Gypsophila

Over Gypsophila

Gipskruid, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit luirig.altervista.org.

100 soorten van zeer vertakte en spreidende struiken komen voor in dit geslacht, Europa, Azi en N. Afrika.

Ze bezitten maar weinig bladeren tijdens de bloei en een blauwe gloed ligt over het fragiele bladerkleed. Een mist effect hebben ze tijdens de bloei.

Eenjarige of overblijvende kruiden, meestal met smalle en blauwgrijze tegenoverstaande bladeren, 10-150cm.

De kleine bloempjes zijn meestal wit of lichtroze.

Caryophyllaceae, anjerfamilie.

=Gypsophila acutifolia, Fisch. (scherp gepunte bladeren) Blauwachtig/groene bladeren zijn lijn/lancetvormig en spits, meestal met 3 nerven.

Opgerichte stengels zijn vanonder af aan sterk vertakt.

Bloemen van 1cm in doorsnede staan aan klierachtige bloemsteeltjes en vormen samen een grote losse tros, bloembladeren zijn 5-8mm lang, zacht lila/roze, klokvormige kelk die tot op de helft gespleten is, wit met 5 rode of groene strepen, spitse en vliezig gerande kelkslippen met omgebogen top in juli/oktober.

Uit Kaukasus, Z en O. Rusland, wordt 80-125cm hoog.

Sharp leaved ghypsophila.

Gypsophila acutifolia Fischer ex Sprengel var. gmelinii (Johann Georg Gmelin, Duitse botanicus, 1709-1755) (Gypsophila gmelinii, Bunge.) Bladeren zijn blauwachtig/groen, lijnvormig en dik, gekield, stomp en min of meer driehoekig.

Opgerichte stengels zijn onderaan houtachtig en bovenaan vertakt.

Grote losse tros van talrijke zacht roze bloempjes met uitgerande bloemblaadjes die ongeveer twee maal zo lang zijn als de kelk in juni/augustus.

Uit Midden en Z. Rusland, Siberië

wordt 25-40cm hoog. is beschreven in 1831.

Var. cespitosa wordt ongeveer 15cm hoog en vormt dichte zoden met kleinere bloempjes.

Uit ogorodnik.in.ua

Gypsophila altissima, L. (zeer hoog) Omgekeerd lancetvormige bladeren hebben 3 nerven en zijn 5-9cm lang, 0.5-1cm breed.

Opstaande stengels zijn vanaf het midden sterk vertakt en klierachtig behaard.

Grote trossen van talrijke witte bloempjes met wigvormige bloembladeren, 3-4.5mm lang, kelk is tot op de helft gespleten met eivormige, stompe en wit vliezig gerande slippen in juli/september.

Uit Rusland, Turkestan en midden Azië wordt 40-80cm hoog.

Var glabra heeft iets grotere bloemen en is geheel onbehaard.

Uit nitelyechos.blogspot.com

Gypsophila aretioides, Boiss. (Aretia-achtig) Zeer kleine bladen staan dakpansgewijze, zijn dik en langwerpig, driehoekig en stomp, naar binnen gebogen.

Langzaam groeiend plant die dichte en stijve, stengelloze zoden maakt.

Alleenstaande bloempjes zijn kort gesteeld met lila/witte en langwerpige bloemblaadjes, kelk is tot op de helft gespleten met eivormige, stompe en wit gerande tanden in juni/augustus.

Uit N. Perzië wordt 3-5cm hoog.

Uit; http://www.nicheplanter.dk/index.php?page=g-i

Gypsophila cerastioides D. Don. (als Cerastium) Lage vorm vormt zoden van 5-10cm hoog.

Gesteelde, lepelvormige en behaarde bladeren.

Witte en lila gestreepte bloemen in losse schermen in mei-juni.

Rotsplant uit de Himalaya.

Kruipend gipskruid, kuikenkruid, chickweed baby’s breath.

Uit Favourite flowers of garden and greenhouse.

=Gypsophila elegans, Bieb. (sierlijk, bevallig) De plant is duidelijk vorkvormig vertakt.

In het kant zitten fijne bolletjes verwerkt, wit tot licht roze in juli/augustus.

Wordt ter plaatse gezaaid.

Een elegante eenjarige van 50cm. hoog.

Uit Klein Azië is beschreven in 1828.

'Roem van Rijnsburg,' wordt in dat bollengebied als snijbloem gekweekt.

Annual baby’s-breath, showy baby’s-breath.

Uit J. Kops.

Gypsophila muralis L. (van de muren) is een wilde vorm van 5-15cm hoog en in de tuin wel veel hoger.

Vanaf de voet een gaffelvormig vertakte stengel.

De lijn- tot lancetvormige, 5-20mm lange en 0,2-2mm brede, tegenoverstaande bladeren hebben geen steunblaadjes.

Donkere geaderde, roze, soms witte, bloemen in juni-oktober

Komt van naturen voor in Eurazi op drooggevallen plaatsen, uiterwaarden.

Naam.

Duits Mauer-Gipskraut, Engels low baby’s breath, annual gypsophila, Frans gypsophile des murs, gypsophile des moissons.

Uit www.kraeuter-und-duftpflanzen.de

Gypsophila oldhamiana, Miq. (R. Oldham, Engelse plantenverzamelaar, 1837-1864) Lancetvormige, spitse 3nervige bladeren zijn stengelomvattend, olijf/groen, de bovenste lijnvormig.

Opstaande stengels zijn rond en sterk vertakt.

Losse tros van 0.5cm grote zacht geurende roze bloempjes met witte keel, de gedeeltelijk vliezige kelkslippen zijn driehoekig en spits in juli/september.

Uit Mandsjoerije, O. China en Korea, wordt 70-90cm hoog. Manchuria babyճ breath.

Uit www.7flowers.ru

Gypsophila pacifica, Kom (vreedzaam) Dikke groene bladeren zijn blauwgroen en langwerpig, 3-8nervig.

Opgerichte stengels zijn sterk vertakt.

Grote losse trossen van lila/roze bloempjes met klokvormige kelk en ei/lancetvormige, groene tot purperen slippen in augustus/oktober.

Uit Mantsjoerije, O. China en Korea wordt 70-90cm hoog.

Uit J. Kops.

Gypsophila paniculata, L. (trosvormend) Het blad is grijsgroen en van een waslaag voorzien, lijn/lancetvormig en toegespitst met meestal 3 nerven, zitten en 7cm lang, 0.5-1.5cm breed.

Grote tros van talrijke kleine, helder witte bloemen met bloemblaadjes van 2-4mm lang, stomp en niet uitgerand in juni/augustus.

Het is een sterk groeiende en sterk vorkvormig vertakte, meerjarige plant van 1m uit Z. Europa, Siberië.

Var. effusa (uitgegoten) verschilt doordat de planten in alle delen iets groter is.

Var. pleniflora verschilt door de dubbele sneeuwwitte bloemen. Gewonnen door Messrs Thompson, kwekers te Wimbledon, Engeland. Hiertoe behoort de vorm ‘Ehrlei,’ met veel groter en dubbel zuiver witte bloemen. Gewonnen door George L. Ehrle, kweker te Richfield in N. Amerika. Rosenschleier,’ is mogelijk een kruising blijft lager met talloze dubbele zacht roze bloemen. In de handel gebracht door K. Foerster, liefhebber/kweker te Bornim, Duitsland.

‘Bristol Fairy,’ met grotere bloemen.

Var. semiplena met half dubbele bloemen.

De adem van een baby die door de vorst een besuikert aanzien geeft op een wazig blauwe ondergrond. Over het geheel ziet het gewas er blauwachtig uit, wat een indicatie is van zijn groeiplaats, de Siberische steppen. Het is een karakteristieke plant van de steppen in O. Europa en Siberië die, als ze in de herfst door de wind zijn los gewaaid, over de steppen rollen en tot grote ronde bollen gevormd worden, zogenaamde steppeheksen, tijdens dit rollen strooien ze hun zaden uit.

Naam, etymologie.

Gypsophila komt van het Griekse gypsos: kalk, en phileo: houden van, een verwijzing naar de meest geschikte gronden.

Gipskruid, Engels chalk plant, Duits Gypslieb of Rispige Gypskraut, Rispen Gipskraut, Franse gypsophile brouillard.

Sluierkruid. Duits Schleierkraut, Engels tall babyճ breath, double snowflake, bevertjesplant of bruidsluier.

Uit www.biolib.cz

Gypsophila petraea, Reichb (van de rotsen)

Zodenvormende soort met opgerichte tot opstaande stengels, rond met weinig bladeren

Wortelbladeren staan in een rozet en zijn grijsgroen en dik, lijnvormig en wat stomp, omgekeerd eivormig.

Klokvormige kelk is violet gekleurd en generfd, meeldraden steken buiten de kroon uit waarvan 5 zonder helmknopjes in juni/augustus.

Uit de Karpaten wordt 10-15cm hoog.

Uit Curtis botanical magazine.

Gypsophila repens, L. (kruipen, reppen) Blauwachtig/groene bladeren zijn zittend en lijn/lancetvormig, spits, 1 nerf en 1.5-2.5cm breed.

Kruipend en vormt een losse zode met liggende tot wat opstijgende stengels, meestal zonder bladeren en vertakkingen, vaak roodachtig gekleurd en aan de voet houtachtig.

Losse trosjes van 1-1.5cm grote bloemen met omgekeerd eivormige bloembladeren die meestal wat uitgerand zijn, wit en vaak zachtroze geaderd, 6-7mm lang en 2-3mm breed, kelkslippen met smalle, vliezige rand in mei/juni, soms nog later.

De kruipende vorm is afkomstig uit Midden-Europa tot de Pyreneeën van 10-20cm hoog. is beschreven in 1774.

Var. erectiuscula (opgaande kolom) verschilt door de hogere stengels, bloemen in dichtere trosjes met zacht roze bloembladeren, kelkslippen met brede, vliezige rand en stekelpunt.

Var. fratensis (gevonden op Mont Frate in Z. Tirol door sir Josslyn A.R. Gore-Boothe, eigenaar van Lissadell Nurseries te Sligo, Ierland) verschilt door de lagere groeiwijze, dichte zoden vormend met 1cm grote licht roze bloemen.

Var. haplopetala (met een eenvoudige rij van bloemblaadjes) verschilt door de afgeronde bloemblaadjes waardoor de bloempjes groter en voller zijn.

Var. montana (van de bergen) verschilt door de sterkere groeiwijze, 20-30cm, met grotere trossen van iets grotere bloempjes met bloemblaadjes van 7.5cm en roze helmknopjes.

Var. roseiflora verschilt door iets grotere en helder roze bloempjes.

Var. rubriflora verschilt door de roze/rode bloemen.

Kriechende Gipskraut, Alpine gypsophila.

Gypsophila stevenii, Fisch. (Chr. Stevens, 1781-1863, Franse botanicus) Blauwachtig/groene bladeren zijn dik en lijnvormig, spits, met 1 nerf.

Opstijgende stengels.

Kleinere bloemen dan repens en losse klierachtige trossen met witte bloemblaadjes die korter zijn dan de kelk, bloemsteeltjes ongeveer tweemaal zo lang als de kelk, kelk wit berijpt met eivormige, spitse en vliezig gerande slippen in juni/augustus.

Uit de Kaukasus wordt 30-50cm hoog.

Gypsophila trichotoma Wend (driemaal gevorkt) Blauwachtig/groene bladeren zijn smal langwerpig en stomp, 5 nerven.

Opgerichte, stevige en ronde stengels zijn bovenaan vertakt.

Grote losse trossen van talrijke kleine bloempjes met licht roze bloembladeren, de achterkant is purper/roze en korter dan de kelk, kelk is 2mm lang met eivormige, stompe tanden, bloemsteeltjes zijn draadvormig en 3-4maal langer dan de kelk in juli/september.

Uit Kaukasus en Midden-Azië , wordt 60-80cm hoog. Is beschreven in 1822.

Threefork gypsophila.

Uit A. Munting.

Gypsophila struthium, Loefl (L). (In de oudheid was het bekend als struthium en is zo naar het Noorden gekomen)

Witte bloemen in juli.

Het is een halfstruik uit Spanje en N. Afrika en is in 1729 beschreven. Seifengypskraut, Egyptian soapwort root, Spanish soap root.

Gebruik.

Het kruid werd gebruikt sinds de oudste tijden. De wortels werden wel gebruikt in plaats van zeep voor het wassen. De wortel komt als Egyptische- of Levantische zeepwortel in de handel in schijven van 1‑8 cm. doorsnee. Het ruikt vaak zwak aromatisch en smaakt zoet/melig, iets scherp en bevat saponinen. De bruidsluier bevat saponinen die in water sterk schuimende collodale oplossingen geven. Deze saponine is giftig en wordt gebruikt als visvergif.

Planten.

Ze groeien allen goed in zandige, kalkhoudende grond op tamelijk droge en zonnige plaatsen. Planten moeten een paar jaar vast staan voor ze volop bloeien en groeien.

Vermeerderen door te voorzichtig scheuren in het voorjaar.

Stekken in maart of september, ibz 0.5%.

Zaaien bij 20 graden, tuinvormen komen niet zuiver uit zaad terug, de dubbel bloemige worden gent op de wortelhals van het type.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl