Sonchus

Over Sonchus

Melkdistel, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten,

Een geslacht van meestal kruidige planten. Sommige soorten van de Canarische eilanden geven een goed bladeffect.

Ze zijn één- of meerjarig en meestal min of meer succulent, soms halfheesters, 30-200cm.

Stengel is bebladerd. Blad is meestal glad en blauwachtig.

Geel bloeiend.

Meer dan 40 soorten komen voor in de oude wereld, Eurazië en N. Afrika.

Nauw verwant aan Lactuca.

Asteracea, Cichorium klasse.

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

=Sonchus arvensis, L. (van de akkers)

Bladen zijn ovaal en min of meer verdeeld tot gaaf, getand en vaak stekelig. De bovenste omvatten de stengel.

Een dunne stengel die soms 120cm lang kan worden.

Een kruipende wortel groeit zo in de korenvelden waar je in augustus de plant ziet met zijn grote gele en sterachtige bloemen.

Var. arvensis, akkermelkdistel, var. maritimus, zeemelkdistel.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Men omvat al deze kruiden met de algemene naam havicks-cruydt, in het Latijn Hieracium naar het Griekse Hieracion of, als sommige zeggen, Accipitrina. De Hoogduitsers noemen ze Habichkraut, de Engelse hawke wede. De naam Hieracion of Accipitrina, dat is havikskruid, is gekomen van het woord Hierax of Accipiter dat een havik betekent omdat men gelooft dat de haviken het sap er van tegen de gebreken van hun ogen gebruiken. De twee eerste soorten van havikskruid worden geteld onder het getal van grote havikskruid dat in het Grieks Hieracion mega heet en in het Latijn Hieracium magnum. De grote soort is in Hoogduitsland Grosz Habichkraut genoemd’.

Duits gross Habichkraut.

Dodonaeus (b) ‘Apuleius zegt dat ze soms Lactuca silvatica heten en in het Grieks Thridax agria en Picris, sommige Fransen noemen het cichoree jaulne.. Dit gewas mag ook wel wezen hetgeen dat Theophrastus Hypochoeris noemt of, zo Gaza dat uitlegt, Porcellia. (zeug) Want dat wordt ook onder de soorten van cichoreiachtige kruiden gerekend daar dit ons havikskruid een van is, in Italië noemt men ze meest alle cicoria gialla of lattuca minore’. Zeugdistel, zeugijsel of zoogdistel, Engels corn sow thistle, swine thistle, Duits Sudistel en Sogendistel.

Dodonaeus © ´Of zoals andere zeggen in het Grieks Sithilea en Sonchites’.

(d) Akkermelkdistel, Engelse field milk thistle, Duits Milchdistel, Acker-Gänsedisteln.

Gutweed.

Gebruik.

Zo was het gebruik voor alle soorten. (Dodonaeus) ‘Havikskruid is koud en verdrogend van naturen met enige tezamen trekkende kracht en daarom zegt Dioscorides is het goed van buiten opgelegd op de verhitte en ontstoken maag.

Deze kruiden zijn ook goed tegen de duisterheid en andere gebreken van de ogen als men het sap er van daarin drupt wat de mensen van de haviken geleerd hebben die hun duister gezicht met dit sap door hun eigen aard en niet te bevroeden wetenschap genezen en verhelderen plegen, zo de ouders er van geschreven hebben.

Men mag ze ook gebruiken in gebreke van de andere cichoreikruiden want sommige van deze soorten zijn zeer bitter van smaak en hebben daarom merkelijk enige hete of gemengde kracht waardoor ze afvegen, zuiveren en reinigen kunnen en de schellen of vliezen van ogen weg nemen en vooral die soort die men duivelsbeet noemt waarvan als ook van de grote soorten een water gedistilleerd wordt dat tot dezelfde dingen zeer nuttig is. Ja men gelooft dat dit kruid aan de hals gehangen de gebreken van de ogen geneest.

Dan het gedistilleerd water is veel aangenamer om in te nemen en als dat gedronken wordt verbetert het de inwendige zweren en gezwellen en geneest de hete koortsen, verzacht de smarten en pijn van het lichaam, stilt de hoest, matigt of verkoelt de grote hitte en brengt de zieke tot rust en slaap.

De bladeren gestoten of dit gedistilleerd water met doekjes opgelegd genezen de zwarte puisten, mazelen en hete uitslag. De rimpels van de huid en de plekken van het aanzicht vergaan als men die met dit water wast.

De wortel van klein havikskruid in de tanden gestoken, verzoet de tandpijn.’

Uit Fuchs.

Sonchus asper, Hill. (ruw) Bladen zijn onverdeeld of geveerd en scherp getand omvatten de stengel met ronde oren.

Stengels zijn vertakt en 60-90cm hoog.

Bloemhoofden zijn wat schermvormig en geel in de zomer.

Lijkt op de gewone melkdistel, maar verschilt door de meer gekrulde bladeren.

Eenjarig.

Naam.

Gekroesde melkdistel, Zie onder. Spiny sow thistle. Dorn-Gänsedistel.

Uit Curtis botanical magazine.

Sonchus congestus, Willd. (dicht bij elkaar staan, dit naar de bladeren) is een mooie bladplant met lange en brede ingesneden bladeren.

Opvallende trossen van gele bloemhoofdjes.

Naam.

In de Canarische eilanden is de plant bekend als pastor’s lettuce (lachuza de pastor) waar de bladeren als salade gebruikt worden.

Uit Fuchs.

Sonchus oleraceus, L., het Latijn van het laatste woord betekent eetbare groente.

Helder glanzend en vol met melkachtig sap, ook in de stengels.

Geveerd of schaatsgewijze ingesneden blad dat zacht getand is aan de rand, met twee spreidende pijlvormige oren bij de stengel, de lagere bladen zijn gesteeld.

De stengel is vertakt.

Gele bloemhoofden lijken wat schermbloemig.

Het is een eenjarige van een halve meter hoog. Een kruid dat op vele plaatsen voorkomt van Eurazië.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Deze kruiden zijn in het Grieks Sonchi en in het Latijn insgelijks Sonchi genoemd. Lobel zegt dat de echte Sonchi van de Grieken zo genoemd zijn omdat ze van zich een gezond sap geven dat de lever en de maag genezen kan’.

Sonchus is afgeleid van het Griekse somphos: week of hol naar de holle en licht breekbare stengel.

De ouden (Theophrastus) kenden een distelplant, sonchos, maar welke distel was dit? Die zou de melk bij vrouwen vermeerderen en werd graag door dieren gegeten. Het is mogelijk dat het woord afgeleid is van het Griekse soos: veilig, en echein: hebben, omdat het een gezond makend sap bevat. Duitse Sonche, Franse souche, Italiaans sonco. Lobel: ‘Want dit zijn de echte Sonchus die vol melk zijn en van de Grieken alzo genoemd παρα το σϖον χεειν omdat ze van hen een gezond sap geven dat zeer goed is tegen de brandende steken van de maag en galachtige verstoppingen’.

Dodonaeus (b) ‘Van sommige wordt het Cicerbitae, Lactucellae en Lacterones genoemd. Dan Apuleius noemt Sonchus Lactuca Leporina. De eerste soort wordt hier te lande hasen-lattouwe, hasen-struyck of konijnen-cruydt en zijn misschien genoemd naar de voor vermelde naam die Apuleius dit kruid geeft, in Hoogduitsland Hasenkohl en op het Latijns Brassica Leporina, in Frankrijk palais de lieute, palais au lievre, in het Latijn Palatium leporis, in Spanje cerrayas en cerralhas, in Italië lactucelle en in Engeland cleerbita. Dan in het Latijn noemen we die Sonchus tenerior of Sonchus laevis, dat is zachte Sonchus’.

Onze hazenlatuw: sla, Engels hare’s lettuce, hare’s colwort. Hazedistel, Duits Hasenkohl, Hasecharte, Engelse hare’s palace, als een haas er van eet als die moe is, die zo weer hersteld zal zijn, of zo genoemd omdat de haas eronder rust. De zachte plant wordt verzameld voor de konijnen. Paarden zijn er niet gek op, wel schapen en geiten, een favoriet van zwijnen.

Dodonaeus © ‘Ze heten gansen-distel, dauw-distel, melck-weye die ook veranderen naar de doornen die ze hebben of niet hebben want die heel zonder doornen zijn of immers niet vele doornen hebben heten effen gansen-distel en in het Latijn Sonchus laevis of Sonchus non aspera´.

Ganzedistel, Duitse Gansdistel bij Bock, Gausedistele, Gansezunge, Kohl-Gänsedistel. Dauwdistel, Duits Dudtistel en Sagedistel, Daudistel, Saumalk, Dudischle, Maidistel, Agarta-Distel, Maddistl, Glattdischle, Mattdistle, Milchstock. Leberdistel, Magdistel, Maidistel.

Dodonaeus (e) ‘In Italie heten ze cicerbita liscia, cicerbita gentile of soncho liscio´.

(f) ‘De tweede soort noemen we in het Latijn Sonchus aspera of Sonchus asperior, spinosior ac silvestrior, dat is wilde Sonchus, ruwe Sonchus of stekende Sonchus. (Sonchus asper) De ruwe soort noemen de Italianen sonco aspero, crespigo, crispino, seschita en latifuoli, hier te lande bij sommige oneigenlijk sure distelen, hazenhuys, hasen-struyck, maer meest scherpe ganzendistel en stekende Sonchus, in Hoogduitsland Genszsdistel, Genszdorn en Mosz-distel’.

Ruwe melkdistel, Fries stikeltiksel, Engelse sharp fringed annual sow thistle, corn of annual sow thistle, Mossdistel bij Fuchs, Stikel, Rauhe Gänsedistel, Gemüse-Gänsedistel.

Dodonaeus (g) ‘In Engeland heet het sow thistle’.

Zeugdistel of zeugdissel, Duits Saudistel, Sewdistel, Seudistel Sudistel, Sogedistel, Soegenkohl, Saumelde Engelse common sow thistle, swine’s thistle, milky tassel, wordt door hen graag gegeten.

Dodonaeus (h) ‘In Frankrijk heet het laicteron, laisseron; melkdistel, Sonchus aspera en bij sommige Endivia silvestris of, als Lobel zegt, Sonchus aspera vulgi flore Hieracij, foliis Dentis Leonis, alias Dipsaci & Lactucae, enige houden het voor Epimedium Tragi. Beide heten in Kreta zoucho´.

Gewone melkdistel, witte dissel, Engels common annual sow thistle, milk thistle of milkweed, Duits Milchdistel, Melkdissel, Franse le laiteron of lait d’ane, het sap in de bladeren,Lliteron maraîcher, laiteron annuel, laiteron lisse, laiteron des jardins, chardon blanc.

(i) De melkdistel is een van de vele samengesteldbloemige die bij verwonding een witte vloeistof afscheiden, wat melksap genoemd wordt. Het troebele sap blijkt de oorzaak te zijn van een hele rist namen. De Friezen noemen het kruid molkstikel of stikeltiksel en in Zuid Limburg spreekt men van zure melk terwijl in Twente van melkdiesel gesproken wordt en in Groningen van doorndiesel. Roggedistel, groeiplaats, doorndistel, motdissel, mellewijt of motijzel.

Spaans cerraja en bij de Russen tschistotel.

Historie.

De melkdistel volgt de mensheid waar hij gaat. Het gewas zou door de Romeinen in Engeland zijn gekomen. Voor de Romeinen was het een salade en groente met zulke klassieke aanbevelingen dat het gebruikt werd als voedsel vanwege de genezende en versterkende krachten. Dit volgens Plinius. Hij meldt dat Theseus dineerde aan een dis met de zeugdistel voordat hij de verschrikkelijke stier aanpakte die de terreinen rond Marathon vernielde. De stier werd zonder twijfel gevoed met venkel, want marathon betekent venkel. Hij ving het beest en presenteerde het aan de godin Athene, die hem het menu had aanbevolen.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Men eet deze kruiden als ze noch teer, mals en groen zijn zoals men andere moeskruiden doet. Dan hetzij dat men ze eet, hetzij dat men haar bladeren en stelen groen gestoten papvormig van buiten oplegt zijn ze zeer nuttig om alle harde zwellingen en verhitting te verkoelen omdat ze merkelijk koud van aard zijn en daarom zijn ze zeer goed op alle ontstekingen, verhitting en hete zwellingen gelegd.

Het sap van enige van deze kruiden met een sapje ingenomen of geslurpt verzoet de pijn, knaging en de brandt van de maag.

Hetzelfde sap ingenomen laat ook de voedsters veel melk in hun borsten komen.

Hier vroeger is deze ganzendistel zeer begeerd geweest voor salade, maar nu acht men die niet veel wat de naam hazensla en konijnenkruid genoeg betoont. Dan de wortels worden van de Italianen voor salade gebruikt die lieflijk zijn en goed van smaak, te weten als ze murw gekookt zijn.

De bladeren van ganzendistel gekauwd maken een goede adem en verdrijven de stank van de mond. Die gestoten en opgelegd genezen de jicht daar het gedistilleerd water van het hele kruid ook goed toe is.

Deze kruiden heel in wijn gekookt en dan gedronken stelpen allerhande buikloop en ook het braken en opwerpen van de maag.

Hetzelfde sap laat niet alleen veel melk in de borsten komen, maar maakt ook het melk zeer goed en gezond alzo dat de kinderen daarvan een mooie kleur krijgen en hetzelfde doet het water gedronken daar dit kruid in gekookt is.

Om de zwangere vrouwen een lichte arbeid te laten hebben zal men dit sap met witte wijn en wat olie tezamen verwarmen en te drinken geven.

Men zegt van dit kruid en vooral van hetgeen dat het zachtste is en minste doornen heeft dat als het onder het hoofdkussen van de koortsige mensen gelegd wordt zonder dat ze daar iets van weten de koorts laat vergaan’.

Culpeper noemt de sow thistle als een gewas dat onder invloed van Venus staat. Plinius meldt dat het volgens hem, de kracht heeft om de stenen met de urine te verdrijven en dat het eten ervan een stinkende adem voorkomt. Drie lepels van het sap, gewarmd in wijn, “causeth woman in travail to have so easy and speedy a delivery, that they may be able to walk presently after. It is wonderful good for woman to wash their faces with, to clear the skin and give it lustre”. Om dit te proberen moet er een thee van getrokken worden die als een lotion of met melkextract gebruikt moet worden. Verder schrijft hij dat het overvloedig melk geeft in zogende vrouwen zodat de kinderen: “to be well-coloured”.

Het werd door vele volkeren als een salade gegeten en ook gekookt. Er wordt verteld dat klaargemaakt op de manier van spinazie, het superieur is aan elke groene plant.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

Sonchus palustris, L. (van het moeras)

Bladen zijn smal en lancetvormig, stengelomvattend met pijlvormige oren, lagere bladen zijn geveerd met een paar segmenten, de bovenste gaaf.

Stengels zonder vertakkingen kunnen tot 3m komen.

In augustus en september zie je de licht gele bloemen.

Meerjarige wortel.

Groeit in moerassen en vijvers, tussen het riet.

Naam.

Moerasmelkdistel, Engels tall marsh sow thistle. Sumpf-Gänsedistel.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl