Hydrocharis

Over Hydrocharis

Kikkerbeet, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

Een monotype geslacht, 1 geslacht met 1 soort, een waterplant die gekweekt wordt voor aquaria.

Hydrocharitaceae, waterkaardefamilie.

Hydrocharis morsus‑ranae, L. (kikvorsbeet) bezit niets wat zou lijken op een hoofdstengel. De blade­ren ontspringen uit een rozet, zijn rond en roodachtig aan de onderkant, lang gesteeld, donkergroen en leerachtig, rond niervormige bladschijf ligt op het water, aan de voet van de bladstelen 2 grote en doorschijnende steunbladeren. De rode onderkant is mogelijk ter bescherming tegen vissen of een omzet­ting van zonnestralen in hitte, die kleur komt veel voor bij planten in laagten van tropische wouden. De nerven zie je duidelijk van onderen naar de top gaan.

Het blad heeft huidmondjes aan de oppervlakte. Een interessant experiment is om lucht te blazen door of te zuigen uit het blad, dit door het blad onder water te houden en te blazen of zuigen door de stengel.

Bij de rozet komen dunne doorzichtige wortels in het water die elkaar vasthouden zodat ze niet over het water geblazen worden en voorzien zijn van vele zachte wortelharen. Hun fijne zijdeachtige wortels zijn een attractie in de aquaria, als wel de zachte bladeren en de tedere bloemen.

Die bloemen met 3 bloembladeren zijn van een zacht wit met een gele basis en drijven op stille meren in juli en augustus, tweehuizig, de mannelijke bloemen zijn groter dan de vrouwelijke.

Uit Europa, Siberië en China.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Men noemt dit kruid hier te lande gewoonlijk vorschen-beet, in het Latijn Ranae morsus. Het heeft de naam vorschen beet of Morsus Ranae omdat het meest groeit in staande wateren daar de vorschen zich veel onderhouden.’

Kikkerbeet of vorschenbeet, groeit in de thuisplaatsen van kikkers die volgens de ouden een stuk uit het blad gebeten hebben waardoor het blad hartvormig geworden is. Zo verstaat men het Latijnse morsus rana: een beet, en rana: een kikvors, een naam die dateert van Dodonaeus. Frossbisch heet het in Duits en in het Engels frogbit, Frans mors de grenouill, morne of morrene, wat uit morsus ranae gevormd is.

Dodonaeus (b) ‘Andere noemen het ook kleine plompen, in het Latijn Nymphaea parva. Naar mijn mening is het een medesoort van fonteinkruid.’

Het heeft ronde drijvende bladeren met een hartvormige voet die in een rozet drijven, waarom het vroeger wel cleyne plompen genoemd werden, Duits Kleine Nixblume of kleine Seeblumen, kleine Plamen, Plumpen, Engelse lesser water lily.

Hydrocharis komt van het Griekse hydor: water, en charis: verheerlijken, bekoorlijkheid, een verwijzing naar de schoonheid van de bloemen die op het water vloeien.

(d) Verder duitblad, Duits Poggengeld, Schillingskruud, Grotens naar de ronde muntachtige bladeren, pogge: kikker. De Russen noemen het liaguschnik.

De Amerikaanse frogbite is Limnobium.

Planten.

Kikkerbeet vermeerdert zich door middel van winterknoppen wat in een waterbak mooi te zien is. De eindknop sterft tegen de herfst af en de knop komt op de grond te liggen. In het voorjaar komt er weer in bepaalde holtes lucht, de knopjes stijgen naar boven en de knop barst open waaruit zich een jonge plant ontwikkelt, zeer attractief.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/