Pratia

Over Pratia

Blue star creeper, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit' http://hortiauray.com/pratia.jpg

Naam, etymologie.

Pratia, Ch. L. Prat-Bernon, Franse zeeofficier in het begin van de 19de eeuw die met Freycinet een reis ondernam.

Smalle kruipende planten, soms klimmend of opgaand.

Bladeren staan afwisselend en zijn getand.

Okselstandig en 1 bloemig, klein.

Een 30 soorten die meestal uit Australië en Nieuw-Zeeland komen, maar ook in Z.O. Azië en Z. Amerika.

Campanulaceae.

=Pratia angulata, Hook (gehoekt) Eironde tot omgekeerd eivormige bladeren zijn 4-12mm lang en kort gesteeld, stomp en fijn getand.

Zodenvormende rotsplant met liggende en vertakte stengels met opgerichte toppen, 5-15cm lang.

Bloemsteeltjes zijn langer dan de bladeren.

Okselstandige bloempjes zijn 8-16mm lang en lang gesteeld, wit met purperen strepen in juni/september.

Purper/rode besjes.

Uit . N. Zeeland. Is beschreven in 1829.

Blue star creeper, panakenake in Nieuw Zeeland.

Uit; https://nl.pinterest.com/pin/4222193376675701/

Pratia pedunculata Benth. (met een aparte bloemstengel) Mooie meerjarige bodembedekker of rotsplant van 10cm hoog met wortelende stengels.

Kleine altijdgroene blaadjes.

Licht blauwe stervormige bloempjes op korte steeltjes in april-juni. ‘County Park’. Vrouwelijke en mannelijke bloemen zitten op verschillende planten.

Uit Australië.

Matted Pratia of trailing Pratia.

Planten.

Planten op matig vochtige en beschutte, zonnige plaatsen, in de winter wat bedekken.

Vermeerderen door zaaien, scheuren en stekken.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl