Cuminum

Over Cuminum

Komijn, Bijbel, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, teelt.

Uit M. Vogtherr.

Apiaceae, schermbloemenfamilie.

Cuminum cyminum, L. (komijn)

Fijn ingesneden zijn de dubbel geveerde bladeren.

Zacht wit/roze bloemen staan in schermen in juni.

De zaden zijn wat langer dan karwijzaden en worden dan ook meestal gebruikt als vervanger voor karwij.

Het is een eenjarige van 30‑50cm hoogte. Komt uit het Iran waar het al lang geteeld wordt, Turkije, India.

Naast de geur en de kleur speelt ook het oliegehalte van komijn een rol: hoe groter het oliegehalte, hoe beter de kwaliteit. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:

Safed: deze is het meeste bekend en is wit van kleur. Kala: deze soort heeft een peperachtige smaak.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘De eerste en gewoonste soort van dit gewas wordt van de Nederlanders en Engelse comijn genoemd, Frans comin, in het Italiaans comino, in het Spaans comineros, in het Boheems kmijn van ons en tot onderscheid van het andere tamme komijn, in het Latijn Cuminum of Cuminum sativum.’

De voor Aziatische plant heet in Sumerisch gamun, in het Assyrisch kamunu: muizenkruid, in het Arabisch kammun of kamuwn en in het Hebreeuws chamonach en vandaar kammon, in Ethiopië kemun. Uit het Semitische woord kammon: specerij, is over het Griekse κύμινον, kuminon of kyminon, het Latijnse cuminum afgeleid en dit betekent voortbrengen omdat het kruid zeer krachtig zou zijn tegen onvruchtbaarheid. Volk etymologie verbindt het woord met de Perzische stad Kerman waar, zoals het verhaal gaat, de meeste van de oude Perzische komijn vandaan kwam. De Perzische uitdrukking ‘komijn naar Kerman brengen’, is hetzelfde als water naar zee brengen. Van Kerman, plaatselijk ‘kermun’, zou kumun en eindelijk ‘cumin’, komijn gekomen zijn.

Dit woord is ook algemeen Romaans en gaf over Frans comin en comij, (sinds 1500 cumin) het Angelsaksische cymen en Engelse cumin, het oud-Hoogduitse Kumin of Chumi, het midden-Hoogduits Kumin en midden-Noord Duits Komen, Hoffkuym bij Tabermontanus, het midden-Nederlands komin in 1253 en kom(en) op het eind van de 13de eeuw, tot komijn of hofkomijn. Spaans cominos, Italiaans cimino, Pools kminc, Boheems kmyn.

Dodonaeus (b) ‘Het heet in het Grieks Kyminon en Kymonon hemeron, in de apotheken Cyminum.’ Cuminum cyminum.

(c) ‘Het heet in het Hoogduits Romischer Kumel. De beste komijn was in oude tijden die uit Ethiopië, dat is het landt van de zwarte Moren, kwam en die is van Hippocrates Kyminon Basilicon, Regium Cuminum of koninklijke komijn genoemd.’

Luther heeft de vorm Kummel ingevoerd omdat het uit Italië kwam, roomse of romischer Kummel, welscher Kummel; buitenlandse kummel, weisser Kummel, Fischkummel.

Vergelijk Carum, de karwij, wordt er veel mee verwisseld. Carum is inlands in tegenstelling met deze plant die gekweekt wordt in de hof wiens namen ze wel gekregen heeft, maar is dan veldkummel of witte kummel.

(d) Overige in Duits; Komel en later Kumel heette het bij Hildegard, romischer Kimmel of Kummel bij Bock, in midden-Hoogduits ook wel Pfefferkummel, Camijn, Chume, Chumil, Comi, Comen, Cumin, Cymmin, Gardkervelm, Haberkummel, Kamen, Kimich, Komel, Kommel of Konnel, Korve, Kramkummel, Kreuzkummel, Kumel, venedischer Kummel, Mutterkmmel.

Komijn wordt wel verward met Nigella en Bunium persicum die beide zwarte komijn genoemd worden en met karwij, Carum.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (561, 141, 164, 309, 311) ‘Het wordt ook zeer veel gebruikt om bij de spijzen te doen om daarmee te koken of erop te strooien want het beneemt alle de winderigheid van de spijs en verbetert die zeer, ja maakt ze onschadelijk. Dioscorides voegt er bij dat diegene die geel van huid zijn bleek worden als ze komijn in hun drank gebruiken of daarmee bestreken worden. Komijnzaad is zo warm van aard als anijs en is sterk en zwaar van reuk die nochtans sommige mensen genoegzaam behaagt en zelfs de smaak er van is sommige zo aangenaam dat ze die bij de kaas en bij het brood doen.

Om de zwartigheid of blauwheid van een slag te verdrijven die zonder kwetsing is, is zeer goed daarop gebonden metterdaad zeer fijn poeder van komijn dat op het vuur goed heet gemaakt is.

Om de overvloedige maandstonden op te laten houden zal men komijn met meel van dravik en het binnenste van rozijnen goed mengen en papvormig of pleistervormig op de buik leggen.

De rook daarvan van onder genomen of het zaad in de vrouwelijkheid steken laat de vrouwen ontvangen. Ook is het nog meer te prijzen want het vermeerdert vrouwen zog, zo zal men het te drinken geven of in eten tot poeder gewreven met alsem en dan zal zijn natuurlijke hitte werken.

Als een mens of enig ander dier van dit kruid eet, als hij minnen wil of als hij mint, dan helpt het terstond om te ontvangen, volgens Pandecta, Serapio en Avicenna.

Het heeft de kracht om de slijmachtige taaie en verwoestende vochtvermenging in te snijden, ook te ontbinden, daarom opent het alle verstoppingen en wegen van het lichaam, het laat plassen en de stonden komen. Ook is het goed tegen ademnood en tegen alle gebreken van slijm.

Poeder van komijn bewaart het vlees en de vis net zo goed als het zout.

De rook van dit zaad in het aanzicht ontvangen maakt het aanzicht bleek en doodkleurig waarmee sommige mensen zich zeer goed kunnen behelpen die voor heilige lieden willen gehouden worden. Daarboven moet men ons wachten van komijn te veel te gebruiken want daardoor kan de mens gemakkelijk zijn kleur verliezen die bij hem niet zo gauw wederom komen zal al had hij de rook daarvan maar alleen ontvangen.'

Het wordt als specerij gebruikt in brood, in komijn- en Goudse kaas en vlees wordt ermee ingewreven, brandewijn en likeuren, in plaats van het hele kruid gebruikt men bij likeurbereiding meestal de uit de vruchten gedestilleerde komijnolie en maakt, bijvoorbeeld die door het mengen met een halve liter wijngeest, 350 ml water, 150 gram suiker en 1 gram = 20 druppels komijnolie.

Komijnzaden worden als specerij betiteld en moeten altijd voorzichtig en spaarzaam gebruikt worden. Hun scherpte doordrenkt alles wat zacht en aromatisch is. Een paar zaden die toegevoegd worden aan een welwillende specerijmix geeft onmiddellijk een interessante combinatie. Het wordt gebruikt in curry poeder en het is onmiskenbaar dat komijn in die mix aanwezig is. Het is een deel van vele Spaanse, Mexicaanse en Italiaanse maaltijden, een paar zaden met de bekende arroz con pello geeft een pikante aan het eten. Kortom, een specerij die bestudeerd en gebruikt moet worden met terughoudendheid.

Het zaad levert een vluchtige olie die gebruikt wordt in parfums en likeuren.

In het volksgeloof geldt het met andere sterk ruikende planten als heksen verdrijvend middel. Het betoverde vee geeft men komijn te eten. In de middeleeuwen geloofde men dat komijn ervoor zorgde dat de geliefden niet wispelturig werden en dat het pluimvee niet wegliep.

Megenberg; ‘Cyminum heet kummel. Dat is een kruid zijn zaad en is heet en droog aan de kracht zoals Platearius spreekt. Echter dat kruid heeft lange bladeren en kleine bijna zoals de venkelbladeren of zoals de dille bladeren en zijn bloem is bleek gekleurd of geelachtig en het zaad is langachtig en is menigvuldig. Ettelijke zijn zwart en ettelijke geelachtig en een is veldkummel en een tamme kummel. De zwarte is krachtiger dan de gele; het heeft die aard dat het de winden zet in het lijf en ontsluit en versterkt en verteert dat koken in de maag en zet ook dat rochelen en dat ophoesten. Welke voedster wijn kookt met kummel en dat drinkt die vermeerdert het de melk en vermeerdert de onkuisheid zaden erg veel in de mannen. Wie de kummel zijn poeder neemt in eten of in drinken en alsem daartoe mengt die opent hem de gang tot de onkuisheid zaden, is het een man of de melk is het een vrouw. Wanneer men dat aangezicht wast uit zijn water dat maakt het helder en zuiver. Is echter dat men het te vaak daarmee wast dan wordt dat aangezicht bleek. Wie het matig nuttigt die maakt het dat aangezicht erg schoon. Echter veldkummel heelt de wonden wanneer men zijn poeder daarin strooit en zo men zijn poeder mengt met azijn en ruikt daaraan of verdrinkt een wezel daarin en steekt het in de neus die stopt het de rode vloed uit de neus. Wanneer men kummel drinkt met wijn dat helpt voor de vergiftige dierenbeet.

Historie.

Komijn wordt al gebruikt sinds oude tijden. Zaden zijn opgegraven te Syrië in Tell ed-Der, 2000 v. Chr., ook uit oud Egypte. Als artsenijmiddel wordt het kruid vermeld op de Ebers-papyrus, 1550 v. Chr. De oorspronkelijke plant is dan ook nog nooit teruggevonden. Oorspronkelijk zou het kruid afkomstig zijn uit Egypte of Turkestan.

(417) Plinius noemde het als het beste eetlustopwekkend kruid van alle toekruiden. Volgens Plinius rookten studenten komijnzaad om een bleke studiekleur te verkrijgen en vandaar de uitdrukking van Horace ‘exsangue cuminum;. Ofschoon tabak (en pijpen) onbekend waren in Plinius tijd verwijst hij naar rook inhalen door holle rietstengels. Bij de Grieken schijnt het kruid verband te hebben met gierigheid, komijn werd door vrekken gegeten.

Theophrastus bericht dat om komijn te laten groeien schelden en vloeken bij het zaaien nodig was. Naar Dioscorides was de Ethiopisch kummel de beste die door Hippocrates de koninklijke genoemd werd.

In 716 werd het volgens de kronieken gebruikt in de kloosters van Normandië. In Capitulare de villis komt ciminum voor. In 13de eeuw was het in Engeland bekend als toekruid en in 1419 was het een van de belastbare toekruiden.

Bijbel.

Jesaja 28: 25 en 27 ‘Immers, als hij de oppervlakte gelijk gemaakt heeft, dan strooit hij dille en werpt komijn uit, en tarwe zaait hij op rijen, gerst in vakken en spelt langs den rand. En zijn God onderricht hem over de juiste wijze en onderwijst hem. Dille toch wordt niet met een dorsslede gedorst en over komijn rolt men geen wagenrad, maar dille wordt met een stok uitgeklopt en komijn met een roede.’

Mattheüs 23: 23 ‘Want gij geeft tienden van de munt, de dille en den komijn.’

In Jesaja 28:25/27 wordt verhaald hoe het geoogst wordt, een manier die nog steeds gedaan wordt. Op een andere manier zouden de zachte zaden verwoest worden.

In het Hebreeuws heet het cammon, cammoin of kammon. Een plaats wordt zo genoemd bij Acre, Kammon, die zijn naam aan het kruid heeft te danken. Zie Bunium persicum.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl