Merendera
Over Merendera
Weide saffraan, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit plantillustrations.
Kleine voorjaar bloeiende planten.
Een 12 soorten van bolachtige planten komen voor, meestal in het M. Zeegebied en Azië, een in Abessinië.
Het zijn mooie 15-20cm hoog bolgewassen die wat aan Crocus en Bulbocodium doen denken, van het laatste geslacht verschilt het door de bloemen met 3 stijlen. Soms worden ze geplaatst in het geslacht Colchicum.
Liliaceae, Colchidaceae.
=Merendera caucasica, Bieb. (uit de Kaukasus) (Colchicum trigynum, Stapf, Bulbocodium trigynum Adam)De 3-4 bladeren zijn lijn/lancetvormig en wat gekield, sikkelvormig gebogen en 4-6mm breed, ongeveer even hoog als de bloemen.
Bloemstengel komt uit het midden van de bol en geeft 1-3 roze tot vleeskleurig roze bloemen, buitenste bloemdekbladeren zijn aan de voet onduidelijke geoord, maart/april.
Knol is 1-2.5cm lang en 1-1.5cm breed.
Uit Kaukasus en Armenië, is beschreven in 1823.
Merendera eichleri, Boiss. (Wilhelm Eichler, plantenliefhebber te Bakoe die deze plant rond 1878 ontdekte) (Colchicum eichleri)De 3-4 bladeren zijn breed lijnvormig en opstaand, ongeveer driemaal zo lang als de bloemen.
Bloemstengel komt uit het midden van de bol met 1-2 purperen bloemen met bloemdekbladeren die aan de voet tandvormig geoord zijn in maart/april.
Uit de Kaukasus.
Uit Curtis botanical magazine.
Merendera montana, Lange. (van de bergen) (Merendera bulbocodium Ram.) (Bulbocodium-achtig of bolwol, Colchicum montana) Merendera pyrenaica auct (uit de Pyreneeën) Lijnvormige bladeren zijn stomp en gekield, 8cm lang en 3-6mm breed die tijdens of na de bloei komen.
De 1-2 lila bloemen hebben lijnvormige tot eivormige, stompe en aan de voet niet geoorde bloemdekslippen in augustus/september.
Uit Pyreneeën en Spanje.
Var. bulbocodioides (Bulbocodium-achtig) heeft smallere bladeren en bloeit steeds met 1 bloem. Is beschreven in 1882.
Naam, etymologie.
Merendera, van quita meriendas, Spaanse volksnaam voor Merendera montana of voor Colchicum autumnalis omdat sommige van deze planten tot de Colchicum ‘s behoorden.
Pyrenean meadow saffron. Colchique (of safran) des Pyrnes.
Uit flower.onego.ru
Merendera raddeana, Rgl. (G.F. R von Radde, Russische plantenverzamelaar) (Colchicum raddeana) Drie smal lancetvormige bladeren zijn opstaand en stomp, langer dan de bloemen.
Bloemstengel komt niet uit het midden van de knol met 1 lila/roze bloem, bloemdekbladeren met aan de voet twee draadvormige oortjes in maart/april.
Uit Perzië.
Uit www.van herbaryum.yyu.edu.tr
Merendera sobolifera, Fisch & C.A. Mey (zijspruiten of bijbollen dragend) (Colchicum soboliferum) De 3 bladeren zijn lijn/lancetvormig, spits en gekield, opgericht en 3-9mm breed, ongeveer even lang als de bloemen.
De 1-2 bloemen zijn lila/roze met lijn/lancetvormige bloemdekbladeren die stomp zijn en aan de voet met 2 lijnvormige oortjes in maart/april.
Knol vormt uitlopers.
Uit Bulgarije, Thracië en Klein Azië, Perzië.
Planten.
Planten voor de rotstuin, ze groeien goed in zandige, humus houdende, kalkarme grond op tamelijk vochtige en goed doorlatende, zonnige plaatsen.
De kleine knollen worden in augustus/september op 8-10cm diepte geplant en kunnen jaren blijven vast staan. In de winter is het raadzaam ze wat te bedekken.
Vermeerderen door zaaien en broedknolletjes.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/