Kerria
Over Kerria
Ranonkelstruik, vorm, heesters, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit Missouri botanical garden.
1 geslacht en 1 soort, het is een van de eerste struiken die uit Japan kwam.
Bloem is 5tallig met talrijke meeldraden, kroonbladen vlak en uitgespreid, kelkslippen gaafrandig, 5-8 vruchtbladen die niet vergroeid zijn, vruchten 1zadig en bolrond die bij ons niet rijp worden.
Rosaceae, Kerria klasse.
Kerria japonica, DC. (uit Japan) Het blad kleurt helgeel tegen de winter. Bladeren zijn eenvoudig en staan afwisselend, ovaal/lancetvormig en zijn ongelijk gezaagd, helder groen van boven en lichter eronder, dun, 3.5 cm lang en 1.5-3cm breed
De Japanse roos opent in oosterse gloed van opvallend geel/oranje op buigend groene en slanke twijgen. Bloemen zijn alleenstaand langs de twijgen en geel, 2-3.5cm in diameter, mei/juni.
Dit wordt gevolgd door een droge en op framboos gelijkende eetbare vrucht.
Een breed uitgroeiende plant met kale groene en wat gestreepte een veel merg bevattende takken en veel schubbige spitse knoppen.
Komt uit Japan en China en wordt 1-2m hoog.
‘Picta’ heeft wit gevlekte bladeren.
‘Simplex’ is de enkel bloeiende vorm.
=’Pleniflora,’ heeft grote dubbele bloemen.
Naam, etymologie.
(a) Kerria is zo genoemd naar William Kerr. Hij was eerst tuinman te Kew, dan superintendent van de Botanische tuin te Ceylon, (Sri Lanka) Hij reisde veel in China, Filippijnen en Java en haalde veel planten uit China. Hij stierf in 1814 als inspecteur in Paradenis (Sri Lanka) In 1804 voerde hij de Kerria in.
De enkelbloeiende, ‘Simplex,’ kwam pas in 1835 in Engeland.
(b) Door zijn dubbele dikke knopen leek het gewas veel op een braam of een Spiraea, in Frans Spiree de Japon.
(c) Ook werd de plant wel gezien als een soort van Corchorus, van de kaasjeskruidfamilie, Franse corchorus. De Candolle classificeerde de plant in het geslacht Kerria.
(d) Jodenpeppel, Engels jew ‘s mallow, Duitse Judenpappel en Japanische Kerrie, Franse mauve des juifs, omdat geel de kleur is van de joden.
(e) Engelse Japanese rose of globe flower, de dubbele vorm.
Gebruik.
Het hout is zacht en niet duurzaam. In Japan wordt het merg gebruikt om er kleine imitaties van bloemknoppen, bloemen en dergelijke van te maken die in een kop sake drijven.
Teelt.
Kerria is via wortelopslag, scheuren, maar ook door winterstek te vermeerderen. Knip eind februari stengels van snoeischaarlengte, +20cm, onder en boven een knoop. Stek ze ter plaatse 3 bij elkaar en zo diep dat er nog maar een paar cm. van de top te zien is. De bovenste top hoeft alleen maar uit te lopen, de rest verdroogt dan niet en kan overal wortelen. Plaats er een merkteken bij zodat je in mei, dan beginnen ze te groeien, weet waar ze staan.
Ook kan je ze in een diepe pot steken en gewoon buiten neerzetten. Wat plastic eroverheen stimuleert een betere opkomst. Denk dan wel om het verbranden van het stek door de zon. Er moeten altijd waterdruppeltjes op het plastic zitten. Dan worden de zonnestralen tegen gehouden en weet je dat de luchtvochtigheid hoog genoeg is. Met warm weer luchten, halfweg mei kan je het plastic er af halen. Bij sommige planten is het gewenst dat ze een struikvorm hebben of meer vertakt moeten zijn. Top de eerste scheuten dan in mei op een 5-10cm boven de grond. Geef dan ook (kunst)mest.
Het groen van de twijgen is een aparte kleur, geschikt voor een winterse kleurcombinatie met het rode of gele van de kornoelje.
Vanwege de slappe twijgen is de Kerria tegen een muur te leiden. In zijn thuisland ziet men de Kerria ook als haag.
Het liefst heeft ze wat schaduw en ook de bloemen zijn in de schaduw beter, in de volle zon worden ze bleker. Een Kerria groeit op bijna alle gronden, maar is wat wintergevoelig waardoor de toppen van jonge scheuten kunnen afsterven. Het is wel een kenmerk van een Kerria, tussen het groen zie je veel dode takjes of puntjes. Niet snoeien, na de bloei uitdunnen.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl