Ornithogalum
Over Ornithogalum
Vogelmelk, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Dit geslacht omvat een 100 soorten waarvan er in Z. Afrika al 60 soorten voorkomen, verder M. Zee en Klein Azië.
Deze groep kan zo verdeeld worden in harde en zachte groepen die elk op zich weer verdeeld kunnen worden in lage en hoge.
De hoofdkleur is wit en soms met groene strepen, verder is er geel- of roodachtig, meestal in trossen. Bladeren zijn smal en lijnvormig.
Liliaceae, Asparagaceae.
Twee soorten komen verwilderd in ons land voor, de gewone en de knikkende vogelmelk.
1. Uit Redoute.
=Ornithogalum arabicum, L. (uit Arabië) komt uit het M. Zeegebied en wordt daar 30-40cm hoog met per bloeiwijze ongeveer 10 bloemen. Het zwarte vruchtbeginsel is bij deze bloemen het meest in het oog springende gedeelte, vooral omdat dit zo'n sterk contrast geeft met de bloembladen.
Deze Arabische is hier niet winterhard. Is beschreven in 1629.
Naam, etymologie.
Arabian starflower.
(Dodonaeus) ‘Veldui van Arabië, alzo van Clusius genoemd, in het Latijn Ornithogalum Arabicum omdat ze in Arabië in het wild groeit en van daar in Turkije gebracht en voorts hier overgezonden is geweest. Dit kruid is van Matthiolus onder de narcissen gerekend, daar het nochtans totaal geen gelijkenis met heeft. Het is uit Italië gezonden met de naam van Lilium Alexandrinum net zoals de soort die van Dodonaeus hier beschreven is voor de grote veldui en uit Constantinopel gezonden wordt met de naam Zumbul Arabië, al of men hyacint van Arabië zei, te Wenen is het lange tijd Weiss Hyacinthe geheten geweest en daarna Arabische hyacint, maar de naam Arabische veldui is veel beter. De Italianen noemen dit gewas tegenwoordig jacinthe del Pater nostro, naar het ronde bolletje dat in het midden van de bloemen staat, zo Clusius meent.’
Uit L. Watson.
Ornithogalum montanum, Cyr. (van de bergen) De 5-6 bladeren zijn vlak en lijnvormig, 1-1.5cm breed zonder witte middenstreep.
Tros met 8-20 bloemen, bloemdekbladeren zijn 1.5cm lang en wit, aan de achterkant met een groene middenstreep, lijnvormige en witte schutblaadjes in mei/juni.
Bol zonder bijbolletjes.
Uit Italië, Balkan en Voor Azië, wordt 10-15cm hoog. Is beschreven in 1824.
Var. platyphyllum verschilt door de forsere groei, is in alle delen groter.
10. Uit Redoute.
=Ornithogalum narbonense, L. (uit Narbonne) (Ornithogalum pyramidale, L. (piramidevormig) De 4-6 bladen komen allen vanuit de wortel en zijn lijnvormig en gepunt, vlak en helder groen, 0/5-1cm breed en verdwijnen al gauw.
De stengel is bezet met wel 80 geelwitte sterretjes en net als bij de gewone staan de bloemen omhoog gericht en wijd open, bloemdekblaadjes 1cm lang en 3mm breed met groene middenstreep op de achterkant. In het begin van de bloei is de stengel nog vrij kort, 30-40cm, en staan de bloemen dicht opeengepakt, maar tijdens de bloei stekken ze zich, ook de bloemen komen aan langere stelen te staan en vormen zo de piramide, bloeit wel wat later, in juni.
Tot de hoger wordende en winterharde vogelmelk is vooral deze bijzonder fraaie vorm bekend die gemakkelijk een stengel van 60cm kan voortbrengen.
Uit Italië, Balkan, Kaukasus en Voor Azië.
Naam, etymologie.
Piramidevogelmelk, Duits Nickender Milchstern, Frans ornithogale fleurs pendantes, Engels Narbonne star of Bethlehem Drooping star of Bethlehem. Het is de Engelse Bath asparagus, groeit bij Bath te Engeland. Voor de bloemen openen worden ze geplukt en naar Bath en Bristol gebracht en worden gegeten als een asperge. De bollen zijn voedzaam, ze worden geroosterd en gegeten als een soort kastanje.
(Dodonaeus) (a) ‘Welke naam dit tweede gewas behoort te hebben is ons heel onbekend want het schijnt geen echt Ornithogalon te wezen. Daartussen hebben we het met de naam van Ornithogalum Narbonense laten doorgaan en zijn gesterkt om dat sommige dat zo noemen, dat is in onze taal Ornithogalum van Narbonne of van Languedoc, naar de plaatsen daar het veel groeit. Ik zou niet goed durven verzekeren dat het de Scilla Epimenidia is daar Plinius van vermaant, gemerkt dat hij er zo weinig van geschreven heeft en hij alleen ervan spreekt en niemand anders, anders zou men het wel voor een soort van Scilla of zeeui houden omdat het bloemen krijgt zoals de Scilla pleeg voort te brengen.’
Lobel :’Hyacint affodil, bij avonturen Galeni Asphodelus Hyacinthinus en Aspodelus femine Dodonaei. Veldui met gehaarde witte bloempjes van Montpellier, Ornithogalum spicatum Monspelliensium flore lacteo.’
Planten.
De vogelmelk is een winterharde plant die in het najaar 8-10cm diep wordt geplant en 10cm uit elkaar, de grotere pyramidale op 15cm. Buiten deze laatste zijn de meeste zeer geschikt voor verwildering die onder lichte schaduw kunnen groeien. O. pyramidale wordt eind juni gerooid en droog en koel bewaard tot de planttijd.
Tropische vormen.
De meeste soorten, een 70, komen uit Z. Afrika.
De meeste hebben witte bloemen, soms wit met groene strepen en variaties van geel en bruin.
9. Uit O. Thome, www.BioLib.de
Ornithogalum nutans, L. (knikkend) De 4-6 bladeren zijn lijnvormig, gekield en ca. 1cm breed, net zo lang als de bloemstengel.
Nutans betekent knikkend waardoor de groene buitenkant meer opvalt. De plant heeft 10-20 witachtige en hangende bloemen in een tros, bloemdekbladeren zijn 2.5cm lang en 8mm breed, satijnachtig wit met een brede groene streep aan de buitenkant, meeldraden met 2 tanden. De bloem richt zich naar de zon en de top is naar een zijde gekeerd in april/mei.
Witte bollen en vormt gemakkelijk bijbolletjes.
Het is de tweede vorm die men in Nederland wild kan aantreffen, hoewel veel minder.
Komt voor in de binnenduinbossen en buitenplaatsen, komt uit Klein Azië, wordt 30-50cm hoog.
Naam, etymologie.
(a) Schermdragende vogelmelk, het blad lijkt wel wat op onze uiensoorten en vandaar de naam kraaienlook bij Zutphen. Het was ook een soort uit, Duits Ackerzwiebel en Nederlandse namen zijn akermannekes en nakende mannekes.
(b) De Duitse naam Saksenster heeft het niet van de Saksers, hoewel het daar verwilderd voorkomt, maar naar de van binnen witte en van buiten groen gestreepte bloembladen, groen/wit zijn de kleuren van de Saksers.
Knikkende vogelmelk, Engelse drooping star of Bethlehem, Duitse stern von Neapel en nickende Milchstern.
(d) De naam sevenslaper en slaapmuts, Duits Siebenschlafer, Engels eleven o ‘clock lady, vergelijk Franse dame d’onze heures: 11 uur, Italiaans bella di undici ore, dama d’indici ore, latte d’ocello, dit hangt met de eigenschap van de bloemen tezamen die met zonneschijn pas tegen de middag openen en tegen de avond weer sluiten.
Zowel de gewone als de knikkende vogelmelk zijn zeer geschikt voor de beplanting in de tuin.
Historie.
De historische literatuur merkt over dit gewas onder meer op, dat de neiging aanwezig was de plant als een hyacintachtige aan te merken. Linnaeus noemt onder meer de naam vogelmelkachtige veldhyacint. Hij voegt daar (vrij vertaald) aan toe dat is ook wel te begrijpen, omdat de bloemtros erg veel overeenkomst vertoont met een hyacint.
Bijbel: Gebruik.
Vogelmelk is een bekend bolgewas waarvan de bollen, hoewel giftig, klaargemaakt zoals schorseneren te eten zouden zijn. Zijn naam duivenmest zou al teruggaan tot in de historie en al door Dioscorides gebruikt zijn. De gedroogde bollen zouden mee genomen zijn op reizen, vooral tijdens pelgrimage naar Mekka. Het groeit er dan ook zo veelvuldig dat ze de kliffen witten, als uitval van duiven. Dioscorides vermeldt dat het wel gedroogd en aan meel toegevoegd werd. In tijden van schaarste zou het in Italië nog gegeten worden. Linnaeus noemde de plant zo omdat hij geloofde dat dit de duivenmest was als bedoeld in 2 Koningen.
=Ornithogalum balansae (Franse onderzoeker Benedict Balansa, 1825-1892) (Ornithogalum oligophyllum) (weinig voorkomend blad) Dit is een van de eerst bloeiende al in maart/april.
Deze laagbloeiende vorm wordt vaak niet meer dan 10, soms 15cm hoog met prachtige en korte trosvormige witte bloemen die aan de buitenkant groen gestreept zijn, bloeit al eind februari..
Groeit zowel in de zon als in de halfschaduw.
Is uit Anatolië afkomstig.
Uit Redoute.
=Ornithogalum pyrenaicum L. (uit de Pyreneeën) De bloemstengel wordt 1 meter hoog, de bloemtrossen worden 30-50 cm groot. Na de bloei blijven de bloemen geopend.
Uit Klein Azië, M. Zeegebied, Europa.
Bosvogelmelk, Pruisische asperge of Pyreneese vogelmelk, Duits Pyrenen-Milchstern, kugelfurchtiger Milchstern, Engels Prussian asparagus, wild asparagus, Bath Asparagus, Pyrenees star of Bethlehem of spiked star of Bethlehem.
2. uit onaturzebezkomentarza.blox.pl
Ornithogalum saundersiae, Baker (Saunderson uit Toncat bij Natal in Z. Afrika die de bollen van deze soort naar Engeland stuurde in de tweede helft van de 19de eeuw) In tegenstelling tot de eerdergenoemde soorten is dit een zeer lang soort.
De bloemstengels kunnen wel meer dan een meter lengte halen.
De bloemen zijn wit groen van kleur en hebben een zwart hartje. Ze staan in een scherm bij elkaar. Dit bolgewasje kan, mits goed behandeld, tweemaal per jaar bloemen geven.
Stamt ook uit Z. Afrika, Transvaal, Natal en Zululand en is beschreven in 1894.
3 Uit Redoute.
Ornithogalum thyrsoides, Jacq. (spies bloemig) De zomerbloeiende vogelmelk wordt 40-70cm hoog met vele, 12-30, doorzichtige witte bloemen met een bruin oog. Bloeit in augustus/september.
De Kaapse vogelmelk heeft peervormige bollen en smal/lancetvormige bladeren.
Wordt hier vooral geteeld vanwege de bloemproductie.
De bollen worden meestal uit Z. Afrika geïmporteerd. Is beschreven in 1757.
Deze, niet winterharde vogelmelk, werd in 1605 ingevoerd.
Vormen.
De cv. ‘Giant’, en ‘Star of Good Hope,’, de eerste is zuiver wit en de tweede ivoorwit met een brons-bruin centrum.
Kleuren.
Als snijbloem wordt de plant in kassen gekweekt en in bloei getrokken. Door wat kunstgrepen uit te halen kan je bloemen in allerhande kleuren krijgen. De bloemen worden een nacht op een kleurwatertje gezet waardoor de bloemen die kleur van het betreffende water aannemen en zo zijn er allerhande kunstmatige kleuren voor de handel. Kenmerkend aan deze snijbloem is de lange houdbaarheid, zonder al te veel problemen staat een bos drie weken op de vaas.
Naam.
Kaapse vogelmelk of zuidewindlelie. Een Z. Afrikaanse naam is tjinkerinkie waar de Engelsen chinchinerinchee of chincherinchee van gemaakt hebben, dat is ook de Duitse naam. De naam wordt verklaard door het geluid dat de stengels maken als ze tegen elkaar aan schuren.
7. Uit Redoute.
Ornithogalum umbellatum, L. (waarbij umbellatum betekent dat de bloemen in een umbel of scherm zijn verenigd) wordt daarom ook wel schermbloemige vogelmelk genoemd, Dolden-Milchster, Frans ornithogale en ombelle.
De 6-9 bladeren zijn lijnvormig en langer dan de stengel, slap en gekield, 4-8mm breed, donkergroen met een witte middennerf, allen komen vanuit de wortel.
Schermvormige tros van 10-20 witte bloempjes, bloemdekblaadjes zijn 1.5-2.5cm lang en 4-8mm breed, meeldraden zonder tanden in april, mei. De bloemen bezitten een groene buitenkant die meestal niet opvalt omdat ze zodra de zon schijnt wijd open naar de hemel gericht staan. 7, De bloempjes openen zich pas tegen elf uur en sluiten zich als de zon weg is of gaat.
Verwildert gemakkelijk door de vele bijbolletjes. Om die reden wordt de plant in de tuin om de paar jaar gerooid omdat de plaats wel erg vol wordt. De breed eironde bolletjes zijn wat geel van kleur, 2-3cm groot.
Dit is een bolgewasje dat afkomstig is uit de landen rondom de M. Zee, Balkan, Kaukasus, midden en Z. Rusland, wordt 15-30cm hoog. In natuurlijke staat groeit de plant op steenachtige- en cultuurgronden. Linnaeus noemt ons land als een van de plaatsen waar het groeit in zijn Zwiebelgewachse uit 1784.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘De eerste van deze twee soorten wordt gewoonlijk in Brabant veldui genoemd. De eerste soort alhier van Dodonaeus beschreven schijnt Lobel voor de churlos en oignon blanc champestre te houden en in het Hooghduits Weisz Feldzwibel, ja ook Ackerzwibel te noemen.’
Onze akerman, Fries gersstjer, Duitse Ackerzwiebel, weiss Feldzwiebel, Dolden Milchstern.
Dodonaeus (b)’Het is van ons in het Latijn Bulbus Leucanthemus minor of Ornithogalum minus genoemd, andere noemen het ook Ornithogalum album of witte Ornithogalum welke naam de tweede soort ook toekomt.’
Ornithogalum is een naam die van het Griekse woord voor vogel komt: ornus, en gala: melk, sommige soorten hebben melkwitte bloemen, vogelmelk, Duits Milchstern, Huhner- of Vogelmilch, Frans lait dկiseau. Vermoedelijk is het laatste deel naar de slijmerige stof die zich in de stengel bevindt en tot draden uitgetrokken kan worden, vandaar de volksnaam snotters. Lobel; ‘En hoewel Ornithogalum zijn naam heeft vanwege de melkachtige witheid zodanige als men ziet in de vleugels of eieren van de kippen en niet in hun melk want dat hebben ze niet.’
Dodonaeus ’De tweede en grootste soort (mogelijk (O. nutans) is ook een soort van veldui en we noemen het Ornithogalum majus, dat is grootste veldui of Bulbus Leucanthemus major. Dan meest alle kruidbeschrijvers hebben deze bloem Lilium Alexandrinum genoemd, dat is lelie van Alexandri al of ze eerst van Alexandri hier te lande gebracht is welk Alexandrië een stad van Egypte is niet ver van de mond van de rivier Nijl die men Canopus noemt gelegen, er is ook noch een ander Alexandria in het landschap van Itali dat men Lombardije noemt. Matthiolus heeft dit kruid voor geen Ornithogalum gehouden maar heeft het onder de narcissen gerekend en Narcissus quartus, dat is de vierde narcis genoemd.
Beide deze bloemen zijn voor de Ornithogalon van de ouders te houden die Plinius Ornithogale noemt. Maar de grote komt met de beschrijving die Dioscorides er van geeft veel meer overeen gemerkt dat hij langer van steel is, de kleine of de gewone veldui is nochtans een medesoort van Ornithogalon gemerkt dat de beschrijving van Ornithogalon (vooral zo Plinius die geeft) met die zeer goed overeen komt, want Plinius schrijft niet dat Ornithogale een steel van vier en dertig cm lang heeft (als Dioscorides zegt) maar alleen een vijftien cm hoog zoals gans is de steel van onze gewone veldui of kleine Ornithogalum. Dan om de beschrijving van deze kruiden breder uit te leggen zo is te weten dat Dioscorides zijn Ornithogalon beschrijft met een tere dunne steel die wat witachtig is en bij de vier en dertig cm lang en naar boven in drie of vier kleine scheuten of zijstelen geeft daar de bloemen op staan die van buiten graskleurig zijn en van binnen sneeuwwit of eigenlijk melkwit van kleur waartussen een hoofdje is dat doorsneden en gekerfd is als de Cachrys. De wortel is bolachtig of uiachtig.
Plinius beschrijft de Ornithogale met de navolgende woorden: ԏrnithogale, zegt hij, heeft een tere witte steel van een vijftien cm hoog, de wortel is uiachtig, zacht of week en met drie of vier kleiner bolletjes begroeid.’
(d) Aar van Maria, morgenster of ster van Bethlehem, Duitse Stern von Bethelem, Frans etoile de Bethleem, epi de la Vierge, Engels star of Bethlehem. De bloemen suggereren de gepunte ster van Bethlehem die over de geboorteplaats van Christus zou hangen. Want nadat ze de wijzen naar het kind heeft geleid barstte ze uit elkaar zodat de grote velden bedekt werden met deze bloem. Symbool van ‘gids’, symbool van zuiverheid.
(e) Het is de Engelse eleven oգlock lady, Jack go tot bed at noon, sleepydick, nap-at-noon, doveճ dung, de Franse belle dկnze heures, dame dկnze heures.
Werking.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Van de krachten en werking en gebruik van deze veldui en zijn medesoorten weet ik niets anders te schrijven dan hetgeen dat Dioscorides ervan verhaalt die zegt dat de vrucht van Ornithogalum met het brood gebakken plag te worden in oude tijden als het Melanthium, dat is narduszaad, en dat de uiachtige wortel zowel rauw als gekookt of gebraden of anders gaar gemaakt en bereidt gegeten of voor spijs gebruikt plag te worden. ‘
Gekleurde vormen.
Hoewel we net gezien hebben dat ze in allerhande kleuren geverfd worden zijn er zuidenwind lelies in alle kleuren van de regenboog. =Ornithogalum miniatum Jacq. (klein) is bijvoorbeeld oranje en er zijn Z. Afrikaanse soorten met gele, crème of kakikleurige bloemen hoewel die hier niet verkrijgbaar zijn.
Uit; http://hortuscamden.com/plants/view/ornithogalum-dubium-houtt
Ornithogalum dubium Houtt. (twijfelachtig, niet overeen komend, met de anderen) bolachtige meerjarige komt ook uit de Kaap, wordt 50cm hoog.
3-8 geelgroene bladeren.
Cilindrische tros van 5-15 oranje, rood tot gele bloemen in de winter of voorjaar.
Sun star, orange star flower.
Planten.
In buiten kan het laat in april geplant worden, 5cm diep en 15cm uit elkaar in de volle zon. De bloei valt dan in augustus/september. In november worden de bollen uit de grond gehaald, zonder het blad af te snijden. Het afrijpen gebeurt op een droge en warme plaats, hierna worden de bollen schoongemaakt en zeer droog bewaard, in die tijd is de bol vatbaar voor schimmels. Deze plant is hier niet winterhard.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl