-vleesch stijf te maecken, ende de loterende tanden vast te maecken. De selve bladeren ende vruchten in Looghen ghesoden, ende daer mede het hooft ghewasschen, maecken het hayr swart. De keernen hebben de selve kracht, alsmen die eenen tijdt langh siedt, ende dat water te drincken geeft: ende het poeder van de selve, als sy ghedrooght zijn gheweest, is dienstelijck om allerhanden buyckloop ende oock alle de bloedtganghen te stelpen, ende de vrouwelijcke vloeden op te doen houden. Sommighe segghen ende versekeren, dat de schorsse van de wortel van dit gewas eenen tijdt langh onder d’aerde ghelaten ende gheweyckt, ende daer nae ghesoden ende ghestooten, bequaem is om daer lijm van te maecken, seer nut om de vogelen mede te vanghen, datmen Vogel-Lijm noemt. (1225) BIIVOEGHSEL. De Lantana die in Italien oock Viburno ende misschien oock Viurna; ende op ’t Latijnsch Liburnum; anders Viburnum Matthioli, oft, als sommighe meynen, Speiraea Theophrasti, in ’t Griecks hedensdaeghs Clemaczida. In Vranckrijck heet sy oock Maussane, Riorte, Hardeau, maer meest Viorne; (al is ’t dat Viorna oft Viorne in ’t Fransch den naem van Lijnen is) Lobel noemtse Kleyne Essche; in ’t Latijn Viurna vulgi Gallorus & Ruellii, oft misschien Viburnum Virgilii; in ’t Hooghduytsch Kleyner Malbaum; oft Kleyner Meelbaum by Tragus. Viburna rosarum zijn de Roosen-rancken. Noch van de krachten. Wt de struycken van dit gewas trecken sommighe een seer goet water teghen de ghebreken der ooghen. Andere ghebruycken dit ghewas in al ’t ghene daer tsamentreckinghe van noode is, in ghebreke van Myrtus, Wilden Peerboom ende Sumach: want de bladeren zijn wrangachtigh van smaeck: nochtans de rijpe vruchten maecken den buyck los ende weeck: maer als sy onrijp ende noch wrangh zijn, dan maecken sy hem hardt, ende stoppen allerleyen vloedt. De rijsen oft tacken van dit ghewas zijn soo taey ende buyghsaem, datse seer dienstelijck zijn om alle dinghen vast te maecken ende te binden, daermen de Teenen ende Wilghen rijsen toe ghebruyckt. |
HET XXI. KAPITTEL. Van Lantana of viorne. (Viburnum lantana) Gedaante. Lantana wordt ook onder de lage en kleine heesters gerekend en ze geeft uit haar wortel vele dunne struikjes of houtachtige twijgen van negentig cm hoog of hoger, een duim of vinger dik die taai, buigbaar en niet gemakkelijk breken en met een witachtige schors bedekt zijn. De bladeren zijn groot, breed en rondom gekarteld of wat geschaard die bijna op de olmbladeren van grootte en gedaante lijken, maar ruig en wolachtig in het aantasten en grijsachtig of wit van kleur zijn terwijl ze noch groeien, maar roodachtig als ze beginnen te verwelken en gauw afvallen zullen die altijd twee tegenover elkaar staan en uit elk lid of knopje van de steeltjes spruiten. Daarna volgen ook tros of druifvormig verzamelde bessen die van grootte en gedaante veel op linzen lijken en aan beide zijden wat ingeduwd of plat ineen gedrongen zijn en eerst groen, daarna rood en tenslotte als ze rijp zijn zwartachtig of bruin van kleur. De wortel spreidt zichzelf herwaarts en derwaarts langs de ris of opperste van de aarden zonder zichzelf in de diepte vast te maken en is met een zeer taaie schors bedekt. Plaats. Op ruwe dorre en steenachtige plaatsen daar geen grote bomen plegen noch kunnen groeien en ook in de bossen en op de bergen wordt dit gewas vanzelf voortkomend gevonden en is zowel in Italië en Frankrijk als in Hoogduitsland bekend en algemeen. Tijd. In de zomer ziet men de bloemen van dit gewas, de bessen of vruchten worden rijp omtrent de herfst en de bladeren komen in de lente voort. Naam. De Italianen noemen deze heester in hun taal lantana, de Fransen viorne en met geen andere namen is ze hier te lande bekend. Men gelooft dat dit gewas het Viburnum zou mogen wezen daar Virgilius (Bucolicon Ecloga 1.) van vermaant en aantoont dat het een laag en klein gewas moet wezen gemerkt dat als hij van de stad Rome spreekt zegt dat Rome zoveel groter is dan enige andere stad zou mogen wezen zoals de hoge cipresboom dat lage en taaie gewas Viburnum te boven gaat. Aard, kracht en werking. De bladeren en bessen van Lantana zijn verkoelend, verdrogend en tezamen trekkend van aard. Water of wrange wijn daar dit gewas met bladeren en bessen in gekookt is geweest is zeer nuttig om de gezwellen van de amandelen, huig, keel en zeren en ontstekingen of verhitting er van te genezen of te verkoelen als men de mond en de keel daarmee in het begin van de ziekte spoelt of gorgelt en dan is ze ook zeer goed om het losse tandvlees stijf te maken en de losse tanden vast te maken. Die bladeren en vruchten in loog gekookt en daarmee het hoofd gewassen maken het haar zwart. De kernen hebben dezelfde kracht als men die een tijd lang kookt en dat water te drinken geeft en het poeder er van als ze gedroogd zijn geweest is nuttig om allerhande buikloop en ook alle bloedgangen te stelpen en de vrouwelijke vloeden op te laten houden. Sommige zeggen en verzekeren dat de schors van de wortel van dit gewas een tijd lang onder de aarde gelaten en geweekt en daarna gekookt en gestoten geschikt is om er lijm van te maken die zeer nuttig om er vogels mee te vangen dat men vogellijm noemt. (1225) BIJVOEGING. De Lantana die in Italië ook viburno en misschien ook viurna en op het Latijn Liburnum, anders Viburnum Matthioli of, als sommige menen, Speiraea Theophrasti, in het Grieks tegenwoordig clemaczida. In Frankrijk heet ze ook maussane, riorte, hardeau, maar meest viorne (al is het dat viorna of viorne in het Frans de naam van Clematis is. Lobel noemt het kleine es, in het Latijn Viurna vulgi Gallorus & Ruellii of misschien Viburnum Virgilii, in het Hoogduits Kleyner Malbaum of Kleyner Meelbaum by Tragus. Viburna rosarum zijn de rozenranken. Noch van de krachten. Uit de struiken van dit gewas trekken sommige een zeer goed water tegen de gebreken van de ogen. Andere gebruiken dit gewas in al hetgeen daar tezamen trekking nodig is in gebreke van Myrtus, wilde peerboom en sumach, want de bladeren zijn wrangachtig van smaak, nochtans de rijpe vruchten maken de buik los en week, maar als ze onrijp en noch wrang zijn dan maken ze hem hard en stoppen allerlei vloed. De twijgen of taken van dit gewas zijn zo taai en buigbaar dat ze zeer nuttig zijn om alle dingen vast te maken en te binden daar men de tenen en wilgentwijgen toe gebruikt. |
Zie verder: http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl en : http://www.volkoomen.nl/