Hesperis

Over Hesperis

Damastbloemen, Vervolg Dodonaeus, vorm, kruiden, soorten, plaats, tijd van bloeien, namen, aard, kracht en werking, medisch, bijvoeging, geschiedenis, historie, etymologie, afkomst,

Geschreven en omgezet door Nico Koomen.

Joost van Ravelingen. Vervolg van Dodonaeus of Dodoens. Cruydt-boeck, 1644.

HET V. CAPITEL.

Van Damas-bloemen oft Viola matronalis.

Gheslacht.

De Damas-bloemen sullen van ons hier onder de geslachten van Violetten oft Violieren gherekent worden, hoe wel sy nochtans eer een soorte van Rackette schijnen te wesen.

Ghedaente.

Damas-bloemen geven eerst uyt haere wortel, lange, breede, swartachtige oft swart-groene bladeren, rondomme ghekerft: daer tusschen wassen steelen anderhalven voet oft meer hoogh, met diergelijcke, maer kleynder bladeren bewassen en bekleedt: op het opperste van de sijd-tackskens oft wieken van dese steelen spruyten witte oft somtijdts roodachtighe bloemen, de Violieren van gedaente gelijck, somtijts oock bleeck peersch oft licht purpurachtigh oft lijf-verwigh. Het saet wast in ronde ende langhworpighe hauwkens; ’t welck kleyn is, maer langhachtigh, van verwen, bruyn oft rosachtigh, nae den swarten treckende. De wortelen zijn faselachtigh ende sterck.

Plaetse.

Dese bloemen worden hier te lande meest in alle hoven ghevonden.

Tijdt.

Damas-bloemen pleghen ghemeynlijck te bloeyen in Mey ende Braeckmaendt, meestendeel een iaer nae dat se ghesaeyt zijn gheweest; dickwijls sietmense den heelen Somer door bloemen draghen.

Naem.

Dese bloemen worden in ’t Latijn Violae matronales gheheeten, nae den Franschen naem Violettes des dames, ende Giroffles des dames; waer van den bedorven Nederduytschen naem Damas-bloemen sijnen oorspronck schijnt genomen te hebben: de Hooghduytschen noemense Winter Violen, ende somtijdts in ’t Latijn Violae hibernae sive hiemalis

Aerd.

De bladeren van Damas-bloemen cruydt, zijn heet ende scherp op de tonghe, de bladeren van Rackette (wiens medesoorte oft geslachte dit cruydt schijnt te wesen) van smaeck ende krachten schier ghelijck.

Kracht ende Werckinghe.

Water van de bloemen van dit cruydt ghedistilleert ende gedroncken, wordt voor krachtigh ghehouden om te doen sweeten.

BIIVOEGHSEL.

Over al is dit cruydt in Nederlandt seer wel bekent, ende aldaer met verscheyden naemen gheheeten, die alle van den Franschen naem schijnen ghetrocken te wesen; te weten, Mast-bloemen, Damas-bloemen, Damast-bloemen, ende Ionckvrouw-Violieren: andere willen dat noch van verder haelen, segghende dat sy Damasch-bloemen gheheeten zijn, om dat sy eerst van Damasco ghekomen zijn, in ’t Latijn Viola Damascena: maer sy zijn bedroghen, ghelijck Lobel vermaent. Voordts soo schiet dit cruydt somtijdts hoogh op, ende wordt soo sterck ende struyckachtigh, dat het niet meer den naem van een cruydt en magh voeren, maer moet eer een heester oft kleyn boomken heeten. Tragus noemt het Viola alba; maer Fuchsius noemt de ghemeyne oft Steen-Violieren Viola matronalis.

Gheslachten van Vremde oft Uytlandtsche Hesperis.

De lieflijck rieckende bloemen van dit cruydt zijn wel weerdigh dat wy hier noch sommighe soorten van bloemen beschrijven die met dese eenighe ghelijckenisse schijnen te hebben, ende van den hoogh-gheleerden Carolus Clusius met naeme van Hesperis beschreven zijn gheweest, om dat sy des avondts beter riecken dan in den vollen dage; ’t welck in de Damas-bloemen oock gheschiet. Dit teecken en is nochtans dese cruyden niet eyghen: want men vindt meer andere cruyden wiens bloemen des avondts, ende in sonderheydt als het beghint te reghenen, ende dat de locht dick wordt, meest riecken, oft immers meer reucks schijnen van haer te gheven: midts dat de welrieckentheydt der goede dompen oft gheesten, door de dickigheyt des locht by een ghehouden zijnde, niet verspreydt en wordt. [240]

1. Eerste vremde soorte van Hesperis heeft bladeren die van de Damas-bloemen ghelijck, maer wat breeder ende dicker, eerst wat suerachtigh van smaeck, daer nae scherp ende tot seeveren verweckende: de bloemen zijn de Damas-bloemen oock ghelijck, van vier bladerkens ghemaeckt, niet opengaende, maer haer selven in een kronckelende, van verwe onlieflijck, dat is bleeck ende doncker, met ontallijcke aderkens tusschen de bladerkens loopende doorreghen, des daeghs niet oft seer weynigh rieckende, dan omtrent den avondt seer lieflijck ende soet van reuck. De horenkens oft hauwkens zijn ghemeynlijck langh ende vierkantigh, in de welcke rosachtigh saet steeckt, met twee laghen oft vellekens van den anderen afghesondert ende ghescheyden. De wortel is faselachtigh, die ghemeynlijck niet langher over en blijft dan twee iaer: dan alsmen dat snoeyt ende niet en laet bloeyen, soo leeft het langher. Dese soorte is van Clusius in Oostenrijck ghevonden in de Mey bloeyende.

Veranderinghe. Alsmen ’t saet van dit cruydt inder aerden worpt, dan komen daer bloemen van, die seer verscheyden worden van verwen, van de welcke sommighe noch donckerder van verwen worden, sommighe lichter ende klaerder: dan allegader hebben de bladeren der bloemen met aderkens door-reghen, die uyt den swarten purpurverwigh zijn. Hy noemtse Hesperis prima oft Hesperis montana.

2. Tweede vremde Hesperis, oft Hesperis van Surien, wast aen den zeekant van Suryen, ende is aen Clusius uyt Italien ghesonden. Sy wast veel weeldiger ende stercker dan de voornoemde soorte, ende heeft dicker steelen, ende grooter bloemen, maer oock van vijf bladerkens ghemaeckt, oock doncker bleeck van verwe, omtrent den nacht seer wel rieckende, ’s daeghs gantsch sonder reuck, nae de welcke veel dicker horenkens oft hauwkens volghen, vol van dierghelijck saet, maer wat dicker. De wortel ghelijckt die van de voorgaende soorte, ende vergaet het tweede iaer. Hy noemtse Hesperis Syriaca.

3. Derde vremde Hesperis wast in ’t wilt by Weenen in Oostenrijck; ende bloeyt in Mey ende Hoymaendt. Hy noemtse Hesperis silvestris, dat is Wilde Hesperis. Sy is de ghemeyne Damas-bloemen soo ghelijck, datmense qualijck onder-kennen ende van den anderen onder-scheyden kan. Den steel is anderhalven voet hoogh. De bloemen zijn van vier bladeren gemaeckt, witachtigh, die met langheydt van tijden purpurverwigh worden. Alleen den reuck van de bloeme verschilt: want dese soorte en heeft gheenen reuck oft lieflijckheydt in haer bloemen. Sy vergaet oock ghemeynlijck het tweede iaer, nae dat sy ghebloeyt heeft.

Kracht ende Werckinghe van Damas-bloemen.

Men houdt alle de soorten van Damas-bloemen seer goedt teghen den hoest, ende aenborstigheydt oft kortheyt van adem, ende tegen den kramp ende spanninge van zenuen, ende verkrompen oft ghetrocken leden. Sy doen seer pissen ende sweeten; ende hebben een doorsnijdende, afvaeghende ende verteerende kracht.

Sommighe houden dat dit cruydt Viola matronalis genoemt is, als Vrouwen-cruydt, om dat het de moeder seer goedt is, ende behulpsaem in alle de ghebreken van de selve: om die oorsaecke wordt dat van de vrouwen van Italien ende Vranckrijck seer ghesocht, ende in de hoven onder-houden.

In de ghebreken van de borst ghebruycken sy het water daer de bloemen van dit cruydt in ghesoden zijn: maer inde qualen van de moeder wordt de wortel meest ghebesight: te weten, het water oft den wijn daer die in ghesoden is, oft ghedistilleert water daer van.

Men houdt dat den reuck van dese bloemen seer goedt is om de swaermoedighe ende droefgeestighe menschen te verheughen ende te verquicken: ende daer toe gheven sommighe het ghedistilleert water van dese bloemen de melankolijke menschen te drincken, ghemenghelt met haeren dranck.

HET V. KAPITTEL.

Van damastbloemen of Viola matronalis.(Hesperis matronalis)

Geslacht.

De damastbloemen zullen van ons hier onder de geslachten van violen of violieren gerekend worden hoewel ze nochtans eerder een soort van raket schijnen te wezen.

Gedaante.

Damastbloemen geven eerst uit hun wortel lange, brede, zwartachtige of zwartgroene bladeren die rondom gekerfd zijn en daartussen groeien stelen van vijf en veertig cm of meer hoog die met diergelijke, maar kleiner bladeren begroeid en bekleed zijn en op het opperste van de zijtakjes of wieken van deze stelen spruiten witte of soms roodachtige bloemen die de violieren van gedaante gelijk zijn, soms ook bleekpaars of licht purperachtig of vleeskleurig. Het zaad groeit in ronde en langwerpige hauwtjes wat klein is, maar langachtig en van kleur bruin of rosachtig en trekt naar het zwarte. De wortels zijn vezelachtig en sterk.

Plaats.

Deze bloemen worden hier te lande meest in alle hoven gevonden.

Tijd.

Damastbloemen plegen gewoonlijk in mei en juni te bloeien en meestal een jaar nadat ze gezaaid zijn geweest en dikwijls ziet men ze de hele zomer door bloemen dragen.

Naam.

Deze bloemen worden in het Latijn Violae matronales geheten naar de Franse naam violettes des dames en giroffles des dames waarvan de bedorven Nederduitse naam damas-bloemen zijn oorsprong schijnt genomen te hebben, de Hoogduitsers noemen het Winter Violen en soms in ’t Latijn Violae hibernae sive hiemalis

Aard.

De bladeren van damastbloemenkruid zijn heet en scherp op de tong en zijn vrij gelijke de bladeren van raket (wiens medesoort of geslacht dit kruid schijnt te wezen) van smaak en krachten.

Kracht en werking.

Water van de bloemen van dit kruid gedistilleerd en gedronken wordt voor krachtig gehouden om te laten zweten.

BIJVOEGING.

Overal is dit kruid in Nederland zeer goed bekend en daar met verschillende namen genoemd die allen van de Franse naam getrokken schijnen te wezen, te weten mastbloemen, damasbloemen, damastbloemen en jonckvrouw-violieren, andere willen dat noch van verder halen en zeggen dat ze Damasch-bloemen genoemd zijn omdat ze eerst van Damascus gekomen zijn, in het Latijn Viola Damascena, maar ze zijn bedrogen zoals Lobel vermaant. Voorts zo schiet dit kruid soms hoog op en wordt zo sterk en struikachtig dat het niet meer de naam van een kruid voeren mag, maar moet eerder een heester of klein boompje heten. Tragus noemt het Viola alba, maar Fuchsius noemt de gewone of steenviolieren Viola matronalis.

Geslachten van vreemde of buitenlandse Hesperis.

De lieflijk riekende bloemen van dit kruid zijn het wel waard dat we hier noch sommige soorten van bloemen beschrijven die met deze enige gelijkenis schijnen te hebben en van de hooggeleerde Carolus Clusius met naam van Hesperis beschreven zijn geweest omdat ze ‘s avonds beter rieken dan in de volle dag wat in de damastbloemen ook gebeurt. Dit teken is nochtans deze kruiden niet eigen want men vindt meer andere kruiden wiens bloemen ‘s avonds en vooral als het begint te regenen en dat de lucht dik wordt meestal ruiken of immers meer reuk schijnen van zich te geven omdat dat de welriekendheid van de goede dampen of geesten door de dikte van de lucht bijeen gehouden en niet verspreid wordt. [240]

(Matthiola montana) 1. Eerste vreemde soort van Hesperis heeft bladeren die van de damastbloemen gelijk, maar wat breder en dikker en eerst wat zuurachtig van smaak en daarna scherp en tot kwijlen verwekken, de bloemen zijn de damastbloemen ook gelijk en van vier blaadjes gemaakt die niet opengaan, maar zichzelf ineen kronkelen en van kleur onlieflijk, dat is bleek en donker en met ontelbare adertjes die tussen de blaadjes lopen doorregen en op de dag niet of zeer weinig ruiken, dan omtrent de avond zeer lieflijk en zoet van reuk. De horentjes of hauwtjes zijn gewoonlijk lang en vierkantig waarin rosachtig zaad steekt dat met twee lagen of velletjes van de andere afgezonderd en gescheiden is. De wortel is vezelachtig die gewoonlijk niet langer overblijft dan twee jaar, dan als men dat snoeit en niet laat bloeien leeft het langer. Deze soort is van Clusius in Oostenrijk gevonden en bloeit in mei.

Verandering. Als men het zaad van dit kruid in de aarde werpt dan komen er bloemen van die zeer verschillend van kleur worden en waarvan sommige noch donkerder van kleur worden en sommige lichter en helderder, dan allen hebben de bladeren van de bloemen met adertjes doorregen die uit het zwarte purperkleurig zijn. Hij noemt het Hesperis prima of Hesperis montana.

(Conringia orientalis) 2. Tweede vreemde Hesperis of Hesperis van Syrië groeit aan de zeekant van Syrië en is aan Clusius uit Italië gezonden. Ze groeit veel weliger en sterker dan de voornoemde soort en heeft dikkere stelen en grotere bloemen, maar ook van vijf bladertjes gemaakt en ook donker bleek van kleur die omtrent de nacht zeer goed ruikt en op de dag gans zonder reuk waarna veel dikker horentjes of hauwtjes volgen vol van diergelijk zaad, maar wat dikker. De wortel lijkt op die van de voorgaande soort en vergaat het tweede jaar. Hij noemt het Hesperis Syriaca.

(Hesperis sylvestris) 3. Derde vreemde Hesperis groeit in het wild bij Wenen in Oostenrijk en bloeit in mei en juni. Hij noemt het Hesperis silvestris, dat is wilde Hesperis. Ze is de gewone damastbloemen zo gelijk dat men ze kwalijk onderkennen en van de ander onderscheiden kan. De steel is vijf en veertig cm hoog. De bloemen zijn van vier bladeren gemaakt en witachtig die op den duur purperkleurig worden. Alleen de reuk van de bloem verschilt, want deze soort heeft geen reuk of lieflijkheid in haar bloemen. Ze vergaat ook gewoonlijk het tweede jaar nadat ze gebloeid heeft.

Kracht en werking van damastbloemen.

Men houdt alle soorten van damastbloemen zeer goed tegen de hoest en benauwdheid of kortheid van adem en tegen de kramp en spanning van zenuwen en verkrompen of vertrokken leden. Ze laten zeer plassen en zweten en hebben een doorsnijdende, afvegende en verterende kracht.

Sommige houden het er op dat dit kruid Viola matronalis genoemd is als vrouwenkruid omdat het voor de baarmoeder zeer goed is en behulpzaam in alle gebreken er van en daardoor wordt dat van de vrouwen van Italië en Frankrijk zeer gezocht en in de hoven onderhouden.

In de gebreken van de borst gebruiken ze het water daar de bloemen van dit kruid in gekookt zijn, maar in de kwalen van de baarmoeder wordt de wortel meestal gebruikt, te weten het water of de wijn daar die in gekookt zijn of gedistilleerd water er van.

Men houdt dat de reuk van deze bloemen zeer goed is om de zwaarmoedige en droefgeestige mensen te verheugen en te verkwikken en daartoe geven sommige het gedistilleerd water van deze bloemen de melancholische mensen te drinken gemengd met hun drank.

Zie verder: http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl en : http://www.volkoomen.nl/