Maza

Over Maza

Polenta, vervolg Dodonaeus, vorm, koren, soorten, plaats, tijd van bloeien, namen, aard, kracht en werking, medisch, bijvoeging, geschiedenis, historie, etymologie, afkomst,

HET XIX. CAPITEL.

Van Maza.

Maza wordt ghemaeckt van de Polenta, alsmen die met eenighe vochtigheydt menght, beslaet oft kneedt. Somtijdts wordt sy alleen met water beslagen, somtijdts met Wijn, oft met Olie, oft met Honigh, oft met eenige van dese dingen onder een gemenght zijnde.

Dat dese Maza met water beslaghen wierdt, behalven dat het seer blijckelijck is uyt Hippocrates in ‘t 2.van de Spijsinge in de heete sieckten, is bevestight met de woorden van Xenophon in sijn seste boeck van Cyropaedia; wanneer hy verhaelt, dat den Koningh Cyrus sijn krijghslieden by een roepende, de selve tot het water te drincken verweckt ende moet gheeft, segghende dat sy niet verre van hun ghewoonlijcke wijse van leven afgaen en sullen, als sy water drincken: want den ghenen die sijn leven met de Polenta onderhoudt, eet de Maza met water vermenght: ende die broodt eet, en nut anders niet dan meel met water ghekneedt ende bereydt.

Dan dat de selve Maza met Wijn beslaghen wierdt, blijckt oock uyt Hippocrates in het boeck van de Inwendige gebreken; waer hy in de Lever-sieckte, daer een worginghe nae volght, ende oock in de pijne der heupen, de krancken verbiedt de Maza, die met soeten Wijn bereydt oft beslaghen is, te eten, om hun sieckte niet te verargheren.

Den selven Hippocrates ghebiedt in ’t voorseyde boeck datmen in een andere sieckte de Maza met Olie ende Honigh beslaghen, ende wel bereydt zijnde, in sal gheven.

Maer Hesychius heeft de Maza uytgheleydt, al oft sy anders niet en waer, dan Polenta met Water ende Olie vermenght.

Atheneus schrijft van de Maza aldus: In de eerste tijden plagh het volck een ghemeyne spijse van meel oft Polenta te ghebruycken, die sy Maza noemden, ende het woordt, ’t welck beteeckende de selve te bereyden, was in Griecksch; dan de naekomelinghen, niet te vreden zijnde met die gemeyne ende nootsakelijcke spijse, hebben de selve met andere dingen door gulsigheyt vermengt, allenghskens neerstelijcken verandert, ende lackerer ghemaeckt, den naem Maza in Mattya verdraeyende, met den selven alle lackere ende kostelijcke spijse beteeckende ende verstaende: ende het woordt Mattyazein was by hun soo veel te bedieden, als ofmen de spijsen bereyden ende gaer maken seyde. Ende misschien daer van is het ghekomen, dat die koecken oft Bancket-spijse, diemen van de Amandelen ende Suycker in de Apoteken pleegh te bereyden ende te backen, noch hedensdaeghs in onse tael Massepeien, ende Marsssepeinen, als Massae oft Mazae panes, dat is Brooden van Maza, genoemt worden.

Aerd, Kracht ende Werckinghe.

De Maza, als Galenus seydt, is harder om te verdouwen, ende wordt traeghelijcker verteert dan de Gerste brooden, ende vervult de maghe meer met winden: selfs als sy in de mage wat langher blijft oft mart, pleeghse daer eenige rommelinge oft beroeringhe te verwecken. Dan sy gaet haester ende ghemackelijcker van onder af, als sy langher beslagen ende vermenght heeft gheleghen. Maer als daer Honigh by ghedaen wordt, soo sal sy daer door haester afgaen, ende den buyck weecker maecken, ende de darmen tot openinghe porren.

BIIVOEGHSEL.

Van de Maza, Massepeyen, Toerten, Peperkoecken, Crakelinghen, Kerstelinghen, Wafelen ende veele andere Koecken, als oock van de soorten van Pasteyen, Suycker-Biscuyt, ende lackere eetwaren, die men soo wel van de Terwe, Gerste, als ander Koren-werck soude moghen bereyden, sullen wy hier niet handelen. Maer men soude met meer redenen de Panade, ende het Ghewasschen Broodt, ende dierghelijcke dinghen alhier wederom moghen verhaelen: dan die zijn elders, te weten in het 14. Capitel verhaelt. Maer de Mazzamorra behoudt den naem van Maza, ende wordt ghesoden van Grof Tweeback oft Biscuyt in water, daer in ’t laetste wat Olie oft Boter by ghedaen wordt alsmense gaet eten. Trahana der Turcken komt oock met de Maza wat over een. Dan voorwaer wy en soude nimmermeer gheen eyndt in desen Cruydt-Boeck vinden, alsmen dien met de beschrijvinghe van dusdanighe Cruyden soude willen vullen.

HET XIX. KAPITTEL.

Van Maza.

Maza wordt gemaakt van de Polenta als men die met enige vochtigheid mengt, beslaat of kneedt. Soms wordt het alleen met water beslagen, soms met wijn of met olie of met honig of met enige van deze dingen onder elkaar gemengd.

Dat deze Maza met water beslagen werd, behalve dat het zeer uit Hippocrates in het 2de van de spijzing in de hete ziekten blijkt, is bevestigd met de woorden van Xenophon in zijn zesde boek van Cyropaedia wanneer hij verhaalt dat koning Cyrus zijn krijgslieden bijeen roept en die tot het water te drinken verwekt en moed geeft en zegt dat ze niet ver van hun gewoonlijke wijze van leven afgaan zullen als ze water drinken, want diegenen die zijn leven met Polenta onderhoudt eet Maza met water vermengt en die brood eet nuttigt niets anders dan meel met water gekneed en bereidt.

Dan dat die Maza met wijn beslagen werd blijkt ook uit Hippocrates in het boek van de inwendige gebreken waar hij in de leverziekte daar een wurging na volgt en ook in de pijn van de heupen de zieke verbiedt de Maza die met zoete wijn bereid of beslagen is te eten om hun ziekte niet te verergeren.

Dezelfde Hippocrates gebiedt in het voor vermelde boek dat men in een andere ziekte de Maza met olie en honig beslagen en goed bereidt in zal geven.

Maar Hesychius heeft de Maza uitgelegd als of ze niets anders is dan Polenta met water en olie vermengt.

Atheneus schrijft van de Maza aldus: ‘In de eerste tijden plag het volk een algemene spijs van meel of Polenta te gebruiken die ze Maza noemden en het woord wat betekende om die te bereiden was in Grieks, dan de nakomelingen die niet tevreden waren met die algemene en noodzakelijke spijs hebben die met andere dingen door gulzigheid vermengd en geleidelijk aan naarstig veranderd en lekkerder gemaakt en de naam Maza in Mattya verdraait waarmee ze alle lekkere en kostelijke spijs noemden en begrepen en het woord Mattyazein betekende bij hen zoveel alsof men spijzen bereiden en gaar maken zei. En misschien is daarvan het gekomen dat die koeken of banketspijs die men van amandels en suiker in de apotheken plag te bereiden en te bakken noch tegenwoordig in onze taal massepeien en marsssepeinen als Massae of Mazae panes, dat is broden van Maza, genoemd worden.

Aard, kracht en werking.

Maza, als Galenus zegt, is harder om te verdouwen en wordt trager verteerd dan de gerstebroden en vervult de maag meer met winden, zelfs als ze in de maag wat langer blijft of mart pleeg het er enige rommeling of beroering te verwekken. Dan het gaat sneller en gemakkelijker van onder af als ze langer beslagen en vermengd heeft gelegen. Maar als er honig bij gedaan wordt dan zal ze daardoor sneller afgaan en de buik weker maken en de darmen tot opening porren.

BIJVOEGING.

Van de Maza, marsepein, taarten, peperkoeken, krakelingen, kerstelingen, wafels en vele andere koeken als ook van de soorten van pasteien, suikerbiscuit en lekkere eetwaren die men zowel van tarwe, gerst als ander korenwerk zou mogen bereiden zullen we hier niet handelen. Maar men zou met meer redenen de Panade en het gewassen brood en diergelijke dingen alhier wederom mogen verhalen, dan die zijn elders, te weten in het 14de kapittel, verhaald. Maar de Mazzamorra behoudt de naam van Maza en wordt gekookt van grof tweebak of biscuit in water daar op het eind wat olie of boter bij gedaan wordt als men het gaat eten. Trahana van de Turken komt ook wat met de Maza overeen. Dan voorwaar we zouden nimmermeer geen eind in dit kruidboek vinden als men die met de beschrijving van dusdanige kruiden zou willen vullen.

Geschreven en opgezet door Nico Koomen.

Joost van Ravelingen, vervolg van Dodonaeus of Dodoens, cruydt-boeck, 1644.

Zie verder: http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl en : http://www.volkoomen.nl/