Gentiana

Over Gentiana

Gentiaan, madelgeer, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Deze genees- en kruidenplant was een belangrijke plant waar toch geen algemeen Germaanse naam voor bekend is. Mogelijk is dit omdat veel soorten verstrooid optreden en in vele gebieden voorkomen. Gentianen, als een van de belangrijkste geneeskruiden, staan onder het beheer van Mars. Ze weerstaan verrotting en gif, en waren een zekere remedie tegen de pest.

300-400 soorten komen wereldwijd voor, voornamelijk in gematigde bergstreken van het noordelijk halfrond en de Andes. In Europa komen 35 soorten voor, vooral in de Alpen. Niet in Afrika.

Gentianaceae, gentiaanfamilie. De 1-2jarigen soorten vallen nu onder een eigen geslacht, Gentianella.

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

De gentianen zijn meestal laagblijvende, meerjarige planten, zelden een- of tweejarig.

Het zijn soorten die voorkomen in de gematigde en tropische bergstreken, behalve in Afrika.

Er zijn kleine vormen bij van een paar cm. hoog tot kolossen van een ruime meter.

Sommige groeien alleen op kalkgronden en anderen alleen op zure gronden.

De bloeitijden van de verschillende soorten spreiden zich vrijwel over het gehele jaar uit. Mooie kruiden die meestal blauw bloeien.

Ze groeien in het open veld en vele in de Alpen.

Meestal zijn ze laag en wat bossig, soms opgaand en smal, of groot en stevig.

Bladen tegenoverstaand, zelden in een krans en meestal zittend.

Bloemen zijn blauw, violet, purper, zelden geel of wit.

Lyrisch.

Als de dwerggentianen hun bloesems openen en hun weg zoeken door de smeltende sneeuw heen om de helling te bedekken met een overvloed aan bloemen zien de kleine weiden eruit als een bloemenruiker. Een veld van gentianen ziet eruit alsof de hemel op de aarde is gevallen. Gentianen zijn het symbool van de bergen. Van bergen krijgen we wind en wilde vrijheid, maar ook een vreedzame berusting van de geest.

Gentianen zijn in koninklijk blauw gekleed. De plant is vriendelijk en zacht met blauwe ogen, een soort plant dat ons bekend voorkomt en aangenaam is om mee te leven.

De gentiaan staat te schitteren met geopende bloemen in de stralende zon als een edelsteen die een blauw licht uitzendt, als een goed geslepen diamant. De meeste gentianen zijn bekend vanwege hun klokvormige bloemen in gentiaanblauw. Het is het blauw van de schilder die de kleur van de hemel het dichtst benadert, de blauwe lelikens. Niet alleen doen de gentianen het in het blauw, maar ook in wit, geel, roze, lila en zelfs in paars.

Van de oudheid af tot in de 18de eeuw verstond men onder de gentianen algemeen de gele vorm. In de 19de eeuw is de blauwe, G. acaulis, bekend geworden als modebloem.

Een paar soorten zijn inlands.

Veel meer komt de gentiaan voor in de bergen tot aan de sneeuwgrens.

1. Gentiana lutea, L. (geel) Donkergroene en elliptische bladeren hebben 5-7 nerven en zijn tot 30cm lang en 15cm breed, de onderste kort gesteeld, de bovenste zittend.

Opstaande ronde en dikke stengels met bladeren.

De heldergele, okselstandige bloemen staan in 3-10bloemige trossen, bloemkroon is radvormig met 5, soms 9 lancetvormige, spitse slippen, kelk is geelachtig, vliezig en gaaf, geen aanhangsels in juli/augustus.

Het kan evenwel 10 jaar duren voordat de gele na zaaien bloeit. Het zaad wordt door de wind verspreid en er gaan er 10.000 in een gram.

Het is de bergsoort uit de Alpen op 950 tot 2.000m en het liefst op een kalkbodem van het hooggebergte, verder in de Pyreneeën, Karpaten. De wortels zijn sterk en dik, ter dikte van een vinger.

Sterk groeien en decoratieve plant voor vochtige plaatsen.

Wordt 50-100cm hoog en hoger. Is beschreven in 1596.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Gentius de koning van Illyri of Sloveni heeft de krachten van dit kruid eerst bevonden en gemerkt en daarom voert het naar hem de naam Gentiane in het Grieks die het in de apotheken ook behoudt al is het dat het Gentiana op het Latijns genoemd wordt. De Nederlanders, Italianen, Spanjaarden en Fransen noemen het allen met een naam, te weten gentiane, gentiane of gentana, de Hoogduitsers Entzian.’ (411) De plant γεντιανή, gentiane, zegt Dioscorides zal zijn naam hebben van de koning van de Illyri, Gentis (aan de Adriatische zee) in de 5de eeuw v. Chr. die de kracht van de Gentiaanwortel ontdekt zou hebben en waarschijnlijk van G. lutea.

Plinius XXV.34: ‘Gentianam invenit Gentius rex Illyticorum.’

Isidorus XVII 9.42: ‘Gentiana nomen sumpsit, ut memorant medici, ab invetore.’

Volgens Plinius zou hij de plant als eerste gebruikt hebben als een middel tegen de pest. Linnaeus nam deze naam zo over en vermeldde 23 soorten van dit geslacht. Nu zijn er meer dan 400 bekend.

Het Latijnse Gentiana mag van Illyrische oorsprong zijn naar de ook door Plinius verhaalde ontdekking van de Illyrische koning Gent(h)ius. De wortel helpt met peper, wijnruit en wijn gedronken tegen de beet van giftige dieren, zijdepijnen, heftige letsels, innerlijke verwondingen en kramp. Het is ook een heelmiddel bij invretende zweren. Plinius vermeldt dat de beste gentiaan in Illyrië groeit, het is waarschijnlijk dat het om de gele of nauw verwante soort gaat. Ook de oude artsen Celsus, Scribonius Largus, Galenus vermelden de gentiaan.

Het Latijnse woord werd in oud-Frans gentiane en daaruit stamt het Engelse gentian en Italiaans genziana, Frans la gentiane. Ergens heeft onderweg dit woord in Duitsland de g verloren, in oud-Hoogduits werd het Encian en in midden-Hoogduits Enzian, of het woord stamt uit Latijn voor bitterzoet, zie Centaurium, het is ook een Bitterwurz,. Ook Enci, Encia, Encian, Enzian, Ention, Entzian, Enzeler van Tirol.

Russisch goretschafka.

Dodonaeus (b). ‘In het Hoogduits heet het ook Bitterwurtzel en de Engelse felworte,’

Het is net zo bitter als duizendguldenkruid, een fel tarrae, zie Centaurium, een ook zo bitter als Alo en vandaar;.

Dodonaeus; ‘Het heeft ook sommige bastaardnamen die men bij Apuleius vindt, te weten deze Griekse Centaureios rhiza, Narce, Cheironion, Alotes en deze Latijnse Alo Gallica, Fasilica en Cyminalis.’

Werd medisch gebruikt, Duits Arzneiwurzel, Bergfieberwurz, Hemer, Hermern, Hemiern, Rigte, Scertwerze, Weissnezen en Zintalwurz.

(d) Gle bloemen, gele gentiaan, Duits Gelber Enzian, gelbe Janzenen, Engels great yellow flowered gentian, Frans gentiane jaune en in Itali genziana gialla of genzian maggiore.

Gebruik.

Vooral de grote gele gentiaan is een beroemd artsenijmiddel bij koorts, maag en darmen, wonden (ook wel van G. pannonica en G. punctata). Om die reden is het gewas in vele gebieden uitgeroeid. De grote gele heeft een taaie wortel, de enzian wortel, die eerst wat zoet en dan sterk aanhoudend bitter smaakt. Door de bitterheid worden de weiden, waarop het staat, door het vee niet aangeroerd. De bitterwaarde is 58 000 000. Omdat de wortel gisting bekwame suikers bevat, een waterachtig extract ervan gist zo, geeft het bij destillatie de enzian brandewijn. De likeuren Suze en Enzian zijn vooral in Frankrijk en Zwitserland populair. Vaak wordt er tegenwoordig op vele van die likeuren een blauwe gentiaan afgebeeld omdat die meer tot de verbeelding spreekt en zo de verkoop bevordert.

De wortel wordt ook als hongeropwekkend middel gebruikt en als versterkend middel. Ook komt de wortel veel voor in geheime middelen tegen maaglijden en dronkenschap. Een half uur voor het eten ingenomen bewerkt het de afscheiding in maag en darmkanaal en werkt zo eetlust bevorderend, de maag wordt beter doorbloed en sneller geleegd. Bij grote dosis kan het tot maagproblemen leiden en zelfs tot overgeven. Het werkt tegen infecties en het kwaad van een beet van ene dolle hond. Medisch wordt deze en andere grote gentiaanwortels gebruikt in een afkooksel, 5 gram op een kwart liter water, ook uit het wortelextract worden pillen gemaakt die als maagmiddel zeer geschat zijn, als tincturen worden ze met 20 druppels per dag ingegeven. Kneipp beveelt een afkooksel van 2 gram poeder op een kwart liter water eetlepelsgewijze ingegeven aan tegen maagdrukken en winden.

Hiëronymus Bock beschrijft ze in 1551.’Want als men druk in het lijf op de maag voelt, verdrijft men die met gentiaan, kalmoes of gember. Een kostelijk wortel tegen gif en hondenbeet, Gentiaan is ook niet zo duur als rabarber maar men kan de gentiaan minder dan de rabarber missen.’

Lobel: ‘De gentiaan is een grote vijand van de rotting en de dood van het venijn. Zij is zo’n goede hulp tegen de pest dat ze niet alleen de mens zijn gezondheid bewaard maar ook van de beesten en als die verloren is weergeeft. Waarom dat de Zwitsers deze met de egelkolen (Ranunculus) plegen de varkens en hier voortijds ook de vetzakken en monniken in te geven omdat de ziel niet zou rotten en stinken in het levende lichaam.’

Zo was het gebruik vroeger. (141, 164, 309, 311) 'De wortel van gentiaan verpoederd en een half lood zwaar, zegt Dioscorides, en zo met wijn, wat peper en wijnruit gedronken is zeer goed diegene die van enig venijnig razend of verwoed gedierte (en vooral van de slangen, betuigt Plinius) gebeten of gestoken zijn en diegenen die enig vergif ingenomen hebben. Men doet deze wortel van gentiaan ook bij de antidota en geneesmengsels die men tegen de pest en besmettelijke ziekten en tegen het vergif plag te bereiden zoals bij de teriakel Diatessaron die van Aetius om zijn wonderbaarlijke krachten in het Grieks Mysterion genoemd wordt.

Tegen verstopping van het ingewand, slappe maag, wormen, nierstenen en opgestopte maandstonden van de vrouwen: Maak een afkooksel met water of wijn van de wortel en laat hiervan tweemaal per dag een roemertje vol drinken. Dioscorides, Galenus, Fuchsius. De wortel van gentiaan heeft zulk een afjagende kracht, zegt Plinius, dat ze de vrouwen die van kind zwaar zijn gemakkelijk zouden laten misvallen en daarom zullen ze zich wel wachten om deze wortel binnen te gebruiken.

Tegen allerhande koortsen: Neem een vierendeel lood poeder van de wortel en geef het met enig goed nat in.

Tegen zijdepijn en die van binnen gekwetst zijn: Neem van het sap of van de gedroogde wortel een vierendeel lood en laat het innemen. Dioscorides.

Ze veegt ook af en zuivert de sproeten, plekken, besmettingen en allerhande mismaaktheid van de huid van het menselijk lichaam als men met het sap of afkooksel er van die bestrijkt.

Het sap van deze wortel de zwaarte van een drachme ingegeven, zegt Dioscorides, geneest de smarten van de zijden en is zeer nuttig diegenen die van hoog gevallen zijn en die enige verwrongen, verstuikte, gekrompen of gekwetste leden en zowel van binnen als van buiten het lichaam hebben, want het laat het gestolde bloed scheiden en geneest de plaatsen die gekwetst zijn. Tegen het oude gebrek in de adem dat astma genoemd wordt geef je gebroken gentiaan en meng dit met wijn en gerstewater tezamen.

De wortel van gentiaan is een echte baat tegen alle vergif en een bewaring tegen alle verrotting en daarom plegen de Zwitsers die te doen onder hun eigen spijs en onder het voeder van de beesten zodat ze gezond zouden blijven. Die wortel belet de mens en ook alle andere dieren te vet en met overvloedig waterachtig bloed verladen te worden en daarom plegen dezelfde Zwitsers deze wortel met egelkool de varkens en hier vroeger ook die vette kassakken van mensen in te geven zodat de ziel niet zou rotten en stinken in het levende lichaam, zegt Lobel.

Sommige landlieden bestrijken de memmen of uiers van de koeien met water daar deze wortel in gekookt is of strooien daar het poeder ervan op om te beletten dat die van de muizen, spinnen of ander kwaad gedrocht niet beschadigd worden.’

Symbool van je hebt ongelijk.

Folklore.

Bij veeziekte wordt het Schelmkraut (: schurft- of schelmen wortel) bij de schelm toegepast, een demonische veeziekte, zo ook bij mond- en klauwzeer.

Ook was het kruid in gebruik voor toverpraktijken. In oostelijk Duitsland beschermde de dorant tegen betovering en heksen, vooral als er 3 wortels naast het botervat waren neergelegd. In het begin van de 19de eeuw werd deze al zeldzame plant algemeen gezocht om het bij kinderen in de wieg te leggen als middel tegen beheksing.

19. uit es.wikipedia.org

Gentiana asclepiadea, L. (Asclepias-achtig) Bladeren zijn meestal kruisgewijze geplaatst, zittend en eivormig tot hartvormig/lancetvormig en lang toegespitst, meestal met 5 nerven, 5-8cm lang en 3-5cm breed.

Opstaande en bebladerde stengels.

Alleenstaande of met 2-3 bij elkaar hemelsblauwe bloemen staan in de bovenste bladoksels, bloemkroon is knotsvormig en 3.5-5.5cm lang met korte lancetvormige, toegespitste slippen, van binnen violet/rood gekleurd en lichter gestreept, aanhangsel van de bloemkroon is kort, kelkslippen zijn smal lijnvormig in juli/september.

Deze gentiaan houdt van wat zure en vochtige, niet te zonnige plaatsen.

Dit is een groter wordende gentiaan van 50cm die vooral mooi is in de vaste plantenborder. Is een van de gemakkelijkst te vermeerderen gentianen. Bloeit vanaf het derde jaar.

De zijdeplant gentiaan groeit in centraal Europa tot aan de Kaukasus. Is beschreven in 1629.

Vele cv’s zijn er, met verschillende bloeitijden en bloemkleuren, zelfs in het wit.

‘Bowlesii,’ groeit sterker dan het type met lichter blauwe bloemen met witte keel. Gewonnen door E.A. Bowles Esq. te Waltham Cross Engeland.

‘Perryi,’ verschilt door de zeer sterke groei en grote donker violet/blauwe bloemen. Gewonnen door A. Perry, kweker te Enfield, Engeland.

Var. albiflora verschilt door de witte bloemen.

Naam.

(Dodonaeus) ‘Deze soort of medesoort van kleine gentiaan is in Hoogduitsland Geftwurtz en Schelmkraut genoemd, dan in onze taal mag men het tweede kleine Gentiana of gentiaan met bladeren van zwaluwwortel noemen. Gentiaan met bladeren van zwaluwwortel is van Clusius en ook van Gesnerus Gentiana Asclepiadis folio genoemd, in Duitsland Grosse Bitterwurtz, in Slovenie swieczka, dat is kaars, omdat de wortels geel, lang en dun zijn en niet dikker dan een vinger en zeer gevezeld en op de kleine wassen kaarsjes die men in kluwens plag te winden of tezamen te vlechten en ineen te kronkelen wat lijken.’

Zijdeplantgentiaan, Duitse Blaue Kreuzwurz naar de kruisvormige bladeren, Geileitern naar de laddervormige schaduwbladeren, Herbst-Enzian en Hirschbrunft-Enzian naar de late bloeitijd, Giftwurz, Wurger-Enzian, Schlangenwurz en Schwalbunwurz in Tirol, dat van Asclepias, Schelmenkraut bij Gesner, Engelse milkweed gentian en willow gentian.

20.

Gentiana pneumonanthe, L. (longbloem) gewoonlijk wordt die klokje genoemd.

Bladen zijn heldergroen, lijn/lancetvormig en zittend, stomp met meestal 1 nerf, de randen gewoonlijk omgekruld.

Opstaande stengel met bladeren.

Donker hemelsblauwe bloemen zijn eindstandig of okselstandig en staan met 2-10bijeen in een losse tros, 4-5.5cm lang met eironde, spitse slippen met groen gestippelde strepen, aanhangsels van de bloemkroon zijn kort en driehoekig, lijnvormige kelkslippen zijn toegespitst in juli/september.

Deze plant kan herkend worden van andere gentianen door, in bloei, de fijne, 5 brede groene strepen van de top tot de basis van de bloemkroon.

Meerjarig.

Inlands groeiende gentiaan, hoewel zeldzaam, op moerasachtige, zure plaatsen, heidevelden.

Groeit in Europa, Kaukasus en Azië, 15-40cm hoog.

Var minor wordt maar 5-15cm hoog met liggende tot opstijgende stengels, bloemen van 2-4.5cm lang, meestal alleenstaand en eindstandig met lancetvormige kelkslippen.

Het gedestilleerde sap van Gentiana pneumonanthe zou, zoals de naam al aangeeft, gebruikt zijn tegen longziektes.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Hier te lande hebben deze bloemen geen eigen naam. Sommige willen ze nochtans blaeuw lelikens noemen, andere hebben het duysent-schoon genoemd, ik heb het de naam Campanula Autumnalis op het Latijns gegeven, dat is late klokjes of herfstklokjes.’

Herfstklokje of blauw lelietje, klokjesgentiaan, spade klokskens, de late bloei, vergelijk Engelse autumn-bell, -flower, -violet of harvest bells, kleine gentiaan klokjes, Duitse Blauglocken.

Dodonaeus (b)’De landlieden omtrent Anagni in Italië noemen het pettimborsa op het Italiaans, zo Matthiolus betuigt. Dan het schijnt dat deze bloem van Valerius Cordus Pneumonanthe genoemd is die sommige, zo hij schrijft, Lungen blume op het Hoogduits noemen. Sommige houden het voor een soort van Gentiana.’

Franse pulmonaire des marais, Duits Lungen-Enzian, Engels lungflower.

Dodonaeus; Voorts zo schijnt deze soort van bloemen met de beschrijving van Viola Calathiana voldoende overeen te komen en niet diegene die van Plinius vermaand wordt, maar die van Ruellius beschreven is in het 129ste kapittel van zijn 2de boek want Plinius heeft zijn Calathiana met weinig woorden uitgedrukt en zegt dat het gele bloemen heeft en Ruellius geeft het een blauwe bloem die zeer fraai en behaaglijk om te zien is.’

Duitse blauer Dorant,-Tarant, Blitzwurz, Kiewitsblome, Sta up un ga weg, omdat ze zo goed is bij koorts, Engelse, Calathian violet, heath gentian, bog gentian of marsh gentian, Frans gentiane des marais. Biekerbleomen (Halle/Westf.), Kiweitsblome (Hasegegend), Hungerkraut, Wiesenenzian. (Sylt)

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (141, Dodonaeus) 'Voorts zo is dit kruid, naar het zeggen van de nieuwe kruidbeschrijvers, zeer krachtig en goed om alle pestachtige en kwade, hete, besmettelijke plagen te genezen en insgelijks ook om alle beten en steken van de vergiftige gedierten te beteren en te helen. Indien dit kruid hetzelfde is dat in Duitsland Gulden Aurin genoemd wordt dan heeft het zeer goede kracht om de gebreken van de longen en lever te genezen.

Om de stonden te laten komen, maak een pessarium aldus: Neem sap van bijvoet, wat honing en poeder van gentiaan met poeder van averone, hiervan maak je een pessarium in de baarmoeder, die laat de stonden komen, drijft de dode vrucht en de moederkoek waar de vrucht in rust in de baarmoeder uit, zo helpt het zeer, Platearius. Gentiaan heeft grote kracht om de verstoppingen te openen. Als het water waar gentiaan in gekookt is met kaneel genomen wordt, dan helpt het tegen pijn van de zijde en tegen het wrijven of het knakken van de zenuwen. Ook tegen pijn van de maag of van de lever.

Als je het sap van averone met het poeder van gentiaan mengt geneest dit morfeem albam (dat zijn witte plekken in de huid). Serapio, Pandecta.’

22. Uit NGSimages.

Gentiana andrewsii, Griseb. (Amerikaanse botanist Timothy Langdon Andrews, 1819-1908) Breed lancetvormige bladeren zijn toegespitst, ruwe randen.

Closed gentian heeft opgerichte stengel zonder bladeren.

Bloemen staan meestal in eindstandige trossen, zijn knotsvormig en 3.5cm lang, hemelsblauw met witachtige toppen, aanhangsels van de bloemkroon zijn gefranjerd/getand, breder dan de bloemdekslippen, kelkbladeren zijn lancetvormig tot omgekeerd eivormig met omgebogen top en gewimperde randen.

Groeit het best op vochtige en half beschaduwde plaatsen.

Uit Canada en N. Amerika, wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1776.

Closed flowered gentian of closed bottle gentian.

23. uit calphotos.berkeley.edu

Gentiana linearis, Froel. (lijnvormig) Lijnvormige bladeren zijn spits en 3nervig.

Opgerichte stengels met bladeren.

Hemelsblauwe bloemen staan met 1-5 bijeen in meestal eindstandige trossen, smal trechtervormig en 3.5-4.5cm lang met opstaande eironde, stompe slippen, aanhangsels van de bloemkroon is driehoekig, spits en meestal gaaf, kelkslippen lijn/lancetvormig in augustus/september.

Uit N. Amerika wordt 25-50cm hoog. Is beschreven in 1816.

Var. albiflora heeft zuiver witte bloemen.

Gemakkelijke plant voor vochtige plaatsen.

Narrowleaf gentian.

28. Uit hortuscamden.com

Gentiana septemfida, Pall. (zeven maal gespleten) Bladeren zijn eivormig en helder groen, stomp tot spits met 5-7nerven, de voet schedevormig.

Opstaande en bebladerde stengels.

Zittende, hemelsblauwe bloemen staan met velen in een tros en zijn 3.5-4cm lang met eivormige, spitse slippen, aanhangsel van de bloemkroon is veeldelig en ongeveer even lang als de bloemdekslippen, kelkslippen zijn lijn/lancetvormig en meestal langer dan de kelkbuis in juli/augustus.

De crested gentian is ook zeer gewillig en afkomstig uit Klein Azië en Kaukasus, 20-30cm hoog. Daar en in cultuur komt het kruid variabel voor. Is beschreven in 1804.

Var. adscendens met meer opstijgende stengels en eivormige, 3-5nervige bladeren met donker hemelsblauwe bloemen.

Var. cordifolia (hartvormig blad) met liggende tot opstijgende stengels en bredere, kortere 5nervige bladeren met hartvormige voet, iets kleinere bloemen meestal alleenstaand of met een paar bij elkaar.

Var. lagodechiana (Lagodech, dorp in de Kaukasus waar deze plant voor het eerst werd gevonden) met zeer dunne, liggende tot opstijgende stengels, kort gesteelde bladeren van 2.5cm lang met 3 nerven, de onderste breed eivormig met wat hartvormige voet, de bovenste lancetvormig, alleenstaande bloemen, soms met 4 bijeen, zijn 3.5-4cm lang, de onderste kort gesteeld, de bovenste zittend, donker hemelsblauw met groenachtig gevlekte keel, aanhangsels van de bloemkroon is korter dan de lancetvormige kelkslippen in augustus/september.

Var. hascombensis (gewonnen door Mr. C.T. Musgrave Hascomb te Godalming, Engeland) =kruising van lagodechiana met var cordifolia. Eerst liggende en later opstijgende stengels, 30-50cm hoog. Donker hemelsblauwe bloemen staan met meer bijeen en in grotere trossen dan bij septemfida, ruin 3.5cm in doorsnede, juli/augustus.

Crested gentian.

28. uit pwinkel.home.xs4all.nl

Gentiana freyniana, Bornm. (J. Freyn, Oostenrijkse botanicus, 1845-1903)

Bladeren zijn glanzend donkergroen en lijn/lancetvormig, stomp, met schedeachtige voet en 2cm lang, 6-9mm breed.

Opstijgende stengels met bladeren.

Alleenstaande of met 2-4 in een tros staande donker hemelsblauwe bloemen hebben eivormige, spitse slippen, aanhangsel van de bloemkroon is 2speltig, kelk is aan een kant gespleten en kelkslippen korter dan de kelkbuis, lijnvormig met ruwe rand in augustus/september

Uit Klein Azië wordt 15-25cm hoog. Is beschreven in 1909.

32. uit www.postcrossing.com

Gentiana veitchiorum, Hemsl. (James Veitch & Sons, kwekers uit Chelsea, Engeland)

Donkergroene bladeren zijn zeer kort gesteeld, onderste staan in een rozet en zijn smal langwerpig, meestal stomp en 2.5-4cm lang, 4-6mm breed met schedevormige voet.

Liggende stengels.

Donker purper/blauwe bloemen, alleenstaand en eindstandig, opstaand, 5-6cm lang met breed, driehoekige omgekrulde slippen met 5 groengele strepen aan de buitenkant, aanhangsels van de bloemkroon zijn kort en breed, wat getand, zeer korte kelkslippen zijn lijn/lancetvormig en spits in augustus/september.

Gemakkelijk groeiende plant in kalkarme grond.

Uit Szechuan, wordt 10-15cm hoog. Is beschreven in 1909.

Uit www.alpine-peters.de

Gentiana x wealdensis Weeks. (gewonnen door A.G. Weeks, Esq ԕThe Weald Cottage, te Limpsfield Common, Engeland) =kruising tussen veitchiorum x hexa-farreri.

Lijkt in bloei en groeiwijze het meest op veitchiorum.

Grote, donker indigo/blauwe bloemen met wat omgebogen slippen in augustus/september.

33. Uit S. Pallas met Gentiana glauca.

Gentiana triflora, Pall. (driebloemig)

Vormt stevige en recht opgaande, 30cm hoge stengels met grote diepblauwe bloemen in augustus/september.

Groeit het liefst op wat zure grond en wat halfschaduw.

De plant houdt van vochtig zuur en groeit dan in lage zoden naar flinke plakkaten toe die, hoe langer ze vast staan, des te rijker bloeien. Is ook gemakkelijk te scheuren en te stekken.

Uit Siberië, is beschreven in 1807.

‘Royal Blue,’ wordt wel als snijbloem gebruikt.

35. Uit Mary Vaux Walcott.

=Gentiana calycosa, Griseb. (heeft een volledige kelk) Bladeren zijn langwerpig tot breed eivormig, meestal stomp met 3-5 nerven, 1-3cm lang.

Opgerichte stengels die bebladerd zijn met meestal 1 bloem.

Donkerblauwe bloemen van 3-4cm lang, zittend met eivormige, toegespitste slippen, aanhangsels van de bloemkroon is driehoekig en ingesneden, kelkslippen zijn hartvormig, stomp en omgebogen in augustus/september.

Moerassige plaatsen.

Uit Washington tot Montana en Californië, wordt 20-40cm hoog. Is beschreven in 1883.

Rainier pleated gentian, mountain gentian.

36. uit swbiodiversity.org

Gentiana parryi, Engelm. (Charles Christopher Parry, Amerikaanse botanicus, 1823-1890)

Bladeren tegenoverstaand, dik en blauwachtig/groen, eivormig tot smal langwerpig en aan de voet met elkaar vergroeid.

Opgerichte stengels met bladeren.

Zittende, purperblauwe bloemen staan met 1-5 bijeen en zijn door de bovenste bladeren omgeven, trechtervormig en 3-4cm lang met opstaande en omgekeerd eivormige, kort toegespitste slippen, aanhangsels van de bloemkroon is 2speltig, vliezige kelkslippen zijn lijnvormig en korter dan de kelkbuis in augustus/september.

Groeit gemakkelijk in vochtige, kalkarme grond.

Uit Wyoming tot New Mexico, Utah en Nevada wordt 25-40cm hoog.

Parry’s s gentian.

45. Uit J. Kops, www.BioLib.de.

Gentiana cruciata, L. (gekruist)

Bladeren zijn kruisgewijze geplaatst, donkergroen lang lancetvormig en tot 10cm lang, 1-2cm breed aan beide kanten smal uitlopend, stomp, de bovenste vaak spits met meestal 3 nerven

Lange wortelstok en opgaande bebladerde stengels.

Kleine, radvormige blauwe bloemen van 2-2.5cm lang staan in eind of okselstandige trosje, bloemkroon met 4 slippen die van binnen hemelsblauw en van buiten groenachtig blauw zijn, aanhangsels van de bloemkroon zijn 2spletig in juli/augustus.

Groeit gemakkelijk in kalkhoudende gronden.

De maldegeer of de kruisbladige gentiaan, uit midden en Z. Europa, Klein Azië, Kaukasus en W. Siberië wordt 20-40cm hoog. Is beschreven in 1596.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Dit kruid hebben we kruiswortel en kleine gentiaan willen noemen naar de Latijnse naam Cruciata en Gentiana minor, de Hoogduitsers noemen het Creutzwurtzel en Speerenstich, in Frankrijk heet ze gentiana croisee, in Itali gentiana minore. De naam Cruciata of kruiswortel is gekomen van de wortel die in de lengte in drie of vier delen gespleten is of gegaat, andere zeggen omdat de bladeren kruisvormig op de steel rusten,’

Kruisgentiaan, Engelse cross-wort gentian, Duitse Kreuz-Enzian, Sperenstich en Franse croisette, heet zo omdat zijn bladeren kruisgewijs staan. De wortel is vingerdik en witachtig en tussen de wortels als met een speer, kruisgewijze doorstoken. De kruisgewijze doorstoken wortel was voor de mensen een groot raadsel. Men geloofde dat die door een vierzijdige speer ontstaan zou zijn die de Heer door de plant heen stootte.

Dodonaeus (b) ‘Sommige houden het voor de Phyteuma van Dioscorides, sommige voor het Crataeogonon, sommige voor Struthion, de Hoogduitsers noemen het Modelgeer, Deze oneigen soort van gentiaan is hier te lande met de Hoogduitse naam madelgeer ook genoeg bekend.’

Madel- of modelger. De oud-Hoogduitse naam Madalger, in het midden-Hoogduits Madelger, is van huis uit een aanname met Germaans mapla: verzameling, dat in Gotische mathl is, wat in het eerste lid voorkomt. Het tweede deel, de oud-Germaanse ger, betekent werpspies, zodat het woord de verzamelingsspeer betekent. Dit was oorspronkelijk een mannennaam die meerdere halfgodische helden gevoerd hebben. Mogelijk dacht het volk in heidense tijden aan een steek van een spies die op deze plaats gevoeld werd, wat in Christelijke tijd aan Petrus werd toegeschreven, Petersblume-wurz. Ze helpt tegen gif, tegen pest en liefdesverdriet.

Dodonaeus ‘Voorts zo zijn er noch sommige die deze onze kleine gentiaan Chiliodynamis willen noemen, maar Polemonia wordt eigenlijk in het land van Cappadoci Chiliodynamis genoemd zoals Dioscorides betuigt waarmee dit kruid dat we nu beschrijven gans geen gelijkenis heeft.. Gewone madelgeer heet in Hongarije Zent Lazlo kitaly sive, dat is koning Ladislaus bloem, zegt Clusius.’

Het kruid wordt in Hongarije Szent Laslo Kirale fine genoemd, St. Ladislauskruid, flos sancti Regis Ladislai. Dit, omdat in de tijd dat koning Ladislas leefde de pest in Hongarije sterk woedde. Hij bad in het vrije veld hartstochtelijk tot de Heer en toen hij een pijl in de lucht geschoten had, op het kruid waarop de pijl zou blijven liggen, zou die hulp geven, zo is die op de wortel van de cruciata of modelgeer gevallen. Zo is iedereen, die door de gruwelijke pest overvallen is, genezen. In de kerk van Werder bij Potsdam bevindt zich een oude tekening waarop Christus als apotheker afgebeeld is en in een waag de zonden van de mensen door de kruisgentiaan in evenwicht brengen.

Dodonaeus (d)’ De Italianen houden veel van dit kruid en vooral in de geneesmiddelen die ze bereiden tegen de pest, vergif en beten of steken van allerhande kwaad venijnig of dol gedierte en ook tegen de wormen. Zelfs ze zeggen dat het niet pettimborsa (als sommige dat noemen) maar mettimborsa behoorde te heten omdat het waardig is om als goud of geld in eren gehoud.’n te worden en in de beurs bewaart te wezen of ten minsten omdat het diegene die dat gebruiken veel laat winnen en de beurs met goud kan laten vullenծ

(e) Kreuswurz en Heil aller Schaden bij Bock, Himmelstengel, Jerdgall, Lungenblume, Engelwurz.

Gebruik.

Ook de madelgeer bezit een bitterstof dat als maagmiddel gebruikt werd, ook voor een brandewijn, de Enzianers.

In oud-Noors voert de bitterwortel een naam, soetae: zoet, een ironische naam.

De kruisgentiaan is een van de vele signatuurplanten die door de vorm van de wortel geweldig op de inbeelding werkte. Het is een echt filtrum en werd in zeldzame kunsten gebruikt in fascionationibus amorum (liefdestoverij) Ze is als het vrouwelijke deel, gespleten in het midden. Door de vorm werd het een liefdes­mid­del, ook tegen allerlei toverij. Die het bij zich droeg was geliefd bij iedereen..

De magische wortel werd aldus toebereid: ‘Graaf de wortels met Johannisdag op met een munt. Leg bij zonsopgang de wortel onder de altaardoek van een pater, die daar niets van mag weten. Hij moet daar 3 missen over lezen.’ Dan heb je een zeer bijzonder en magisch werktuig.

Het werd gebruikt als een magisch middel bij veeziektes, waartoe het onder bezweringsformuleringen tussen het eten van zwijnen werd gemengd. Het behoorde tot de dreisgenzeitkruiden van de Tirolers (zie Vinca) die geplukt werden en net als de andere kruiden door de christelijke godin der natuur Maria (Freya) met bijzondere kracht gezegend werden.

Zo was het gebruik vroeger. (164) 'Madelgeer zuivert door zijn grote bitterheid en geneest de wonden als men die wast met wijn daar ze in gekookt is of het poeder er in strooit. Hetzelfde kruid is ook zeer goed gelegd op de blaren en lopende gaten en alle kwade diepe zweren. Het is ook zeer goed ingenomen in poeder of met enige drank tegen allerhande vergif en alle venijnige of besmettelijke en pestachtige ziekten en tegen de kwade luchten of vuile dampen.

De bladeren of wortels van madelgeer gekookt en gedronken zuiveren de borst en laten de taaie fluimen die daarop verzameld liggen lossen en ruimen en zijn goed gebruikt diegenen die met de vallende ziekte besmet zijn. Met een woord gezegd, dit kruid doet al hetzelfde dat de grote of echte gentiaan vermag, maar niet zo krachtig.

De zwijnenherders van Duitsland geven dit kruid gekapt aan de varkens te eten en bewaren die daarmee van het vuur en alle diergelijke gebreken die in tijden van sterfte onder de varkens komen.

De allerkleinste gentiaan die ook zeer bitter is wordt voor een zeer goed wondkruid gehouden en de wortel daarvan gestoten en papvormig op de buik gelegd doodt de wormen. Het poeder van de wortel op de klieren en vooral die aan de hals komen gestrooid geneest die. Het poeder van deze wortel met honing vermengt neemt alle plekken en besmetting van de huid weg en heelt allerhande zeren.’

48. Uit W. Curtis.

Gentiana verna, L. (vroeg, voorjaar) Onderste bladen staan in een rozet en zijn heldergroen, elliptisch/lancetvormig met 3 nerven, in het midden het breedst en aan beide einden smal toelopend, tot 3cm lang, stengelbladeren zijn kleiner en spatelvormig. Een van de kleinste vormen.

Stengels zijn bossig, kruipend en wortelend en een bloemig, zodenvormend.

Donker hemelsblauwe zijn eindstandig en alleenstaand, 2-3cm in doorsnede met eironde, stompe slippen, aanhangsels van de bloemkroon 2speltig, smal gevleugelde kelk met lancetvormige, spitse slippen in april/juni en vaak nog eens in augustus. Apart is de vroege door zijn mooie blauw en stervormige bloem, die kleiner is dan de stengelloze.

Het is de meest verspreide gentiaan in de Alpen, verder in de Pyreneeën, Karpaten, Balkan en Kaukasus, 5-10cm hoog.

Var. alata met smallere en spitsere bladeren, grotere en donkerder bloemen en iets later bloeiend met breed gevleugelde kelk.

Var. alba met helder witte bloemen.

Var. angulosa met kantige stengels, elliptische tot langwerpige bladeren die stomp zijn, stengelbladeren 204maal kleiner, bloemen donker hemelsblauw met eivormige, stompe tot spitse gaafrandige en wat getande slippen, kantige kelk die breed gevleugeld is met lancetvormige, spitse slippen. Hiertoe behoort de vorm ‘Acutifolia,’ waarvan de bladeren smaller en toegespitst zijn.

Var. lactea met blauwachtig/witte bloemen.

Var. lilacina met lila/blauwe bloemen.

Var. subcaerulea met lichtblauwe bloemen.

Var. tergestina (van de stad Triest) van 3-10cm hoog, hiervan zijn de bladeren aan de voet het breedst, grotere bloemen dan het type met eivormige, spitse slippen en breed gevleugelde kelk.

Meerjarig.

Naam, etymologie.

Menige volksnaam duidt op zijn groeiplaats waarbij allerlei samenstellingen met riet, weide en moeras voorkomen.

(Dodonaeus) (a) ‘Sommige noemen dit gewas in het Hoogduits Himmelstengel naar de hemelsblauwe bloempjes.’ Op de blauwe kleur slaan vele namen die met hemel en sleutel in verband staan, zoals fior de santa crocem, Himmelstengel en Blaueli. Nar de blauwe kleur heten ze in Duits verder Blaw, Lilia, blaue Nageli, blaue Junkerblume, blaue Nagerl, Zwitsers Himmlbleaml, Himmelsblueli, Himmelsbluemli, Himmelssternli. Herrgottsliechtli, Tintabluoma of Himmelsstengel.

(b) Omdat de blauwe bloemen zo afgeven wordt het soms ook Hosefarberle genoemd Dinteblume of Tintebluemli. De bloei is vroeg en in sommige jaren kunnen de paaseieren met zijn bloemen geverfd worden.

Naar of gebruik bij dieren, Kalberschiss, Krabenfuss, Krahnfuss, Rabennagerl, Rossnagel, Saubleaml.

(d) In verband met schoorsteen, Rauchfangkehrerl, Hausabrenner, Schuafterbleaml, Schuasternagerl.

(e) Genezend, Steh auf und wandle, verder, Schusternagelen, Wetternageln, Schneiderle en Stirrenaugle Glasviolen, Guckermagerl, Kronveigerl, Franzosenagala, Hosaiuckerle, Zwitsers Stiefele, Brendelblume of Wetter- oder Blitznagele uomdat men op vele plaatsen overtuigd was dat wie de bloemen in huis brengt daarmee veroorzaakt dat de bliksem in huis slaat, aan de andere kant was men er van overtuigd dat iemand sterven moest als men een plant afplukte.

(f) Voorjaarsgentiaan, Duits Frhlings-Enzian, Engelse spring gentian en Lucy of Teesdale.

48. uit education.enviroment.ecoles.over-blog.com

Gentiana brachyphylla subsp. favratii, Ritt. (Louis Favrat, Zwitserse botanicus, 1827-1893) (Gentiana verna L. subsp. favratii (Rittener) P. Fourn)

Bladeren staan in dichte rozetten en zijn stijf, eivormig tot bijna rond met smal toelopende voet, stomp en glanzend donkergroen, 1cm lang.

De alleenstaande hemelsblauwe bloemen zijn kort gesteeld en 2-2.5cm in doorsnede, het aanhangsel van de bloemkroon is zeer kort en meestal 2spletig, kelk met driehoekige/lancetvormige spitse slippen in juli/augustus.

Uit de Alpen en Pyreneeën, Kaukasus en Klein Azië, wordt 3-6cm hoog.

49. Uit Saint-Hilaire baviere.

=Gentiana bavarica, L. (uit Beieren) Bladeren staan niet in rozetten, de ondersten zijn kleiner dan de bovensten, omgekeerd eivormig tot spatelvormig, stomp en helder groen, 1-1.5cm lang.

Zodenvormende plant met opgerichte en bebladerde stengels met 1 bloem.

Donkerblauwe bloemen van 2.5cm lang met omgekeerd eivormige, stompe en soms wat getande slippen, aanhangsel van de bloemkroon zijn kort te 2speltig, kelk is ongevleugeld tot zeer smal gevleugeld met lancetvormige, toegespitste slippen in juli/september.

Vochtige plaats.

Uit de Alpen, Apennijnen en Karpaten wordt 5-15cm hoog. Is beschreven in 1775.

Var. discolor verschilt doordat de bloemen van binnen wit zijn en aan de buitenkant zacht lila/blauw zijn.

Beierse gentiaan, Bavarian gentian. Bayerische Enzian.

50. uit commons.wikimedia.org

Gentiana pumila, Willk (klein) Onderste bladeren staan in ene rozet en zijn lijnvormig en spits, zwak eennervig en tot 1.5cm lang en 1-1.5mm breed met smalle, droog vliezige rand, de onderste bladeren van de rozet zijn groter dan de bovenste, stengelbladeren zijn kleiner.

Korte opgerichte stengels met 1 bloem.

Eindstandige hemelsblauwe bloemen zijn 1.5-2cm in doorsnede met 5 ei/lancetvormige spitse slippen, aanhangsel van de bloemkroon is kort en 2spletig, zeer smal gevleugelde kelk die vaak violet is, kelkslippen zijn lijn/lancetvormig en spits in juli/augustus.

Kalkrijke plaatsen waar het toch nog lang duurt voor ze goed aan de groei zijn.

Uit Oostenrijke en Z. Alpen wordt 4-12cm hoog. Is beschreven in 1817.

Niedriger Enzian.

51. Uit Redoute.

Gentiana acaulis, L. (stengelloos) Het is de bekendste lage gentiaan in hemelsblauw.

Een mooi laag plantje die geschikt is voor de rotstuin.

Uit de rozet ontvouwen de diepblauwe trompetjes zich in april/mei en soms zelfs nog eens in de nazomer, heeft groene vlekken in de keel, het verschil met Gentiana clusii.

Houdt van vochtige, klei houdende zure grond in de volle zon van Alpen en Pyreneeën

Het is de blauwe gentiaan die door de toeristen aanbeden wordt. De stengelloze soort is al eeuwen in cultuur. In Engeland is het gewas al zo lang geleden geïntroduceerd dat zijn vermelding van binnenkomst verloren is gegaan.

Kweekvormen zijn in de regel selecties en door al die vormen, andere omstandigheden en dergelijke is de plant enorm variabel geworden, er zijn nu zelfs vormen met stengeltjes.

Naam.

Kochs gentiaan, stengelloze gentiaan, Duits Stngelloser Enzian, Silikat-Glocken-Enzian, (groeit op silicaatgronden), Bittersuss in Tirol, Fingerhut, Glocken, Glocken-Enzian, Glogga, Guguhandschuh, Junckersblum, Zittwurzen, stemless gentian, gentianelle in Engels. Lobel: ‘Gentianelle Helvetia met purperen bloemen van klokjes’.

Vormen.

Vaak worden vele gentianen verkocht onder de verzamelnaam acaulis, waar meer soorten zijn inbegrepen als G. clusii en G. kochiana.

Deze vormen kunnen gescheurd worden en als randplant gebruikt.

Hybriden zijn waarschijnlijk ontstaan uit kruising van clusii x angustifolia, van angustifolia heeft het de onderaardse worteluitlopers, van clusii de mooi gekleurde bloemen. In de tuinen komt de plant vaak voor onder de foutieve naam G. acaulis.

Bladeren staan in rozetten en zijn glanzend donkergroen, stijf en elliptisch, spits, naar de voet smal toelopend en 2-5cm lang, 8-16mm breed.

Kort gesteelde donker hemelsblauwe bloemen zijn ca. 5cm lang en donkerder gevlekt met eivormige, spitse slippen, aanhangsels van de bloemkroon ongelijk en driehoekig, kelkslippen eivormig en spits, van de bloemkroon afstaand in mei/juni.

Kalkhoudende, kleiachtige grond.

52. uit www.rotstuin.eu

Gentiana angustifolia, Vill. (smalbladig) Bladeren staan in rozetten en zijn slap, glanzend groen, smal langwerpig tot spatelvormig, naar de voet smal toelopend, 2-5.5cm lang en 5-9mm breed.

Vormt ondergronds uitlopers .

Alleenstaande bloemen zijn kort gesteeld, 4-5cm donkerblauwe bloemkroon met spitse slippen en in de keel wat groen gevlekt, elliptische kelkslippen zijn stekelpuntig en afstaand in mei/juni

Dit is een van de gemakkelijkere tuinsoorten en een soort die het liefst op kalkhoudende gronden groeit.

Het is een van de mooiste vormen uit dit geslacht, wel eenjarig.

Uit de W. Alpen wordt 5-10cm hoog. Is beschreven in 1819.

53. uit tapazvaldoten.altervista.org

Gentiana kochiana, Perr. & Song. (W. D. J. Koch, Duitse botanicus, 1771-1849)

Sterk groeiende plant met bladeren in rozetten

Slappe bladeren zijn geelachtig/groen, elliptisch eivormig tot omgekeerd eivormig, 4-15cm lang, stomp met gladde rand.

Alleenstaande, donker hemelsblauwe bloemen zijn kort gesteeld en 5-6cm lang, van binnen olijf/groen gevlekt, korte kelkslippen zijn spatelvormig en meestal spits, wat van de bloemkroon afstaand in juni/juli.

Uit de Alpen, Jura, Pyreneeën en Karpaten, wordt 5-10cm hoog. Is beschreven in 1888.

Kochs gentiaan, Kochsche Enzian, Kochs Enzian, stemlees of trumpet gentian.

54. uit commons.wikipedia.org

Gentiana clusii, Per. & Song. (is zo genoemd naar de grote Clusius of Charles de lcluse, Vlaamse botanicus, 1525-1609 die de plant voor het eerst beschreef)

Een rozetten vormende plant die maar een 10cm hoog wordt.

Bladeren zijn leerachtig, stijf en donkergroen, lancetvormig tot elliptisch, aan beide einden toegespitst.

Korte en kantige stengel.

De alleenstaande en kort gesteelde hemelsblauwe bloemen zijn 5-6cm lang, van binnen wat olijf/groen gevlekt, aanhangsels van de bloembladeren zijn stomp, kelkslippen lancetvormig en toegespitst, tegen de bloemkroon aangedrukt in mei/juli.

Kalkhoudende grond.

Deze plant behoort, net als Gentiana acaulis, tot de gebergten van Midden en Zuid Europa. Is beschreven in 1888.

De grootbloemige met smalle bladeren is Gentiana clusii. Bauhin vermeldde het als Gentiana alpina angustifolia magno flore. Die met brede bladeren, Gentiana alpina latifolia magno flore, was Gentiana kochiana. Grootbloemige gentiaan, Engels trumpet gentian, sweet lady, Clusius gentian, Duits Echter Alpenenzian, Kalk-Glocken-Enzian, ook Stngelloser Enzian.

55. uit gentian.rutgers.edu

Gentiana alpina, Vill. (uit de Alpen)

Bladeren staan in een rozet en zijn blauwachtig/groen, leerachtig en breed eivormig, stomp, 1.5-4cm lang, stengelbladeren zijn elliptisch en spits, 8-15mm lang.

Vormt ondergronds uitlopers.

Alleenstaande bloemen zijn zeer kort gesteeld, 2-4cm lang met afgeronde slippen, donker hemelsblauw met groen gevlekte keel, korte kelkslippen die breed lancetvormig zijn, stomp in juni/juli.

Uit Alpen en Pyreneeën, wordt 4-8cm hoog.

Arctic gentian, Alpine gentian. Alpen Enzian.

Overige.

Uit commons.wikimedia.org

Gentiana brachyphylla, Vill. (korte bladen) uit de Alpen wordt 3-6cm hoog.

Bladeren zijn wortelstandig en dicht op elkaar geplaatst, allen ongeveer even groot en glanzend blauwachtig/groen, eivormig/driehoekig tot bijna rond, stomp tot kort toegespitst, 1cm lang en 0.5cm breed.

Zodenvormende plant met korte stengeltjes.

Alleenstaande donkerblauwe bloemen zijn zeer kort gesteeld, 2.5cm lang en 1.5-2,5 cm breed met ei/lancetvormige, stompe slippen, kelk is ongevleugeld tot zeer smal gevleugeld met driehoekige/lancetvormige, spitse slippen in juli/augustus.

Kalkarme en wat vochtige plaats.

Naam.

Blaueli in Zwitserland, Engelse small leaved gentian. Kurzblatt Enzian.

Uit www.ncbpt.org.uk

Gentiana farreri, Balf. (Reginald J. Farrer, Engelse plantenverzamelaar en botanicus in China, 1880-1920)

Onderste bladeren zijn lijn/lancetvormig en spits, zittend en 2-4cm lang, 2mm breed, bovenste omgebogen.

Liggende tot opstijgende stengels zijn dun en vertakt.

Eindstandige, alleenstaande donkerblauwe bloemen met witte keel zijn kort gesteeld met 4-6cm lange bloemkroon, 3cm breed met sterk naar buiten gebogen eivormige, stompe slippen, kelkslippen zijn zeer lang lijnvormig en toegespitst in augustus/september.

Groeit gemakkelijk in kalkarme grond.

Uit Kansu en Tibet, wordt 15-25cm hoog.

Uit www.arrowheadalpines.com

Gentiana x hexa-farreri Weeks. = kruising van hexaphylla x farreri. Gewonnen door A.G. Weeks Esq te Limpsfield Common, Engeland, wordt 15-25cm hoog.

Liggende tot opstijgende stengels zijn sterk bebladerd en eindigen in een groene opstaande bloem.

Lijnvormige bladeren.

Hemelsblauwe bloemen zijn van binnen geelachtig/groen gestreept en aan de buitenkant blauw gestreept, witte keel die wat blauw gestreept is in juli/augustus.

Is in alle delen groter dan hexaphylla en lijkt in groeiwijze meer op sino-ornata.

Uit www.botanicalgarden.ubc.ca

Gentiana macaulayi Macaulay. (gewonnen door R. Macaulye, Esq te Kirman, Argyll, Schotland) =kruising van sino-oranta x farreri en wordt 15-25cm hoog.

Lijkt in groeiwijze op farreri door de omgebogen bladeren, maar met grotere en donkerder blauwe bloemen in augustus/september.

Uit www.abc.se

Gentiana hexaphylla, Maxim. (met zes bladeren)

Gemakkelijk groeiende zodenvormende plant met liggende stengels waaraan 6 bladeren in een kransen staan.

Geen wortelbladeren, bladeren zijn lijn/lancetvormig tot lijn/spatelvormig met smalle, witachtige rand, 1cm lang en 4mm breed, aan de voet schedevormig vergroeid.

Licht blauwe bloemen zijn alleenstaand en zittend, 4-4.5cm lang met 6 eironde aan de buitenkant groen gestreepte slippen, aanhangsel van de bloemkroon is kort en gekarteld met 6 lijnvormige, stompe stekelpuntige slippen in juli/augustus.

Uit Szechuan en Tibet ,wordt 15-20cm hoog.

Uit C. Lindman.

=Gentiana nivalis, L. (sneeuwwit) is een eenjarige sierlijke plant van 5-15cm hoog.

Heeft vaak van de grond af aan vertakte veelbloemige stengel

Grondbladeren staan in rozetten, stengelbladeren zijn lancetvormig.

Bloemen zijn kort gesteeld, kroon is diepblauw en 8-15mm breed, 15mm lang met 5 stervormige lancetvormige blaadjes die vaak propellerachtig gedraaid zijn in juni-augustus.

Komt voor in de bergen van Midden en Z. Europa, 1.300-3.000m.

Sneeuw gentiaan, Schnee-Enzian, Himmelstengel en Kelberberschis.

Uit nl.wikipedia.org

Gentiana orbicularis L. (ronde bladeren) is een meerjarige kruidachtige plant van 30-80mm.

Heeft een korte stengel.

Grondbladeren zijn 4-10mm lang, rondachtig en verkeerd eivormig, in het midden het breedst, donkergroen.

Alleenstaande bloemen staan aan het bovenste bladpaar, diepblauw, juli-augustus.

Groeit in de Alpen en bergen van Z. Spanje tot Balkan.

Rundblattrige Enzian.

Uit F. Vietz.

Gentiana pannonica Scop (uit Hongarije) is een meerjarige kruidachtige plant van 20-6cm.

De krachtige stengel gaat recht omhoog

Kruisstandige bladeren zijn lancetvormig en 5-7nervig.

Bloemen in bovenste bladoksels en opgehoopt aan stengeleind, klokvormig en 50mm lang, 5-9delig, roodviolet met vele donkere punten en van binnen geelachtig, juli-september.

Groeit in de O. Alpen, Karpaten en Siebenbergen.

Ostalpen-Enzian, Pannonischer Enzian of Ungarischer Enzian. Brown of Hungerian gentian.

Uit en.wikipedia.org

Gentiana punctata (gestippeld) L. Bloemen zijn klokvormig en vuilgeel en meer of minder gespikkeld, afhankelijk van de populatie. Ze staan omhoog aan het eind van de scheut in de bladoksels, juli-september

Kruisstandige bladeren zijn langachtig eivormig.

Groeit in de Alpen en Karpaten, Balkan op zure grond.

Gesteippelde gentiaan, spotted gentian, Topfel-Enzian, Punktierter Enzian.

Uit commons.wikimedia.org

= Gentiana purpurea L. (purperachtig) heeft krachtige stengels, 20 tot 60 cm.

De bladeren zijn ei-lancetvormig en hebben 5 nerven.

De bloeitijd is van juni tot augustus, met roodpaars gekleurde bloemen met een geur van een roos.

Groeit in de westelijke Alpen, Apennijnen en Noorwegen op kalkarme bodem op 1.200 tot 2.800 meter hoogte.

Purpergentiaan, blauwe of paarse gentiaan, purple gentian, Duitse Purpur Enzian.

Uit www.alpinegardensociety.net

Gentiana sino-ornata, Balfour. (Chinees en versierd) van 15cm. is misschien een van de mooiste gentianen.

Onderste bladeren staan in een rozet en zijn dik, donkergroen en lijn/lancetvormig, spits, 1.5-3.5cm lang en 3-5mm breed met brede voet, stengelbladeren zijn kleiner met schedevormige voet.

Liggende tot opstijgende stengels, zodenvormend.

Donker hemelsblauwe bloemen staan alleen en eindstandig met breed eivormige, spitse en omgekrulde slippen, aan de buitenkant met purper/blauwe, groenachtig/geel gevlekte strepen, aanhangsels van de bloemkroon zijn meestal gaafrandig, kelkslippen lijnvormig, kort en toegespitst in september/oktober.

Bloeit in september en gaat door tot in de herfst, Chinese herfstgentiaan, Herbstenzian. Ook zijn er hybriden van als ‘Weisser Traum,’.

Groeit in zure gronden.

Het kruid werd door de Engelse plantenzoeker Forrest tijdens zijn expeditie van 1910-1911 in China gevonden.

Uit; https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Gentiana_utriculosa_Atlas_Alpenflora.jpg

Gentiana utriculosa L. (Latijn utriculus; kleine zak of blaas, de blaasvormige kelk) Eenjarige plant van 8-20cm hoog.

Rechtopstaande en weinig vertakte en bebladerde stengel.

Eindstandige trompetvormige blauwe bloemen die diep ingesneden zijn met 5 punten.

Zittende kleine blaadjes zijn ovaal tot lancetvormig, onderste in een rozet.

Uit midden Europa.

Blaasgentiaan, Schlauch Enzian, bladder gentian, gentiana a calice renfle.

Planten.

Het zijn planten die meestal aan de omgeving zijn gebonden en dus moeilijk te kweken. Meestal groeien ze in kalkarme, kleiachtig grond op vochtige maar goed doorlaten plaatsen. Ze moeten in ieder geval een paar jaar vast staan voor ze goed aan de groei komen.

Het zaad is fijn en het duurt lang voordat ze, na gezaaid te zijn, in bloei staan. Direct zaaien of in februari, geef dan 6 weken –2 en zaai bij 15 graden. Voorzichtig scheuren in augustus/september. Stekken in mei/juni met 1% ibz.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl