Phlebodium

Uit www.jacobsplant.nl

Naam, etymologie.

Phlebodium, Grieks phlebs: een nerf. Blauwvaren, zinkvaren.

Een varengeslacht die nauw verwant is aan Polypodium en er soms mee verenigd wordt.

Bladeren staan op de korte en kruipende, vertakte wortelstok, epifyten, blijven 1-2 jaar goed. Sporen komen aan de achterkant.

Polypodiaceae, varenfamilie.

2-4 soorten komen voor in tropisch en subtropisch Amerika.

Phlebodium araneosum (M.Martens & Galeotti) Mickel & Beitel. (bedekt met spinnenwebben)

Phlebodium decumanum (Willd.) J.Sm. (verbazend groot)

Phlebodium pseudoaureum (Cav.) Lellinger (wat goudkleurig)

=Phlebodium aureum, R. Br. (goudkleurig) (Polypodium aureum), is een flinke varen met dikke wortelstokken die over het oppervlak en dicht bezet zijn met goudgele schalen.

Daarop staan de halve meter lange, opstaande en geelachtige bladstelen. Bladeren zijn blauwachtig en 60-120cm lang, diep geveerd, tot bijna de hoofdnerf en in 4-10 paar lobben van een 20cm lang verdeeld met een eindstandige bladlob, vele gele, ronde sporenzakjes aan de achterkant.

Uit Tropisch Amerika, is beschreven in 1742. Het is de blauwe varen met zijn gekrulde bladeren. Een mooie kamerplant die op den duur wat ruimte vraagt. Houdt van een vochtige omgeving.

‘Glaucum,’ heeft kortere bladstelen en staal/blauwe bladeren.

‘Crispum,’ groeit minder sterk en heeft diep ingesneden bladeren.

‘Mandaianum,’ is een gegolfde/gekroesde vorm.

‘Mayi,’ heeft gegolfde, blauw/groene bladeren.

‘Blue Star,’ is diepblauw.

Het is de enigste varen uit N. Amerika, de rest komt uit Z. Amerika.

Golden polypody, golden serpent fern, rabbits foot fern, cabbage palm fern, kalawalla, Duits Goldtapfelfarn, in Spaans sprekende landen heet het calaguala.

Planten.

Schaduw en vocht hebben ze nodig, een echte tropische varenplant.

Vermeerderen door zaaien en delen van de wortelstokken.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl