Cleyera

Over Cleyera

Sakaki, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Uit J. Zuccarini, www.BioLib.de

Altijdgroene struiken.

Ongeveer 18 soorten altijdgroene struiken tot kleine bomen komen voor.

Waarschijnlijk is de volgende door de O. I. C. hier mee naar toegenomen omdat het een theeachtige is.

Theaceae.

Cleyera japonica, Dec. (uit Japan) Leerachtige, ovale, glanzende en licht gezaagde, lancetvormige altijdgroene bladeren waarin je geen nerven ziet zijn 5-10cm lang en 4cm breed.

Vele geurende bloemen in geel/wit komen in juli/augustus.

Die worden gevolgd door rode bessen die er de hele winter aan blijven.

De struik wordt een paar meter hoog, in China 10m.

Uit Japan en China, is een vertakte struik die in haar vaderland een flinke hoogte kan bereiken. Is beschreven in 1820.

Tricolor’ heeft een groene middennerf, langs de randen geel tot wit met wat ros, jonge bladeren zijn vaal geheel roodachtig. Die wordt om het blad gekweekt.

‘Variegata’ is de bonte vorm.

Naam, etymologie.

Cleyera is zo genoemd naar Andreas Cleyer, een Hollandse geneesheer en botanicus, plantenverzamelaar, ca. 1700. Duitser van geboorte en arts in Nederlands Indi, sluikhandelaar met Japan waarmee hij schatten verdiende en liet op eigen kosten planten naar Kaap de Goede Hoop verzenden.

Duits Sperrstrauch, Engels en Japans Sakaki betekent altijdgroen of altijd levende boom (sakaeru-ki),naar zijn weelderige groei of als border boom (sakai-ki) om gewijde plaatsen te markeren. Een andere aanduiding is dat de boom zich tussen de grenzen, saka, van de mensenwereld en Kami bevindt waarom zijn naam ook als 境木 geschreven wordt. Het nu gebruikte schriftteken is een combinatie van boom en Kami. Een gewijde boom in de Shinto religie met een andere altijdgroene, hinoki, (Chamaecyparis obtusa) en op huisaltaren gebruikt. Het hout wordt gebruikt als bouwwerk, huishoudelijke voorwerpen en om te branden.

Planten.

Net als Camellia houdt ze niet zo van warmte, ook niet van felle zon en af toe de bladeren besproeien.

Neem in juli 10cm lang topstek van zacht hout, het mag een beetje houtig zijn. Zitten er bloemknoppen in, haal die dan weg. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. Onderste blad er af halen, licht verwonden, zoals je met de duimnagel zou doen. Doop die onderkant in 2% ibz groeistofpoeder. Planten in stekgrond, dit is 4 delen gezeefde turfgrond met 1 deel scherp zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte en schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. De luchtvochtigheid is hoog genoeg als het plastic bedekt is met waterdruppeltjes, je kan de plant dan niet zien. De waterdruppeltjes houden ook ultraviolette stralen van de zon tegen, op droge plekken komt de zon er door en verbrandt het gewas. Je kan ook een halvarinebakje nemen, een paar cm. stekgrond erin, plastic eroverheen en vastbinden met een elastiekje Na enkele weken/maand is het stek geworteld, de plant begint dan te groeien, langzamerhand meer luchten en tenslotte het plastic eraf halen. Licht bemesten. In de winter vorstvrij houden.

Zaaien in april bij 20 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl