Chamaerops
Over Chamaerops
Europese dwergpalm, vorm, palmen, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten,
Uit I. Weinmann.
Is vertakt van af de basis en bekleed met bladschede' s.
Bladen zijn eindstandig en ruig, half rond en diep gezaagd. De lobben zijn smal en de randen ruig of vezelachtig.
1 of 2 soorten komen voor in het M. Zeegebied. Tweehuizig.
Palmaceae, palmenfamilie, Sabalae klasse.
Chamaerops humilis, L. (nederig) Grijs/groene waaiervormige bladeren van een halve meter lengte die op slanke en stekelige bladstelen staan die uit korte stompjes komen zodat de plant klein en bossig lijkt. De zwaardvormige deelblaadjes zijn aan de top nogmaals ingesneden en bedekt met zwarte en stugge draden. Een variabele vorm. Kan uitgroeien tot 5-6m, meestal een meter. Een trage groeier.
Aan de voet zie je meestal talloze min of meer ontwikkelde scheuten.
De lichtgele bloemen staan in trossen van 20-40cm lengte. Meestal zijn ze tweehuizig, mannelijke en vrouwelijke planten.
De vrucht is okerkleurig en een paar cm lang en bedekt met een vezelige huid waarin een dik en langwerpig zaad zit.
Uit het M. Zeegebied is in 1731 beschreven.
Het is deze palm die Galenus vermeldde die uit de bladeren bezems en korven maakte. In het begin van deze eeuw werd ontdekt dat deze palm aan de Cote d’ Azur groeide en vandaar is het verspreid langs het M. Zeegebied. Het is de enigste Europese palmensoort. Deze bossige palm bedekt woeste streken als dichte en meest moeilijk uit te roeien, stamloze planten van 4m. In tuinen bereikt die bij redelijke ouderdom een hoogte van 6m. Is redelijk winterhard.
Var. arborescens heeft maar 1 stam van 15cm hoog
Var. argenta heeft zilver/grijze bladeren.
Var. canariensis heeft grote bladeren.
Var. elegans groeit minder bossig.
Var. rubusta heeft grotere bladeren.
‘Vulcano,’, komt uit het eilandje Vulcano ten noorden van Sicilië.
Er zijn 2 vormen; Chamaerops humilis var. humilis uit Z. W. Europa met groene bladeren, Chamaerops humilis var. argentea Andr (zilverkleurig) (var. Cerifera (was dragend)) uit N. W. Afrika met blauwachtige bladeren.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) ‘Theophrastus noemt dit gewas Chamaerrhipes in het Grieks en in het Latijn heet het Palmites, die van Napels noemen het tegenwoordig cephaglione en we mogen het de naam van lage dadelboom of kleine dadelboom geven. Hetgeen dat in het midden van de jonge spruit of schede van de bladeren, bloemen en vruchten gevonden wordt en goed om te eten is heet in het Latijn Palmae cerebrum, dat is hersens van de dadelboom naar het Griekse Encephalos tes Phoenicos. Aangaande de naam Encephalos of Palmae cerebrum, dat is hersens van de dadelboom, die de voor vermelde schede van de tegenwoordige dadels gegeven wordt terwijl ze noch in hun vliezen of vellen gewonden ligt, die wordt van sommige ook meegedeeld aan dat witte merg dat in de stam van de echte dadelboom schuilt dat daarom Palmae medulla, dat is merg van de dadelboom heet want de landlieden van Egypte snijden de koppen er af en nemen er het wit merg uit en dat wordt rouw gegeten. En hiervan is het bloeisel van de tegenwoordige wilde dadelboom Encephalon Phoenicos genoemd geweest wat zo eigenlijk het hartje of het ei van de lage dadelboom zou mogen noemen omdat dit wat op het hart van Ferula lijkt. Dan de Spanjaarden noemen het ook pamicos of palmites. In Sicili heet deze lage dadelboom xiumara, tiumara of piunmara naar de veerachtige of pluimachtige bladeren, dan de jonge knobbelachtige scheden van de vruchten noemen ze cenaglioni, cesaglioni of sassalioni en de vruchten zelf noemen sommige tume en sommige dume.’
Chamaerops komt van Grieks chamai: klein of nederig, en rhops: een twijg, het is een samengestelde naam die van de Z. Europese palm een lage twijg maakt in vergelijking tot de hoge en geweldige palmen van de tropen.
Dwergpalm, Engelse European palm, dwarf fan palm of Africain hair en Duitse Zwergpalme.
Gebruik.
Het gebruik was vroeger zo. (Dodonaeus) 'Galenus zegt dat deze Cephalioenen of de hersens van de lage dadelboom van verschillende en tegen elkaar strijdende delen gemaakt zijn. Dan ze zijn goed te eten, maar nochtans maken ze winden in het lijf en laten er rouwe vochtigheden in groeien. Daarom zal men ze niet alleen maar beter met wat zout en wat peper eten om haar die schadelijkheid wat te benemen. Boven alles acht men ze veel in Sicilië vanwege het merg of schede van de vruchten dat zeer goed gehouden wordt vanwege de lust en macht van bijslapen te vermeerderen.
De bladeren van deze wilde palmboom worden in Italië gedaan bij de olijftakken en veel gebruikt op Palmzondag. Van die bladeren worden korven, hoeden, matten, bezems en meer andere dingen gemaakt.'
De bladen bezitten een taaie vezel die op paardenhaar lijkt. Dit haar komt als surrogaat van paardenhaar, crin vegetal, in de handel en laat zich met kameelhaar vermengd verspinnen. Ook wordt dit haar gebruikt voor papierfabricatie. De stam is ook met bruine vezels omgeven. Uit de bladeren maakt men bezems, stoelzittingen, hoeden en daken. Gebleekte bladeren worden gebruikt voor kunstwerken. Jonge bladeren worden in Spanje en Italië als groente of salade gegeten. De oneetbare bessen worden bij cognacfabricatie gebruikt.
Bijbel.
Van verre lijken de bladeren van deze vorm op opgestoken handen die door de wind bewogen op elkaar slaan. Jesaja 55: 12: ‘Alle bomen der veld zullen de handen tezamen klappen.’ Mogelijk doelde Jesaja hier op deze palmboom.
Historie.
Aan de graven van Mohammedaanse heiligen in N. Afrika werd de dwergpalm met de gouden stam gecultiveerd.
Toen Goethe de Alpen overstak, 1786, trok een waaierpalm zijn volle aandacht: 'gelukkig waren de eerste, enkelvoudige en lancetvormige bladeren nog aanwezig, de opvolgende waren steeds meer gedeeld, tot eindelijk het waaiervormige blad volledig te zien was. Uit een spatha (bloeikolf)-achtige schede trad een twijgje met bloemen voor de dag en het scheen een vreemd product, met de voorgaande groei in geen enkel verband te staan, raar en verrassend. Op mijn verzoek sneed de tuinman deze trapvormige verandering voor mij af en ik kocht enkele grote dozen om deze vondst met mij te kunnen vervoeren. Zij liggen, zoals ik ze tevoren heb meegenomen, nog goed bewaard voor mij en ik vereer ze als een fetisj.’
Goethe ’s s palm in de botanische tuin te Padua. (410)
Planten.
Vermeerderen door zaaien en zijscheuten.
Koele en wat half beschaduwde plaats, in de winter minimaal 6 graden. Om de paar jaar verpotten.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl