Bromus

Over Bromus

Dravik. Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariëteiten.

Uit J. Kops, www.BioLib.de

Een geslacht dat met ongeveer honderd zestig soorten voorkomt in de gematigde streken van de hele wereld. Ook in ons land komen ze voor.

Een- of meerjarige grassen met grote en meestal getande bloempjes in aren.

Er zijn voedergrassen bij en sommige eenjarige worden als onkruiden beschouwd, andere worden voor de sier gekweekt.

Poaceae, grassen.

=Bromus arvensis, L. (van de velden) Kan tegen een meter hoog worden, langer dan de meeste.

Bloempluim is opgaand, later spreidend en vertakt en wat hangend. Opmerkelijk zijn de aartjes die meestal rood aangelopen zijn. De meeldraden zijn opmerkelijk lang en smal in juli en augustus. De aartjes zijn meestal smaller dan volgende.

Smalle bladeren van 10-30cm lang en 0.5-1cm breed.

Het is een n- of tweejarige.

De akkerdravik komt langs de akkers en wegranden voor.

Naam.

Akkerdravik, Engelse taper field brome grass, field brome, Schraderճ brome, Duits Hudelgras, Acker-Trespe.

Uit my-lassen-flora.net

Bromus briziformis, Fisch. & Mey. (op Briza gelijkend)

Komt tot een halve meter hoogte.

Heeft hangende aartjes, ovaal en staan naar een kant, kafje met korte naald.

Komt uit de Kaukasus.

Rattlesnake brome, quake grass.

Uit J. Kops, www.BioLib.de

Bromus commutatus, Schrad. (van kleur verwisselend)

De stengel is soms een meter hoog en ruig, ook de bladen.

Bloempluim is los en wat hangend, takjes zijn verdeeld en de schede is harig. De aartjes zijn lang en glanzend, niet zo breed als vorige en vaak wat gekleurd met purper in juni en juli.

Groeit in de akkers en wegranden. Het groen komt al vroeg in het jaar.

Naam.

Verwisselde dravik, de Engelse tumid field brome grass, meadow brome, Duits Verwechselte Trespe.

Bromus hordeaceus, (op Hordeum gelijkend) (var. mollis, L. (zacht) heeft een opgaande, donzige stengel van een 50-60cm hoog, ook de bladen en scheden zijn donzig.

Bloempluim is opgaand en dicht, de aartjes zijn eivormig en wat plat in mei en juni. De aartjes zijn groot, maar kleiner dan de laatste twee en helder groen.

Een van de algemeenste vormen in M. Zee, W. Europa en W. Azië, het meest op wat zandgronden.

Subspecie thominei is de duindravik.

Subspecie hordaceus.

Naam.

Zachte dravik, gerstdravik, platte raai en Engelse soft brome grass, blubber grass, bull grass, cockgras, goose corn, haver grass, hooded grass, lob of lop grass bull grass, soft cheat of soft chess of oat grass, Duitse weiche Trespe, Fries hjouwermantsje.

Uit www.grainesvoltz-seeds.com

Bromus macrostachys, L. (grote aar) is een behaarde eenjarige.

Een halve meter hoog met bloempjes in smalle pluimen, vaak met uitstaande en gekromde naalden. Mooi voor droogboeketten.

Uit J. Kops, www.BioLib.de

Bromus racemosus, L. (trosvormend) een of tweejarige plant die tot een meter groot wordt, meestal lager.

De bladeren zijn lang en hangen meestal, kaal of fijn behaard.

De stengels zijn glad en niet donzig.

Bloempluim is dicht, lang en opgaand met meestal elk aartje aan een korte stengel en soms met verdeelde stengels. Glimmende aartjes zijn eivormig en wat afgeplat en overlappen elkaar. De naald is recht in juni en juli en lichter groen dan volgende. Groeit in Europa.

Subspecie commutatus.

Naam.

Trosdravik en Engels smooth brome grass, Duits Traubentrespe.

Uit J. Kops, www.BioLib.de

Bromus secalinus, L. (op Secale, rogge gelijkend) eenjarige of tweejarige plant.

De bladen zijn ook harig, vooral die van de bovenkant.

Dit is een opvallende plant in juni en juli als zijn samengestelde losse pluim van 10cm lengte van grote en platte aartjes op stengels staat van een halve tot hele meter. De dunne takjes van de aartjes zijn harig en de geelgroene aartjes lijken gepolijst. Aartjes zijn groot, ovaal en plat, de naald recht. Bij het rijpen komen de bloempjes ruimer te staan en gaan hangen.

Komt voor in graanvelden in Eurazië, vooral in natte jaren, waar het grote gras lastig kan zijn. De zaden zouden het meel bitter maken.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) Ԉet andere geslacht heet in Brabant dravigh. Dan aangaande de naam dravigh of dravick, die is lange tijd aan Lolium toegeschreven geweest en vele hebben daarom dit gewas in plaats van dolik of Lolium gebruikt, doch zonder enig geluk of voorspoedծ

Drep of dravik: draaft door de tuin, vergelijk Duits Taverich dat verwant is met Trespe, in midden-Hoogduits Trefs wat mogelijk verwant is met Treppe: trap, Portugees trepar: klimmen, vanwege de trapvormige opgebouwde bloemaren. In midden-Hoogduits Trebs of Trespe. Het Oostenrijkse Durst is uit Trespe ontstaan, of van Noord-Duits Drepa: slaan, het heen en weer bewegen van de slanke halm, verder Dorth bij Hildegard, verder Drepse, Drespe, Drebs, Dress, Dort, Dust, Durt, Hammerl en Stodliss, Roggen-Trespe.

Dodonaeus (b) 'Het heet in Hoogduitsland Dort en Lolchծ

Dat woord is afgeleid van Zizania voor Lolium, Toberich, Trunkenkorn, Dwalch, Dwelk, Twalch of Twelchweizen.

Dodonaeus. "Het zou in het Latijn zou het niet kwalijk Festuca altera mogen heten, want onder de kruiden die enige gelijkenis met het koren hebben en die lastig of moeilijk zijn is dit het kleinste en het lichtste graan van allen en daarom is het de Festuca heel gelijk. De naam Festuca betekent in het Latijn gewoonlijk alle kafachtige vezels en schubben die gauw met de wind wegwaaien en daarnaar hebben deze miswassen van koren hun naam ook gekregen. Diegene die deze kruiden ook voor Aegilops gebruiken willen varen niet veel beter, want ze lijken niet geheel op de echte Aegilops van krachten. Ze heet bij Lobel Bromos sterilis altera, in het Engels dravick of wild otesծ (werd vergeleken met evenie of oot)

Bromus; Grieks bromos: haver, van broma: eten. Frans brome en Engels brome tare stamt uit Latijn. Engels smooth rye brome grass. Lobel; 'Tenzij dat de tarwe degenereert in gerst, wat zelden gebeurt of in spelt dat vaker geschiedt, zo verandert dit gewas (haver) in haver in Grieks geheten Bromos, niet omdat het stinkt maar eerder omdat de trekpaarden dit veel eten of van het geluid of gekraak dat de rijpe vrucht maakt met de minste wind die waaien mag.

Plinius XXII 79: 'Bromos nascitur inter vitia segetis avenae genere.'

(d) Duitse Romweizen is afgeleid van Rauhweizen, de bloemvorm. Rispen.

(e) Engels brulianum, chess of cheats, cock grass, cockle en darnel drake, droke of wild oat, Frans brome faux-seigle.

uit J. Kops, www.BioLib.de

Bromus squarrosus, L. (schubbig of ruig)

Bloempluim hangt en de takjes zijn niet verdeeld. Aartjes zijn ovaal en wat afgeplat, de spreidende naalden zijn karakteristiek.

Eenjarig en waarschijnlijk afkomstig uit Z. Europa waar het met koren mee kwam.

Naam.

Rappige of ruwe dravik, Engelse corn brome grass, rough brome, corn brome.

Uit J. Kops, www.BioLib.de

Bromus sterilis L(steriel of onvruchtbaar) (Anisantha sterilis, (L ) Nevski)

De bladen zijn breed en plat en lopen op een punt uit en donzig.

De stengel is 30-60cm lang en gemarkeerd met lijnen.

Bloempluim hangt met lange en weinig verdeelde twijgen. In de maand juli is dit grote en mooie gras bekleed met groepen van grote en hangende, smalle en lang genaalde aartjes die elk aan een dun takje staan en veel langs vele wegen en heggen voor komen in juni. Eerst is de pluim licht groen, met soms wat purper, later dof groen en meestal stoffig bruin, de naalden zijn altijd opvallend.

Eenjarig of soms overwinterend en mooi voor droogboeket.

Groeit op vochtige tot droge, voedselrijke, omgewerkte grond aan heggen en in struweel, in bermen.

(Dodonaeus) 'Het kruid dat Bromos heet is de haver en Aegilops gelijk zoals het van zijn gans uiterlijk wezen en gedaante een wilde soort van haver schijnt te zijn, want met zijn menigvuldige geknoopte halmen en bladeren komt het met de haver heel overeen, doch is in alles kleiner en teerder.

De aar of rietpluim is losser en met ruwer en langer baardjes of vlimmen bezet. De wortel is menigvuldig en dunծ

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) 'In deze landen wordt dit gewas van sommige ijdel haver genoemd, in het Latijn Bromus herba en in het Grieks Bromos poa, dat is Bromos kruid, tot onderscheidt van de haver die in het Grieks ook Bromos genoemd wordt. Naar de ijdelheid of losse aren en naar de gelijkenis van haver heet dit gewas ijdel haver, het heet ook in het Latijn Bromos sterilis, Festucago Gazae, Aegilops altera Matthioli, Aegilops Plinij en Phoenix quorumdam, in het Frans averon en in het Italiaans vena vana en orzo salvatico, in het Engels haver grasse.'

IJle dravik en Engelse barren brome grass, poverty brome, dowmy brome, cheat grass, chess grasses, Frans brome strile, Duits Taube Trespe.

Anisantha, Grieks anisos: ongelijk, anthos: bloem, waaierdravik. Zie Bromus tectorum L., nauw verwant.

Gebruik.

Het gebruik was vroeger zo. (Dodonaeus) 'IJdel haver of het kruid Bromus heeft een drogende kracht, als Dioscorides schrijft, en het wordt met de wortel in water gekookt tot op het derde deel en als het sap door gezeefd is wordt er zoveel honig bij gedaan en weer ingekookt totdat het zo dik is als lange of dunne honig. Een doekje hierin nat gemaakt en in de neus gestoken is zeer goed tegen de stank van de kwade zeren van de neusgaten. Sommige doen daarbij gestoten Aloe en gebruiken het alzo. In wijn gekookt met droge rozen verbetert de stinkende adem. Diegene die hun voeten in het water daar dit kruid in gekookt is wassen worden er bleek van.'

Uit J. Kops, www.BioLib.de

Bromus tectorum L. (van de daken) komt uit Europa, Z.W. Azi en N. Afrika.

Het is een eenjarige die meestal kiemt in de herfst en het volgende jaar bloeit in voorjaar of vroeg zomer, 40-90cm.

Zelf bevruchtend en zaden worden door de wind verspreid of via de huid van dieren, ook in hooi e.d.

Geeft veel zaad, per plant 300 zaden.

Wortelsysteem is uitgespreid.

Zwenkdravik, drooping brome, Duitse Dach Trespe.

Planten.

Vermeerderen door scheuren in het voorjaar.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl