Carduus

Over Carduus

Wegdistel, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Uit O. Thome.

Een geslacht van doornige n-, tweejarigen en vaste planten met hoofdjes van witte of purperen bloemen.

90 soorten omvat dit geslacht die voorkomen van de Canarische eilanden tot Japan. Soms worden ze verenigd met Cirsium en worden onderscheiden door de niet pluimachtige borstels.

Het zijn stekelige planten met bloemen in hoofdjes die omgeven zijn door puntige omwindselblaadjes.

De kleur is meestal rood tot paars, soms lila of wit.

Vaak tweejarige planten.

Asteracea, Cynara klasse. Carduus marianus is Silybum marianum.

=Carduus nutans, L. (knikkend) is een tweejarige die overal scherp gepunt is.

In de winter vormt de plant een rozet van witwollige wortelbladen.

De stengels is een ruime halve tot meter hoog, licht vertakt en grijzig door de viltige bekleding.

Bladen vormen een vleugel onder aan de stengel, zijn doornig en diep ingesneden.

De hangende rood purperen bloemhoofdjes van 2-8cm breed zijn eindstandig, stevig en alleenstaand in mei tot oktober en geven vooral in de avond een muskusachtige geur af.

Naam, etymologie.

(a) Kikkende distel heeft natuurlijk knikkende bloemhoofdjes. Kruldistel, Duitse Nickende Distel, Engels nodding thistle Franse epine blanche sauvage; witte doornige woeste, chardon crepu; gekroesde distel.

(b) Het kruid wordt ook wel bisam- of ezelsdistel genoemd omdat de bloemknoppen sterk naar bisam ruiken en alleen door ezels gegeten worden. Duits Bisamdistel of Eseldistel, Engelse musk thistle.

Hoewel de jonge bladeren en spruiten een eetbare groente zijn en ook door ons genuttigd kunnen worden.

Engelse Scotch thistle, zie Onopordum.

(d) Carduus van cardo: spits. Het Latijnse werkwoord carere: krabben, wijst op de ste­kels. Of van Keltisch card: wol kaarden. Of van Keltisch ard: scherpe punt. Ze voeren met de doornige geslachten van Carlina, Cnicus, Dipsacus, Eryngium, Onopordum, Serratula en Silybium dezelfde hoofdnamen. Het zou de oorsprong zijn van de Bourgondische stad Chardonna te Sane-et-Loire, het huis van de beroemde Chardonnay druiven. (1) Engels tear of tease, zie Dipsacus, zo ook voor de Duitse naam Zeisela.

(2) Distel, Duits Distel, Engels thistle. Duits Dissel, stechelechte Distel bij Hildegard, Stichel, Deina of Deino is een Gotische naam.

(3) Dorn, doren, Engels thorn is van zera of zerren: bezeren afgeleid, of van Angelsaksisch thydan: steken, eventueel van oud Hoogduits Degan: gedijen omdat de distel een snel groeiend gewas is.

(4) Franse chardon pench komt uit de Latijnse naam.

Uit G. Lindman.

= Carduus acanthoides, (Acantus-achtig) (Carlina acanthifolia, L.) (met blad als Acanthus) De gedoornde bladen zijn helder groen en lancetvormig, Een rozet van vlak op de grond liggende, geveerde bladeren die aan beide kanten behaard zijn en vooral aan de achterkant zilver/grijs, lancetvormige, geveerde en stekelig getande slippen, de nerven zijn aan de onderkant zeer duidelijk aanwezig, dorens in de randen. Bladeren vormen een vleugel om de stengel.

Een veel vertakte plant van omstreeks een halve tot een meter hoogte. Een tweejarige distel, zonder of met zeer korte stengels. Stengels zijn omgeven door dorens.

Enkelvoudige bloemhoofdjes zijn lang gesteeld. Uit het midden van de rozet komt een 10-15cm groot bloemhoofdje, de bloemen purper en opvallend in juni en juli. Die kunnen gedroogd worden en als immortelle gebruikt.

Ook was het ooit een vervanger voor de artisjok.

Uit Z. Europa, Balkan en Midden-Rusland wordt 10-15cm hoog. Is beschreven in 1818.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Deze distel wordt gehouden voor dat gewas dat men in het Grieks Acanthion noemt dat Dioscorides beschrijft met bladeren die aan de kanten scherp en doornachtig zijn en met een wolachtige dons als spinnenweb bedekt zegt te wezen, in het Latijn Acanthium en in Itali heten ze ook acanthio.’

Frans chardon faux-acanthe; valse Acanthus, genoemd, Duits Barenklaudistel, zie Acanthus.

Dodonaeus (b) ‘Hier te lande heet het witte wegh distel, te weten de eerste soort die eigenlijk Acanthium of eerste witte wegdistel met bredere bladeren heet. ‘

De andere heet Acanthium alterum, (Onopordum) dat is tweede witte wegdistel met smallere bladeren. In Hoogduitsland heten ze beide Weiss Weg dissel, in Frankrijk chardon argentin, in Engeland othe thistell of coton thistellծ

Veeldoornige of langstekelige distel wordt in Engels welted thistle, in Wales Ysgallen grych en in Duitsland Wegdistel of Stickel.

Dodonaeus ‘Deze witte wegdistel heeft enige gelijkenis met de vrouwendistel en vooral in haar bloemen en zaad en beide geslachten heten in het Frans chardon sauvage en in het Diets soms wilde of grote witte distel tot onderscheidt van die vrouwen distel. Lobel noemt de eerste soort Spina alba silvestris Fuchsij en misschien Onopordun Athenaei, naar de mening van Anguillara.’

Langstelige distel.

Gebruik.

Het gebruik was vroeger zo. (Dodonaeus) ‘De bladeren of wortels van deze distels zijn goed gedronken of anders ingenomen van diegene die van de kramp ziek zijn of enig lid verkrompen of gespannen hebben, als Dioscorides zegt, en daarom houdt Galenus dit gewas voor warm van aard.

Dezelfde Dioscorides schrijft dat het wolachtig dons dat op de bladeren van deze distels gevonden wordt zeer nuttig is om er doek van te weven dat wel zo fijn is als zijde,’

Uit C. Lindman.

Carduus crispus, L. (gedraaid) een tweejarige die uit Europa stamt, is bekend sinds 1804.

Kan 30-130cm hoog worden en de gevleugelde stengels hebben tot 3mm lange stekels.

De bladeren zijn van onderen iets spinnenwebachtig behaard met zowel eencellige als meercellige haren.

Bloeit in juli-september met rood paarse, bloemhoofdjes, die alleen of tot vijf bij elkaar aan de top van de stengel zitten.

Naam.

Kruldistel, Duitse Kratzdistel, Kraus-Distel, in Zwitserland Ruchdistle en Wolfsdistle, Engels curly plumeless thistle.

Uit G. Oeder.

Carduus tenuiflorus, Curt. (dunne kleine bloemen)

Bladeren vormen een vleugel rondom de stengel en zijn lancetvormig en diep ingesneden, doornig en wat viltig aan de onderkant.

De stengel is van een halve tot hele meter hoog, zijn gevleugeld aan de onderkant en aan de basis van de prikkelige bladeren.

Roze bloemhoofdjes zijn cilindrisch en bijna zittend en staan in bossen in juni en juli.

Een ruderale plant die meer bij zee voor komt.

Tweejarig.

Naam.

Tengere distel, Duitse Dunnkpfige Distel, Engels slender thistle, slenderflower thistle, winged plumeless thistle, Frans chardon petits capitules, chardon capitules grles.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl