Tecoma

Uit drawings of the Royal botanical expedition to the new Kingdom of Granada.

Het geslacht Tecoma komt met 14 soorten voor in Tropisch en N. Amerika, waarvan 2 in Afrika.

Het zijn bomen of struiken met handvormig, samengestelde bladeren en klokvormige gele bloemen.

Enige soorten bloeien wanneer ze de bladeren hebben afgeworpen.

Bekend is in dat opzicht Tabebuia heterophylla Britton (verschillend bladig) (Tecoma leucoxylon) (wit hout) een grote boom die onder meer in de Surinaamse bossen voorkomt. De boom heeft mooie gele bloemen.

Bignoniaceae, trompetboomfamilie.

Naam.

Onder de naam Surinaams groenhart wordt het hout als meubelhout gebruikt. Het hout wordt ook wel als groen ebbenhout in de handel gebracht. White wood cedar en Frans bois-pissenlit, naar de paardenbloem.

Tecoma stans, Juss. (overeind staande) Het blad is tegenoverstaand, ongelijk geveerd en aan de rand gezaagd.

Goudgele klokachtige bloemen van 6cm staan in trossen, augustus.

Naar de snelle groei en dichte bladbedekking heeft het een grote waarde als scherm en is geschikt voor zeer dichte hagen en bedekkingen.

Een kleine 6 tot 9m hoge boom of struik.

De yellow elder is in de herfst de glorie van de tuinen in zuidelijk Florida zoals de schitterende Bauhinia purpurea dit in april is. In die tijd is de boom bedekt met grote geurende bloemen en wordt bezocht door kolibries en insecten. Is beschreven in 1820.

Naam, etymologie.

Tecoma, deze naam is een verbastering van de Mexicaanse naam Tecomaxochitl, tecoma; plant en xochitl; bloem.

Engelse shrubby trumpet flower, yellow elder, ginger-thomas, yellow bells, Duitse Gelbbluhender trompetenbaum, Spaans esperanze; hoop, geelklokkies in Z. Afrika.

Planten.

Stekken in juli/augustus zonder groeistof. Wortelstek in december bij 18 graden. Zaad zaaien in maart bij 18 graden, zaad 2 dagen laten voorweken.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/