Pithecellobium
Over Pithecellobium
Manilla tamarind tree, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Uit W. Roxburgh.
Dit is een geslacht van mooie klimmers die gekweekt worden om hun showachtige vruchten.
Het zijn altijdgroene struiken die met ranken klimmen.
Ongeveer 20 soorten komen voor in Centraal en Z. Amerika.
Fabaceae, vlinderbloemige, Inga klasse.
=Pithecellobium dulce, Benth. (heerlijk) (Mimosa dulcis, Inga dulcis) De bladeren bestaan uit vier blaadjes die een lengte hebben van 1.6 tot 5cm bij een breedte van 0.7 tot 2.5cm.
De witte bloempjes zijn in hoofdjes geplaatst en verenigd in pluimen aan het einde van de takken.
De ronde peultjes zijn tussen de zaden ingesnoerd. De zwarte zaden zijn voorzien van een grote, witte en eetbare zaadrok.
Ofschoon hij in zijn normale groei zich in de vorm van een boom ontwikkelt, kunnen er mooie hagen van gemaakt worden. Het is een fraaie boom met hangende takken.
Is afkomstig uit midden Amerika en wordt 5 tot 15m hoog. Is beschreven in 1800.
Naam, etymologie.
Pithecellobium is afgeleid van Grieks pithekos: een aap, en lobos: een kam, dit naar de doornachtige vruchten.
Het is de guaymochil, huamuchil of manilla tamarind tree.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl