Sechium

Over Sechium

Chayote, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, teelt,

2 soorten komen er voor in dit geslacht die inlands is in Mexico en Centraal Amerika.

Het is een klimmend kruid met meerjarig knolachtige wortels.

Wordt gekweekt vanwege de grote vruchten.

Cucurbitaceae, komkommerfamilie.

Uit Curtis botanical magazine.

=Sechium edule, Sw. (eetbaar) Hartvormige bladeren.

Witte bloemen in juni worden gevolgd door grote, vaak stekelige vruchten.

Het enigste zaad kiemt meestal al in de vrucht die aan de top opent om de wortel en kiemspruit doorgang te verlenen.

De chayote is een ruwharige klimplant die soms 15m kan groeien in 1 seizoen.

De chayote groeit in warm Amerika en werd vandaar naar vele plaatsen gebracht, Algerije tot Z. Spanje. Is beschreven in 1816

Naam, etymologie.

Sechium komt van Grieks sekos: een kudde, het vee werd vetgemest met de vruchten. Dit gebeurde in Jamaica. Chayote, chayotli, choko, chuchu of xuxu, chocho, christophine, mirliton of merliton. Chayote is de Spaanse naam voor de plant, dat komt van Nahuatl hitzayotli. De plant is voor het eerst vermeld door P. Browne om 1756 in zijn werk. In 1763 werd het door Jacquin geclassificeerd als Sicyos edulus en door Adanson als Chocho edulus. Swartz noemde het in 1800 Sechium.

Gebruik.

De chayote was al bij de Azteken een algemeen geliefde cultuurplant. Een ha met 10 000 planten levert jaarlijks 120 000 vruchten van 6-700 gram die zeer lang vers blijven en goed tegen transport kunnen. In Parijs en Londen werd de vrucht in verschillende bereidingswijze als groente gegeten. De jonge scheuten werden als asperges gegeten.

De zetmeelrijke wortels komen als groente en veevoer op de markt, ze zijn gelijk aan de yamswortel.

Uit de nog volkomen groene delen van de stengels wordt op Reunion de zogenaamde paille de chouchou verkregen, een grondstof voor het vervaardigen van dameshoeden.

Interessant is dat de grote zaden al in de vrucht kunnen beginnen te kiemen.

Uit www.mobot.org

Sechium tacaco Jeffr. (Polakowskia tacaco Pittier) lijkt op de chayote, maar draagt kleinere vruchten. Die zijn afgeplat, 7 x 4,5cm lang en 3,5cm breed met 5 lengtegroeven. Dunne schil, donker bruingroen en bespikkeld met vele kleine, kommavormige, wittige wratjes. Vruchtvlees is stevig, sappig en groenwit van kleur en smaakt als een komkommer en zo gebruikt worden, ook in soepen.

Zaden kunnen al ontkiemen in de vrucht als deze nog aan de plant zit.

Komt uit Midden-Amerika.

Wordt voor zijn vruchten gekweekt in Costa Rica.

Takako.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl