Abrus
Over Abrus
Paternosterboontje, vorm, heester, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, stekken, teelt.
Uit F. Koehler, www.BioLib.de
Deze vlinderbloemige planten zijn bladverliezende houtige klimmers of kruipers met samengestelde bladeren.
De kleine bloemen staan in de dichte trossen, okselstandig en zijn erwtachtig.
Er komen 13-18 soorten voor in de tropen. Vlinderbloemige.
Abrus precatorius, L. (de toevoeging precator betekent ‘bidden’, omdat van zijn zaden rozenkransen werden gemaakt) wordt 3-10m hoog, maar vaak kruipt het over de grond.
De paternostererwt is een links windende en sterk vertakte klimplant.
De bladeren zijn even geveerd.
De bloemen variëren van roze tot wit.
De zaden zijn helderrood met een zwarte vlek.
Afkomstig uit tropisch Indië, Indonesië en is nu overal verspreid.
Naam, etymologie.
Abrus is afgeleid van Grieks abros: heerlijk. Het is een verwijzing naar de bladeren, omdat de bladen zacht en delicaat zijn.
De plant staat ook bekend onder de namen paternostererwt, paternosterboontje, (paternoster is een rozenkrans) in Duits Krabbenaugenwein, Paternostererbse en Engelse rosary pea tree, coral-bead plant, red bead vine, love pea, crab’s eye vine, saga tree en Indian licorice of wild liquorice; wild zoethout, ook jequirity, zie onder. De weather-plant gaat slapen tijdens storm, maar dit komt met meer vlinderbloemige planten voor.
De fraaie en steenharde zaden zijn blinkend rood als gepolijste bloedkoralen met een zwarte plek om de navel. Men noemde de zaden 'Amsterdamse weesmeisjes' vanwege de combinatie van de rode en zwarte kleur, in overeenstemming met de kleur van de wezen.
Gebruik.
(Dodonaeus)’Abrus, zegt Prosper Alpinus, die anders Phaseolus ruber heet is ook een struikachtig of heesterachtig gewas, twijgachtig en kruipt als winde of als Lablab, klimt hoger en is breder verspreid en met bladeren die van de tamarinden heel gelijk, maar veel kleiner en ook als de zon onder is dicht gaan en weer opengaan als de zon opstaat. De bloemen en hauwen zijn als die van de Turkse bonen en de zaden zijn ook zulks, maar klein, rond en, hard en gans koraalrood. Ze smaken als Turkse boontjes en de Egyptenaren koken ze met vleessap, maar ze zijn harder en langzamer om te verteren, maken vele winden, geven kwaad voedsel en staan de maag tegen en zijn de miltzuchtige schadelijk'. Dat zullen wel niet deze bonen zijn want die zijn gevaarlijk giftig, hoewel ze toch ook medisch en als afrodisiaca gebruikt werden.
Behalve dat ze als sieraden aaneengeregen worden, maken de inlandse goudsmeden van Indonesië ook voor andere doeleinden gebruik van de zaden. Ze wrijven de zaden fijn met wat water waardoor elk zaad een vrij groot klompje lijmachtig pap geeft. Hiermee wordt het minerale soldeersel gemengd. Met het ontstane papje besmeert men het te lassen einde van goudwerk, dat op de gewone wijze gesoldeerd wordt. De rol die de ‘Laga’ daarbij speelt schijnt geen andere te zijn dan een mechanische, namelijk het gelijkmatig verdelen van het soldeermiddel.
De zaden worden gebruikt voor halsbanden. Ze zijn vrij gelijk in gewicht. Door Boeddhisten voor rozenkransen en als gewicht om goud te wegen, (ratti of rati). Het gewicht van de diamant Koh-i-Noor werd met dergelijke bonen afgewogen, ze wegen rond een karaat net zoals bij ons karaat van de Johannesbroodboom. Als semen jequirity verschenen ze in de oogheelkunst. In Noord-Amerika werden ze ook toegepast tegen huidziektes en als abortief middel. De zaden zijn gevaarlijk giftig en bevatten eiwitachtige stoffen die ongeveer dezelfde uitwerking hebben als slangengif. Toch is het al lang een symbool van liefde in China en zijn Chinese naam is xiang si dou.
Abrus is een giftige plant. Er zijn vermeldingen dat mensen gedood zijn doordat ze zich per ongeluk in de vinger staken bij het rijgen van de zaden en zodoende het sap binnenkregen. Volgens de zwarte bevolking zou een half zaadje genoeg zijn om een man te doden.
De wortels zijn een vervanger van de zoetwortel, hoewel dit alleen in de Engelse gebieden gebeurde. De wortel lijkt als vervanger ongeschikt en bevat giftige stoffen die overeenkomen met de zaden.
Het blad smaakt eerst bitter en daarna zoet, net als zoethout. De bladeren werden gebruikt tegen gebreken van de keel en vooral tegen heesheid en gezwollen amandelen. Ze vormen een bestanddeel van de obat seriawan.
Ook worden de zaden in slaginstrumenten gebruikt en zijn er zwarte witten en groene vormen.
Planten.
Vermeerderen door zaaien of zomerstek.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl