Neviusia

Uit dr. Nevius.

Een mooie struik die soms geplant wordt vanwege zijn witte bloemen.

Bladverliezend, met gesteelde en verspreid staande enkelvoudige bladeren, dubbel gezaagd.

Bloemen staan in trossen of alleen staand, zijn tweeslachtig zonder kroonbladen, 5 bladachtige kelkbladen en talrijke meeldraden, vruchtbeginsel is viltig behaard, 2-4 stijlen korter dan de meeldraden.

Een zeer apart geslacht dat nauw verwant is met Kerria en Rubus.

Rosaceae.

2 soorten, Nertera cliftonii, Ertter. Uit Californië, Shasta snow wreath.

Neviusia alabamensis Gray, die gevonden wordt in Alabama bij Tuscaloosa en op Sand Mountain.

Het is een lage en gemiddelde struik van een paar meter met dunne en licht bruine, wat kantige en ruw aanvoelende en wat overhangende twijgen, jonge twijgen zijn groen en eerst behaard, later kaal.

De eivormige bladeren aan de tot 12mm lange bladstelen lijken op die van Rhodotyphus maar zijn meer dof groen, 3-7cm lang en 2.5-4.5cm breed, donkergroen en van onderen grijs/groen, eivormig, dubbel gezaagd en kort gesteeld.

Bloeit zeer rijk met wit/gele veerachtige bloemen die in groepen gearrangeerd zijn in bundels van de twijgen van vorig jaar gevormd hout. Bloemen zonder kroonbladen maar met 5 op kleine blaadjes gelijkende vlak uitgespreide kelkbladen die blijven ook na het uitbloeien nog lange tijd hun groene kleur houden en zijn aan de top scherp getand, bloemstelen zijn zeer dun en tot 2cm lang, kelk is aan de buitenzijde behaard en meeldraden iets langer dan de kelkbladen, talrijke meeldraden in juni/juli.

Zijn bloemen zijn echter meer groenachtig of smerig wit in plaats van sneeuwwit. Geforceerd komen ze wel helder wit in bloei en dan is het een mooie struik.

Kan een tot twee meter halen.

Is beschreven in 1881.

Naam, etymologie.

Neviusia is zo genoemd naar referendaris Reuben Denton Nevius die de plant vond, 1827-1913.

Engelse Alabama snow wreath en Duitse Schneelocke.

Planten.

Is mogelijk niet geheel winterhard. Maar het bloeit op de jonge scheuten als de oude afgevroren zijn.

Planten in zandige, humus houdende grond op niet te natte, goed doorlatende, beschutte en zonnige plaatsen. De struik vriest in de winter meestal voor een groot gedeelte af zodat kort gesnoeid dient te worden.

Vermeerderen door zaaien en zomerstek in juni/juli, 1% ibz.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl