Melissa

Over Melissa

Citroenmelisse, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Een geslacht van meerjarige kruiden.

5 soorten komen voor in Europa en W. Azië.

Het zijn opgaande en veel tak en blad bevattende planten.

Brede en tegenoverstaande bladeren.

Bloemen zijn wit of geel en staan in okselstandige groepen.

Labiateae, lipbloemige, Menthoideae, subklasse 3 Melissae.

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Melissa officinalis, L. (geneeskrachtig) Eironde bladeren met hartvormige voet, gekarteld en lang gesteeld, tegenstandig.

Afstaande stengels zijn vertakt en wat behaard, sterk vertakt.

Wit tot licht/lila bloemen staan in okselstandige en naar 1 zijde gekeerde schijnkransen, 1-1.5cm lang in juli/augustus.

Een vertrouwde plant, groeit overal, ook op onverwachte plaatsen.

Melisse komt uit het O. Middellands Zeegebied tot Midden Azië en wordt 40-80cm hoog. Is beschreven in 1573.

De wilde plant ruikt zwak, weinig aangenaam. Door cultivatie, vooral na drogen, wordt een zeer aangename en naar citroenen herinnerende smaak verkregen.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) ‘Melisse wordt dit kruid in meest alle talen genoemd, in het Grieks Melissophyllon en Meliphyllon of ook Meliteia, Plinius noemt het Melitis, in het Latijn noemt men het Melissophyllum, Apiastrum. Voorts heeft ze haar naam gekregen van de bijen omdat ze zo aangenaam is want de bijen worden in het Grieks Melittae en Melissae genoemd en in het Latijn Apes, daarom heet dit kruid ook soms in het Latijn Apiastrum. In de apotheken heet het Melissa, in het Italiaans melissa, in het Frans melisse, in het Hoogduits Melissenkraut, in het Nederduits melisse.’

Melissa is Grieks voor een honingbij. Het is de naam van een nimf in de Griekse mythologie die de jonge Zeus zou hebben opgevoed. Ook de priesteressen van Demeter droegen deze naam.

Demeter had een oude vrouw, Melissa, in haar mysteriën ingewijd. Toen zij de nieuwsgierigheid van haar vriendinnen niet wilde bevredigen werd zij door hen gedood. De moordenaressen werden met de pest gestraft. Uit het lijk van Melissa liet Demeter haar trouwe dienaressen ontstaan, de bijen. Later werd het een meisjesnaam in Griekenland die door de dichters van de 16de eeuw herleefde.

Een Grieks woord voor een bijenplant is Melisphyllum, vervolgens wijzen de Latijnse woorden Mellina, Mellinia en Mellitus allen naar honig, honingzoet en honigwijn. Melissa is de nimf die de mensen het gebruik van honing leerde. De oudere schrijvers identificeren deze plant met de melissophyllon van Dioscorides, het bijenblad, en de apiastrum van Plinius, apis; bij. Bijenbloem, Duitse Honigblume of Bienkraut, Binesuga bij Hildegard, later Binsuga of bijenoog van H. Hildegard zal wel deze plant zijn als ze zegt dat je graag zal lachen omdat haar warmte de milt aangrijpt en het hart daardoor vredig wordt. Bijen zijn dol op deze bloemen. De plant werd al door de ouden aanbevolen om dit samen met andere kruiden te gebruiken waarmee bijenkorven ingewreven werden om zo de zwerm bijeen te houden of een nieuwe koningin aan te trekken. Immenblatt bij Bock. Franse melisse en the de la France.

Dodonaeus(b) ‘In het Latijn noemt men het ook Citrago, in het Italiaans cedronella, in het Spaans torongil en yenva cidreira.’

Citroenmelisse, Duits Citronenmelisse, Zitronenkraut, Franse citragon, Engelse lemon balm.

‘In het Nederlands heet het confilie de greyn, in het Engels bauwme.’ Het Engelse woord balm komt van het Latijnse balsamum: balsem. Engelse balm werd met de gelijk geurende Clinopodium acinos verwisseld en vandaar is dit de common balm, balm leaf of baum leaf, bawne en baum. Balsemboom, balm of balim, Duits Meli’.

Dodonaeus (d) ‘Plinius heeft gemeend dat er enig verschil is tussen Melissophyllon en Apiastrum want hij zegt dat men Melissophylon omtrent de bijenkorven eerst zou zaaien en daarna het Apiastrum als twee verschillende kruiden zo het blijkt uit het 12de kapittel van het 21ste boek en noch duidelijker uit het 11de kapittel van het 20ste boek waar hij zegt dat Hyginus het Apiastrum de naam van Melissophylon geeft en dat het in Sardinië wel bekend is voor een hinderlijk en zeer vergiftig kruid. Maar Plinius is bedrogen geweest en niet alleen omdat hetzelfde woord Apiastrum op twee manieren verstaan kan worden, maar ook omdat het enige gelijkenis met een ander heeft, te weten Apiastellum, want onze melisse of Meliophyllon wordt ook Apiastrum genoemd, dan Apiastellum is een soort van hanenvoet of boterbloem die in Sardini groeit en zeer kwaad en vergiftig is en zo van Apuleius genoemd die van onze melisse of Apiastrum zeer verschilt.’ In de middeleeuwen heette het Melisphylla, maar werd vaak met Melittis vermengd. Hier lijk je deze vermenging ook te zien of werd ooit alleen op Melittis of Clinopodium gedoeld? Zie de twijfels bij Plinius die over twee soorten spreekt en: ‘Sommige hebben voor melisse aangezien een kruid dat Wantzenkraut in het Hoogduits en ook Mutterkraut genoemd wordt meer op dove netels lijkt dan de echte melisse en daarom zullen we daarvan spreken als we de netelen zullen beschrijven. (dat is de Melissa officinalis) en daar staat, ԍelisse van Fuchsius. Deze lijkt ook meer op de dove netelen dan de melisse.’

(e) De oude naam Herzkraut bij Bock en Herztrost gaan op de vermeende werking van de plant terug.

(f) Oude Duitse namen zijn, Frauenkraut en Mutterkraut, zou bij de baarmoeder helpen en is een gebruik dat op Dioscorides terug gaat die het als gynaecologisch middel opvoert.

(g) Pfaffenkraut, Gartenmelisse, Herbstkraut, Enlischer Melisse.

Gebruik.

Melissa werkt zacht en lieflijk op de maag en hart en geeft daardoor lieflijke dromen en maakt de mens zacht van gemoed. Versterkt de geest en verdrijft melancholie. De bekende karmelietergeest, melissegeest of -extract, Eau des Carmes, werd oorspronke­lijk door de karmelietenmonniken tegen onpasselijkheid, lichte flauwtes en verlammingen gebruikt. Paracelsus beval het aan voor een complete renovatie van de mens, een soort verjongingskuur. De renovatie werd vooral aanbevolen voor zwartkijkers. Symbool van sympathie.

Llewelyn, een prins van Glamorgan werd 108 jaar oud door zijn ochtendmaaltijden altijd te laten beginnen met citroenmelisse als een thee. John Hussey uit Sydenham werd 116 jaar op hetzelfde gebruik. Het wordt nog gebruikt in thee die net als muntblad zweet drijvend en krampstillend is, ook als een soort pikkel bij haring en paling. Verder goed voor soepen en stamppot. Ook in een kruidenbuiltje als pot pourri wordt ze gebruikt.

Melisse zou stimulerend werken op de geslachtsdrift en zou tevens het gezichtsvermogen scherpen.

Zo was het gebruik vroeger. (164, 311, 309)’Avicenna schrijft in zijn boek van de krachten van het hart dat de melisse het hart verheugt en de leven behoudende geesten versterkt. Serapio zegt daar noch meer toe dat ze voor de vochtige en koude maag zeer nuttig en behulpzaam is en de vertering van de spijzen helpt en bevordert en voorts ook de verstoppingen en vulling van de hersens opent en dat ze de bangheid en zwaarmoedigheid van het hart verdrijven en verlichten kan.

Dioscorides zegt dat de bladeren zeer goed zijn om de maandstonden te verwekken als men de vrouwen in het water daar zij in gekookt zijn laat zitten of als men haar daarmee baadt. Hij zegt ook dat men de zwerende tanden zeer nuttig spoelt met het water daar deze bladeren in gekookt zijn.

Die kort van adem zijn en hun adem niet ophalen of scheppen kunnen dan met rechte hals zullen zeer nuttig een likking van het sap van deze bladeren maken en dagelijks gebruiken.

Voorts men zaait ze zeer nuttig omtrent de bijenkorven als Plinius in het 12de kapittel van zijn 21ste boek betuigt, want de bijen verheugen zich zeer in dit kruid en als ze van hun woonplaats verdwalen kan men ze daarmee huiswaarts laten weerkeren als Vergilius in het 4de boek van zijn Georgica of landbouw betoontծ Dit vermoedelijk van Melittis of Clinopodium en van Melisse zegt hij; ‘Tegen een vochtige en koude maag, bangheid en hartkloppingen, verstopping van de hersens en buikpijn: Maak een afkooksel van dit kruid met wijn en laat daarvan drinken. Of geef een boon groot van de konserf met gedistilleerd water van dit kruid in. Dodonaeus, Serapio, Sethus.

Tegen allerhande wonden: Doe er wat van het sap in. Dodonaeus.

Tegen verstopte maandstonden, opstijging en pijn van de baarmoeder: Laat van het afkooksel dat met wijn gemaakt is drinken, neem van confilie de grein en van kamillebloemen van elk zo veel als nodig is, naai het in een zakje, kook het in water en leg het warm op de buik. Dioscorides, Ravelingen.’

Is het deze balm die Shakespeare gebruikt in King Richard 1, 17102? Vanwege de voorgaande tekst van Plinius?

‘Pierced to the soul with slande ‘s venomդ spear,

The which no balm can cure but his heart-blood’. Zo ook in 2 King Henry, 8, 41:

‘My pity hath been balm to heal their wounds.’

Chaucer, verwijzend naar een heerlijke geur:

As men a pot-full of baume held

Emong a basket-full of roses.’

Historie.

Dodonaeus ‘Voorts men zaait ze zeer nuttig omtrent de bijenkorven als Plinius in het 12de kapittel van zijn 21ste boek betuigt, want de bijen verheugen zich zeer in dit kruid en als ze van hun woonplaats verdwalen kan men ze daarmee huiswaarts laten weerkeren als Vergilius in het 4de boek van zijn Georgica of landbouw betoont.’

(411) Sinds de oudste tijden is de melisse als artsenijmiddel gebruikt. Het is een M. Zee plant. Dioscorides noemt de melisse μελισόφνλον, melissophyllon of bijenblad, omdat ze voor de bijen aangenaam is. Dioscorides schrijft dat de bladen gedronken met wijn of van buiten opgelegd goed zijn tegen de steken van venijnige dieren en de beten van dolle honden, goed tegen tandpijn. Als de mond gespoeld wordt met een aftreksel ervan is het goed voor hen die slecht kunnen ademhalen, hij beveelt het aan om op open wonden te leggen. Als zitbad bevordert ze de baarmoeder, als mondwater zou het goed tegen tandpijn zijn en als klister tegen dysenterie. De kruidboeken van de 16de en 17de eeuw geven dat getrouw weer. Plinius vermeldt dat men met melissophylum de bijenkorf inwrijven moet zodat de bijen bij elkaar blijven (wat nog vaak gebeurt, ook met muntsoorten en moerasspirea) de overige gebruiken zijn hetzelfde als bij Dioscorides, alleen dat het met honing vermengde sap tegen slecht zien zeer goed werkt en ;Ԩet is van zulke grote kracht dat het gebonden op het zwaard dat de wond geeft het bloeden stelpt’. Gerard meldt later dat het de wonden tezamen gloeit. Smiths bawme of Carpenters bawme is goed om groene wonden te genezen die ontstaan zijn door ijzer. Ook dat het kruid goed is tegen de beten van venijnige beesten. Balm is een kruid van Jupiter onder het teken Kreeft Avicennia schrijft dat het Դ hart opvrolijkt en de levensgeesten versterkt. Vergilius vermeldt het ook voor het aanlokken van bijen en Columella schrijft dat men de hand met het sap moet insmeren waarmee men de bijenkoningin uit de zwerm haalt.

In de 10de eeuw werd het door de Arabieren naar Spanje ingevoerd en vandaar naar Midden-Europa. In de middeleeuwen kwam het wel in Duitsland. Van de kloostertuin is ze in de boerentuin gekomen waar ze nog vaak te vinden is. Vaak wordt nog de kattenmunt, Nepeta cataria var. citriodora als melisse genoemd. In de 16de eeuw was het kruid en water officieel in gebruik.

De Arabische geneesmeesters hebben zijn krachten tot aan de hemel verkondigd.

Planten.

Vermeerderen door scheuren in’t voorjaar of zaaien bij 20 graden.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/