Armeria
Over Armeria
Engels gras, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.
Uit J. Seboth.
Zoutplant.
In de permtijd, 286 000 000 jaar geleden was in het huidige Noordzeebekken een bocht waar zeewater indampte, waardoor honderden meters zeezout werden opgehoopt. Dit bleef tot op de huidige dag bewaard, in Winschoten en Veendam wordt dat ontgonnen. Zout is daar overvloedig en wordt daar veel gebruikt. Armeria profiteert daarvan en groeit op die plaatsen en zo ook van zoutbestrijding langs de wegen. Door het gebruik van zout zie je de plant verschijnen op plaatsen waar veel gepekeld wordt.
Deze plant komt hier voor als glaciaalrelict zelfs in zuid Limburg op plaatsen waar zink in de grond zit, hier kunnen weinig planten tegen. Andere barre plaatsen zijn rotsen in de Alpen en Scandinavië die soms heet of bar koud zijn, kletsnat of kurkdroog en ook langs de kust voelt het zich thuis.
Plumbaginaceae, strandkruid of loodkruidfamilie.
Een geslacht van kleine meerjarige planten.
Ze vormen rozetten van smalle en altijdgroene, ongesteelde bladeren zodat ze geplant kunnen worden langs borders en wandelpaden, voor lage haagjes en, vanwege hun hardheid, zelfs in de rotstuin en soms als potplant.
Dichte bloemhoofdjes van roze, lila of wit.
Een 50-100 soorten komen voor in Europa, meest in de M. Zee, verder W. Azië, N. Afrika en N. Amerika. De soorten worden veel door elkaar gehaald.
=Armeria alpina, Willd. (uit de Alpen) Donkergroene en grasachtige pollen.
Lijnvormige bladeren zijn 3-10cm lang en 2-4mm breed, min of meer stomp en 1-3nervig, donkergroen, soms wat gewimperd.
Bloemstengels van 5-15cm lang.
Bloemhoofdjes van 2.5-3cm in doorsnede met roze/rode bloempjes, eivormige en toegespitste tot afgeronde bloemblaadjes, kelkbuis is alleen op de kanten behaard in juni/augustus.
Uit Alpen en O. Karpaten en wordt 5-15cm hoog, groeit op kalkarme en zanderige gronden en in de bergen hier en daar zelfs tot 3184m. Uit fossiele vondsten is gebleken dat het gewas in de laatste ijstijd ook al in zijn tegenwoordige verspreidingsgebied voorkwam.
Var. alba heeft witte bloemen.
Var. purpurea heeft purper/roze bloemen, wordt iets hoger met bredere blaadjes.
Alpine thrift, Duitse Alpen-Grasnelke. De volksnaam Schwundkraut herinnert aan gebruik als geneesplant tegen longenziektes en de in Z. Tirol gebruikelijke naam Schlernhexen slaat wel op de in de bergwind rammelende vruchtkopjes.
Uit J. Sowerby.
Armeria arenaria (Pers.) Schult. (op zand, arena, groeiend) (Armeria plantaginea Willd.) (Plantago-achtig) Bladeren staan in rozetten en zijn lijn/lancetvormig, 6-15cm lang en 4-10mm breed, spits tot stomp en bleekgroen. Heft veel brede bladen die drie- tot zeven nervig zijn, vandaar dat de naam plantago voorkomt.
Bloemstengels van 30-50cm hoog zijn eerst wat behaard en later kaal.
Bolronde bloemhoofdjes van 2-3cm doorsnede met karmijn/rode bloempjes met uitgerande bloemblaadjes, kelkbuis is alleen op de randen behaard, binnenste omwindselblaadjes zijn stomp, de buitenste veel langer en toegespitst in juni/juli.
Uit Z. Europa wordt 20-50cm hoog. Is beschreven in 1818.
Var. leucantha met witte hoofdjes.
Var. rubra met forsere groei en grotere, felle rode bloempjes.
Plantain leaved thrift, schijnweegbree.
Armeria caespitosa, Hort (zodenvormend) (Armeria juniperifolia) (met blad als Juniperus of jeneverbes) Vormt dichte kussens.
Smalle, lijnvormige bladeren zijn 3kantig met witachtige spits.
Bloemstengels van 5-8cm hoog zijn behaard.
Kleine hoofdjes van zacht lila/roze bloempjes in mei/juni.
Uit Z. Europa wordt 4-8cm hoog, is beschreven in 1817.
Var. humilis van 2-4cm hoog is lager en in alle delen kleiner.
Var. splendens heeft donker roze/rode hoofdjes.
Groeit niet zo gemakkelijk en kan slecht tegen te veel vocht.
Armeria leucocephala, Koch. (witte bloemhoofdjes) Dichte zoden vormende plant.
Lijn/lancetvormige bladeren zijn 3-10cm lang en 1-5mm breed, spits en 1nervig met smalle witte rand.
Bloemstengels van 8-15cm lang.
Kleine witte tot zachtroze bloempjes staan in hoofdjes van 1-2cm in doorsnede in juni/juli.
Uit Corsica, wordt 10-15cm hoog.
Uit J. Sowerby.
Armeria maritima, Willd. (van de zee) (Armeria vulgaris, Willd.) (vulgair of gewoon) en subspecies.
Dit is een kleine en altijdgroene meerjarige. Zodenvormende plant.
Bladen staan in rozetten en zijn lijnvormig en eennervig, 5-20mm lang en 1-2mm breed, spits tot stomp, de randen vaak wat gewimperd en donkergroen.
Uit het polletje verschijnt een zachtroze bloemhoofdje van 1.5-2cm doorsnede op slanke, blauw/groene steeltjes van 10-15cm hoog in mei/juli. Soms zijn ze bijna paars en soms wit, bij ouder worden wordt de kleur lichter.
Uit de Noordzee kusten wordt 10-15cm hoog.
Var. albiflora heeft witte bloempjes.
Var persicina heeft roze/rode bloemen.
Vormen.
De gekweekte vormen verschillen door forsere groei met 6-15cm lange bladeren en 2mm breed, bloemstengel van 15-25cm hoog met bloemhoofdjes van 2-3cm in doorsnede met lila/roze bloemen. Hiertoe behoren;
‘Alba’ is de witte uitvoering, 15-20cm hoog.
Leucheana’, met helder roze/rode hoofdjes, 15-20cm hoog.
‘Dusseldofer Stolz’’, is de karmijnrode rijk bloeiende tros.
‘Rosea’ is helder roze, 15-20cm hoog.
‘Splendens Perfecta’, is donkerrood.
‘Variegata’, van 10-15cm met geelachtige bladeren en roze hoofdjes.
‘Vindictive’ van 15-25cm hoog met grotere bloemen die helder karmijn, violetkleurig, zijn gewonnen door Cl. Elliot, kweker te Stevenage, Engeland.
Naam, etymologie.
Onder de grassen hoort ook dit kruid. (Dodonaeus) (a) .Men zou dit gras in het Latijn Gramen Polyanthemum mogen noemen, dat is gras met vele bloemen, omdat het zoveel kleine bloempjes tezamen gehoopt plag voort te brengen, anders heeft het geen naam die mij bekend is. Want gemerkt dat het geen gelijkenis met Moly heeft daarom mag men dat ook geenszins Pseudo-Moly (als sommige gedaan hebben) noemen. En zo zullen we ons vergenoegen door de kleine soort Gramen Polyanthemum minus te noemen, dat is klein gras met vele bloemen en de grote Gramen polyanthemum majus, dat is groot gras met vele bloemen niet tegenstaande dat sommige het vele andere namen geven. Omdat deze twee soorten van gras eigenlijk geen zeekruiden zijn, maar op vele andere plaatsen die ver van de zee liggen plegen te groeien mag men die niet goed volgen die het Gramen marinum of zeegras noemen’.
Er was vroeger nogal eens verwarring over deze soort, of het nu tot de grasachtige of tot de anjerachtige behoorde. Bloeiend zeegras en Engels gras, groeit tussen en lijkt op gras, Duits Seegras, Grasblume bij Kilian.
Dodonaeus (b) ‘Maar Clusius heeft de tegenwoordige kruidjes onder de geslachten van berg anjers gerekend en Armerius montanus tenuifolius genoemd.’
Armeria, deze naam stamt van de Keltisch-Bretonse naam ar: bij, mor of mer: zee, een plant die dichtbij de oever van de zee groeit. Het is dan ook een zeeplant wat we kunnen zien aan de dikke wortel waarop de plant in de tijdingen heen en weer gespoeld wordt en met vele broeders en zusters hele vlakten bedekt. Een Keltische naam is tonn a chladaic: beach wave, en wuift aan de branding, wave is zo al een oude uitdrukking. Zeestrandkruid, Engelse sea thrift, cliff rose en marsh daisy, Frans armeria maritime, jonc marin (zeebies) en armelin dat uit Armeria stamt.
Dodonaeus; ‘Aangaande de eerste soort van dit gewas, Lobel beschrijft het aldus: ‘Zeegrasje of zeeanjer dat van andere ook Holostium genoemd wordt. In het Latijn noemt hij het Caryophyllus marinus omnium minimus, in het Engels zea gilofers’.
Bij Lobel heet het gewas Caryophyllus: anjer, wordt ook wel grasanjer genoemd, de verwisseling met een anjer is gauw gemaakt, Duitse Grasnelke, Strandnelke, Pinke en Nelkengras, Engels cushion pink, sea pink, sea gilliflower of Sweet William, de meeste namen verwijzen naar anjers. Noorwegen strandnellik. Gerard noemde onder andere our ladies cushion: dames kussen, lady’s pincushion. Symbool van sympathie.
(d) Spaans gras, Frans gazon dՠOlympe of gazon dՠEspagne, Armrie maritime.
(e) Met de Alpenvorm komen namen voor als Berggrasblume of Bergnelke, Pingsterblom.
Van 1937 tot 1952 stond het Engels gras afgebeeld op de Britse threepence. Wellicht was dat bedoeld als een woordspeling: Engels gras heet in het Engels thrift en dat woord betekent ook ‘zuinigheid’.
Uit Curtis botanical magazine.
Armeria pseudarmeria Mansf. (valse of onechte Armeria) (Armeria plantaginea) (Plantago-achtig) Armeria latifolia, Willd. (brede bladeren)
Het is ook een zodenvormende plant.
Bladeren zijn langwerpig/spatelvormig en 2-4cm breed, wat getand en 5-7nervig, blauwachtig groen.
Bloemstengels van 40-60cm lang.
Bolronde bloemhoofdjes zijn tot 7cm in doorsnede met helder karmijn/roze bloempjes, toegespitste omwindselblaadjes zijn allen ongeveer even lang in juni/juli.
Houdt van een droge grond en zon.
Komt uit Midden en Zuid-Europa, Spanje en Portugal en wordt 40-60cm hoog, kan zelfs als snijbloem gebruikt worden. Er zijn allerhande kleurtinten van. Is beschreven in 1740.
Var. alba heeft witte bloemen.
Var. grandiflora met grotere en diep roze/rode bloemen. Hiertoe behoort;
‘Bees Ruby’ met karmijn/roze bloemen. Gewonnen door Bees Ltd, kwekerij te Liverpool, Engeland.
Breitblattrige Grasnelke.
Planten.
Enkele plantjes op 25cm afstand planten voor een mooi rijtje die tot een stevige rand zullen worden. Combineren van Armeria kan met Veronica, Helianthemum, Alyssum, lage grassen en andere lage planten, wel volle zon gewassen.
Vermeerderen door scheuren in april/juni, of door zaaien in december/maart bij 10 graden. Het zaad komt onregelmatig op en niet zuiver uit zaad terug. Stekken in september/november, geen groeistof, 2 delen gezeefde turfgrond en 1 deel zand.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl