Asimina
Over Asimina
Roomappel, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, teelt.
Uit C. Millspaugh.
Een geslacht van kleine bomen of struiken die gekweekt worden om hun sierlijk bladen en aantrekkelijke witte of purperachtige bloemen, ook voor de eetbare vruchten.
Het grote blad geurt vies als het verwond wordt, afwisselend geplaatst, ovaal en 20-35cm lang en 10-15cm breed. In het noorden meer bladverliezend en in het zuidelijke deel bladhoudend.
Wit tot paars of roodbruin bloemen zijn okselstandig, enkelvoudig of staan met een paar bij elkaar en hangen aan korte steeltjes, diameter van 4 - 6 cm. De stinkende bloemen worden bestoven door aasvliegen en kevers.
De vrucht is een grote, eetbare bes, die 5 tot 16 cm lang en 3 tot 7 cm breed is. Hij weegt 20 tot 500 gram en bevat veel zaden. Hij rijpt van groen naar geel of bruin. Het vruchtvlees smaakt naar banaan of mango, wat afhangt van de cultivar. Het vruchtvlees bevat meer eiwitten dan de meeste andere fruitsoorten.
Lage struiken en 1 soort is een kleine boom van 2-12m.
Acht of negen soorten komen voor in het zuidoosten van Noord-Amerika.
Annonaceae, Custard appelfamilie, flessenbomen.
Asimina triloba, Dunal. (drie lobben of bladeren) Bladeren zijn ovaal en tot 30cm lang.
Bloemen komen aan de twijgen van voorgaand jaar, ze zijn groen en veranderen tot purperrood, met geel in het midden, augustus.
Vrucht is ovaal en een 12-16cm lang en 3-7cm breed is, 20-500gram weegt en veel zaden bevat. Rijpt van groen naar geel of bruin. Het vruchtvlees smaakt naar banaan of mango, wat afhangt van de cultivar. Het vruchtvlees bevat meer eiwitten dan de meeste andere fruitsoorten. De vrucht is eetbaar maar vele personen houden niet van de hoogst aromatische geur en ook de grote zaden zijn een nadeel.
Het is een wat vorstgevoelige struik die hier op een zonnige en warme plaats gezet moet worden, dan is het hout in de winter goed afgerijpt en kan ze tegen winterse invloeden.
Een kleine boom van 3-12m. hoog.
Het is de noordelijke papaw, uit N. Amerika. Is beschreven in 1822. De vrucht kan niet lang goed blijven, is daardoor minder verspreid dan andere vruchten. De eerste vermelding is van deSoto expeditie in 1541 die vond dat de inlanders het cultiveerden ten oosten van de Mississippi River.
Naam, etymologie.
Asimina is afgeleid van inlandse assimin en via het Frans asiminier werd het Asimina.
Papaw, prairiebanaan, Ozark banaan, roomappel, Duits Papau, Engelse Virginian papaw (de papaw van literatuur is Carica) van Spaanse papaya, papaja, misschien door de oppervlakkige overeenkomst tussen de twee vruchten. Engels prairie banana, Indiana (Hoosier) banana, Kentucky banana, Michigan banana en Ozark banana. Elke bloem heeft meer vruchtknoten waaruit een dikke bos van twee tot zeven vruchten zich ontwikkelt, de basis voor de naam 'banaan.' Duits Indianerbanane, Papau, Pawpaw.
Vermeerderen.
Uitzaaien van de, meestal ingevoerde zaden, in de herfst in bakken die in de winter na enige vorst, op bodemwarmte gezet worden, 15 graden. Ook afleggen is mogelijk, wel duurt het meestal 2 jaar voor die voldoende geworteld zijn.
Gewoonlijk en het gemakkelijkste is via wortelstek. In februari rooi je wat wortels op. De stevigere wortels verdeel je in stukken van een 10cm en leg je ze horizontaal in stekgrond. Afdekken met een 2cm stekgrond en bevochtigen. Bij warmte zullen de knoppen direct beginnen te groeien, na het uitlopen verspenen en half weg mei in buiten te planten.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl