Calamintha

Over Calamintha

Steentijm, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Naam, etymologie.

Calamintha, Grieks kalos; mooi, Mentha, mooie munt.

Calamintha grandiflora (L.) Moench (Clinopodium grandiflora (L.) Stace, ) (grote bloemen) (Satureja grandiflora, Scheele.) Gesteelde bladeren zijn eivormig en 4-8cm lang, 2-5cm breed, gezaagd/getand en zwak behaard.

Onderaardse uitlopers en opstijgende stengels.

De purper/roze bloemen staan met 3-6 bijeen in de oksels van de bovenste bladeren en zijn 2-3.5cm lang met buisvormige kelk die 2liipig is en 11nervig met bewimperde slippen in juli/augustus.

Uit de Alpen, Balkan, Kaukasus en Klein Azië wordt 25-50cm hoog.

Groblartige Bergminze, grote steentijm.

Uit; http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=flora_nl_v2&id=1766

Uit J. Sturm, www.BioLib.de

Calamintha nepeta, Savi. (Nepet, streek in Etruri, nu Nepi in Toscane) (Calamintha officinalis)

Uit Matthiola; ‘Dat eerste geslacht, wilde polei of korenmunt genoemd is de apothekers Calamintha en de echte Nepeta, vandaar noemt men het in de Italiaanse spraak Nipetella. Groeit op ongebouwde velden, naast de straten en wegen, gewint kantige ruwe stengels, een ellenboog hoog. De bladeren zijn een weinig ruig en rondachtig, aan de rand gekerfd. De bloemen neigen zich wat tot purperkleur, staan aan de stengel ringsom, van midden aan tot boven tot de toppen zoals aan de polei. Het heeft veel wortels. Alhier in Bohemen groeit het niet dat me bewust, echter men brengt het veel uit de Italië. Calamintha gekookt en gedronken bewaart voor alle vergif. Helpt voortreffelijk goed tegen de kramp, slaapziekte, vallende ziekte, slag, zware adem, geelzucht en waterzucht zo zich van verstopping der taaie slijm verheffen. Dienen tot alle koude, slijmerige, winderige gebreken alle leden, innerlijk en uiterlijk.

Calamintha drijft de vrouwen tijd en plas, niet alleen gedronken, maar ook een lenden bad of warme omslag daaruit gemaakt.

Van Calamintha gedronken en dat kruid met olie warm op de rug gewreven een stonde voor de koorts aankomst beneemt de koude of dat schudden.

Calamintha met honing en zout ingenomen doodt de wormen in lijf.

Calamintha zijn goed de huidzieken, gegeten en kaaswater daarop gedronken.

De bladeren gedroogd en tot poeder gestoten en in mede gedronken brengt het zweten en drogen het lijf uit.

Calamintha bekomen het gezicht goed, in alle maten gebruikt.

Wie de maag drukt of pijn doet van opblazen die stoot Calamintha en eet dat poeder met de spijs, het helpt zonder twijfel.

Calamintha bladeren gestoten en opgelegd zijn nuttig diegenen zo van slangen en andere giftige dieren beschadigd zijn. En zo men gemelde bladeren aansteekt moeten de adders vlieden.

De bladeren in wijn gekookt of rauw gestoten en opgelegd, wist af de littekens der wonden en de plekken aan lijf, brengt ze in hun eerste kleur.

Dat sap van de bladeren in de oren gedaan doodt de wormen daarin. In de neus getrokken beneemt het dat bloed vloeien.’

Subspecie nepeta en subspecie glandulosa uit Corsica.

Ruikt naar pepermunt. Meest lila witte bloemen tot rode soorten in juli-augustus. Wordt een 75cm hoog. Vaste plant.

Bergsteentijm. Kleinbaltige Bergminze, lesser calamint.

Subspecie nepeta, uit zuid Europa tot noord Iran, spruneri, Middellandse Zee tot Kaukasus, subisodontum uit oost tot zuid Europa.

Uit L. Watson.

Calamintha menthifolia, Host. (muntachtig blad) (Clinopodium menthifolium) (Calamintha sylvatica Bromf) Wald-Bergminze, bergsteentijm, Frans calament des bois, Engels woodland calamint.

Uit flora.uniud.it

Calamintha einseleana, Schultz. (Zwitserse botanist Arthur Einsele) Einseles Bergminze.

Uit het kruipende rizoom komt een vierkante stengel. Tegenoverstaande bladeren zijn gesteeld. Bladrand is getand.

Witte, roze of purperkleurige bloem staat in trossen.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl