Gillenia

Uit biology.missouristate.edu

Prachtige en sierlijke borderplanten voor de gemengde border, rotswerk of vaste plantentuin.

Opgaande en meerjarige kruiden die 60-100cm hoog worden.

Bijna zittende 3 bladige of 3 maal gedeelde bladeren.

Bloemen zijn wit of roze-achtig en staan in losse trossen.

2 soorten zijn aanwezig.

Rosaceae. Synoniem Porteranthus.

=Gillenia stipulata, Trel. (van steunbladeren voorzien) Bladeren zijn 3tallig, deelblaadjes elliptisch tot lancetvormig en toegespitst, de onderste ingesneden en de bovenste gezaagd, grote steunblaadjes die bladachtig en eivormig zijn, dubbel gezaagd tot ingesneden.

Opstaande en behaarde stengels zijn boven aan wat vertakt.

Kleine witte bloempjes, kleiner dan de volgende met iets latere bloei, juli/augustus.

Uit New York tot Missouri, Georgia en Alabama, wordt 80-125cm hoog en is beschreven in 1825.

American ipecacuanha.

Uit W. Curtis.

=Gillenia trifoliata, Moench. (driebladig) De drietallige bladeren zijn licht groen, deelblaadjes elliptisch tot lancetvormig, spits en gezaagd tot ingesneden, steunblaadjes zijn lijnvormig en gaafrandig.

Opstaande stengels zijn wat behaard, roodachtig en meestal vertakt.

Talrijke witte tot roze/witte bloempjes staan in losse trossen, mei tot in juli op een rood steeltje. Naast de bloem zit een rood kelkje die eraan blijft zitten zodat ze na de bloei ook nog sierlijk is.

Komt uit New York tot Michigan, Georgia tot Missouri en wordt 80-125cm hoog. Is beschreven in 1713.

Naam, etymologie.

Gillenia zo genoemd naar een Duitse botanist en arts uit de 17^de eeuw, Arnold Gille of in Latijn, Gillenius.

Driebladige braakwortelspirea, Bowman ‘s root, Indian physic, western dropwort.

Planten.

Houdt van vocht, wil ook wel in de zon, maar ook wel halfschaduw.

Groeit gemakkelijk in elke niet te vette grond op matig vochtige en niet te zonnige plaats.

Vermeerderen door zaad, wat onregelmatig kiemt, of scheuren.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl