Oemleria

Over Oemleria

Indian plum, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Mooie bladverliezende struiken of bomen met weinig vertakte twijgen met geladderd merg. De winterknoppen hebben korte stengels en zijn bedekt met maar een paar schalen.

Bladeren zijn in de knop gevouwen en staan verspreid, kort gesteeld en gaafrandig met afvallende steunblaadjes.

Bloemen zijn eenslachtig en staan in trossen aan de vorig jaar gevormde twijgen, 15 meeldraden en 5 vruchtbladen.

Vrucht is sappig met leerachtige binnenschaal. Synoniem Osmaronia, Nuttallia.

1 of mogelijk meer soorten in W. N. Amerika.

Rosaceae.

Uit Curtis botanical magazine.

Oemleria cerasiformis Landon (kersvormig) (Osmaronia cerasiformis, Greene)

Helder groen en meestal ovale grote bladeren die zeer vroeg uitlopen, 7-10cm lang met spitse top en wigvormige toelopende bladvoet, van onderen grijs/groen en behaard.

Glanzend olijf/bruine en kale twijgen. Tamelijk kleine bloemen die met de bladeren verschijnen, 8-10mm in diameter in kort gesteelde en 5-10bloemige wat hangende trossen met schutblaadjes, geel/groen en iets geurend met buisvormige kelk.

Vrucht is blauwachtig/zwart en ovaal.

De bloemen lijken wat op Ribes americana.

Meestal is het een struik met opgaande en verwarde stengels. Kan een 2-4m hoog worden, soms boomachtig, opgaand groeiend en maakt veel worteluitlopers.

Naam, etymologie.

Osmaronia, Grieks osme: geur, Aronia, gelijkend op de appelbes.

Duitse Oregonpflaume en Engelse osoberry, Indian plum.

Oemleria, naar Duitse naturalist in Georgia Augustus Gottlieb Oemler, 1773-1852.

Planten.

Moet in de winter beschut worden en wordt soms beschadigd door late vorst omdat de bloemen en bladen vroeg verschijnen.

Vermeerderen door scheuren.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl