Pilea
Over Pilea
Kanonplantje, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
mUit www.missouribotanicalgarden.org
Dit geslacht bestaat meestal uit kruidige succulente schaduw beminnende plantjes, gedeeltelijk met kruipende en gedeeltelijk met opgaande stengels.
Het zijn fijne kamerplantjes die gekweekt worden om hun mooi getekend en varenachtig blad. Velen bezitten mosachtig blad.
Het zijn n- of meerjarige kruiden.
Een 600-715 soorten komen voor in de tropen en voornamelijk in Amerika.
Urticaceae, brandnetelfamilie.
=Pilea cadierei, Gagnep. & Guill. (Franse pater Cadiere die deze plant in de eerste helft van de 20ste eeuw heeft gevonden)
Eivormige en toegespitste, tegenoverstaande, olijf/groene, bobbelige bladeren met onregelmatige, zilver/grijze vlekken zijn 8cm lang. Het is een van de mooiste zilverkleurige sierbladplanten.
Opstaande stengels van 30cm hoog.
Kleine bloempjes vallen niet op.
Is niet hoog en niet breed, mooi voor het opvullen van bakjes.
Houdt van warmte en vochtige omgeving.
Wordt het te groot, dan terug snoeien en het over gebleven gedeelte stekken.
Is uit China afkomstig.
‘Minima’ is in alles de helft kleiner.
Aluminium plant. Aluminiumpflanze, Cadieres Kanonierblume.
Uit; commons.wikimedia.org
Pilea glaucophylla (zeegroen blauw blad) (Pilea glauca) bolvormend kruipend kruid van 5cm hoog, grondbedekker.
Kleine metaalblauwe ronde blaadjes aan kruipende stengels.
Kleine rode stengels.
Silver leaved artillary plant.
Uit Columbia.
Uit Curtis botanical magazine.
=Pilea involucrata, (met omwindselbladeren)
Stevige en vliezige, sterk gebolde bladeren die aan de top van de stengels rozetten vormen, rond en spits toelopende bladeren zijn 2-7cm lang met gekartelde randen, donker paarse achterkant, met veel licht wil de bovenkant ook wel koperkleurig worden.
10-20cm hoge stengels.
Okselstandige bloeiwijze in de zomer.
Uit Z. Amerika.
Friendship plant. Eingehullte Kanonierblume.
Uit Lindley.
Pilea microphylla, Liebm. (kleine bladeren) (Pilea muscosa, Lindl. (mossig)
Fijne, elliptische en tot 1cm lange, glanzend groene, gedraaide blaadjes.
Kleine gele bloemen staan in trossen.
Opstaande en vertakte, vlezige stengels van 10-30cm hoog.
Als een plant in het zonlicht gezet wordt, als het stuifmeel rijp is, volgt er een bombardement, vooral als er dan water gegeven wordt. In water dompelen dan schieten de meeldraden ook tevoorschijn waarbij de stuifmeelbolletjes met een nauwelijks hoorbaar knalletje openspringen en stuifmeel verspreiden.
Houdt van warmte.
Is afkomstig uit Mexico en Z. Amerika. Is beschreven in 1793.
‘Variegata,’ heeft roze/wit gekleurde blaadjes.
Naam, etymologie.
Pilea is afgeleid van het Griekse pilos: het betekent een Romeinse hoed of muts. Bij een van de eerste beschreven soorten was het bloemdek door een kap afgesloten. (synoniem Adicea) Stingless nettle.
Kanonplantje of vuurwerkplantje, Duits Kleinblattrige Kanonierblume, Engelse artillery plant of gunpowder plant naar de plotselinge samentrekking van de helmdraden die het stuifmeel in wolkjes naar buiten schieten. Die wolkjes doen denken aan het barsten van miniatuur granaten. Dit komt vooral voor op een zonnige dag als de bloemen nat gemaakt worden. Is de plant in volle bloei, dompel de meeldraden even onder water, dan springen op zichtbare wijze de knoppen open en de veldslag begint. Pif, paf, poef, in alle richtingen wordt er geschoten en wordt de omgeving met kruitdamp of stuifmeel gevuld. Pannenkoekplant.
Uit plantsarethestrangestpeople.blogspot.com
Pilea nummulariifolia, Wedd. (muntachtige bladeren) Kleine, rode en gekartelde, behaarde blaadjes van 1-2cm lang staan aan fijne steeltjes.
Dunne, kruipende of hangende, draadachtige stengeltjes.
Kleine en onopvallende bloempjes.
Uit Midden-Amerika.
Creeping Charlie. Munzenbalttrige Kanonierblume.
Pilea peperomioides, Diels (peperachtig). Heeft ronde donkergroene bladeren van 10cm diameter die in het midden aan een lange stengel staan.
Is voor het eerst verzameld door George Forrest in 1906 en in 1910 in de bergen van Cang Shan, westelijk van Dali in de Yunnan provincie van China.
In 1945 werd de soort weer ontdekt door de Noorweegse missionaris Agnar Espegren in de Yunnan provincie toen hij daar wegvluchtte. Hij nam enkele stekken mee naar Noorwegen en van daaruit verspreidde het zich over Scandinavi.
Pannenkoekenplant, Parasolpilea, Chinese money plant of missionary plant.
Pilea spruceana, Wedd. (Richard Spruce, Engelse plantenverzamelaar en botanicus, 1817-1893)
Is een lage vorm met roodachtig, rond, roodachtig blad dat getand en typisch gebobbeld is.
Vormt vele uitlopers die telkens naar boven groeien, is daardoor ook te vermeerderen.
Uit Peru en Venezuela.
‘Norfolk,’ heeft 3-8cm grote bladeren, tegenoverstaand in een dicht rozet, zilver tot bronskleurig
‘Silver Tree,’ groeit iets hoger met 3hoekige en 8cm lange balderen die opgebold zijn, brons/groen met een zilverachtige band in het midden.
‘Moon Valley,’ heeft smaragdgroene bladeren met bruinachtige nerven.
Duits Kanonierblume, Engels silver tree.
Planten.
Vermeerderen door stekken.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl