Vanilla

Over Vanilla

Vanille orchidee, vorm, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, teelt,

Uit F. Kohler, www.BioLib.de.

Vanilla komt met 100 soorten voor in de tropen.

Het zijn klimmende planten met dikke en vlezige stengels en luchtwortels waarmee zij zich aan bomen vasthechten.

Orchidaceae, orchideefamilie.

De meest bekende soort is:

Vanilla planifolia, Andr. (met vlakke bladeren)

De vanilleplant groeit als een soort klimop met lange, groen stelige kruipende of klimmende stengels naar het licht. Dit is geen klein klimmend orchideetje, de ranken kunnen 25 tot 100m lang worden. De gladde, dikke en heldergroene bladeren staan steeds tegenover een van de vele luchtwortels.

Met deze kronkelende luchtwortels hecht het zich vast aan de bomen.

De groenachtige bloemen vallen, voor een orchidee, in het geheel niet op. Ze staan in trossen van 15‑20 stuks en ontstaan in de bladoksels aan het bovenste deel van de stengel. De bloei is maar kort, niet eens 24 uur, wat voor handbestuiving zeer opletten is.

Na de bevruchting groeit het onderstandige vruchtbeginsel uit tot een groene en platgedrukte, 10-20cm. lange en 5-10mm. dikke vrucht.

Vanille is inheems in de tropische regenwouden van zuidoost Mexico, Midden en Z. Amerika.

Naam, etymologie.

In 1602 kreeg de Belgische herbalist Clusius peulen van Hugo Morgan, een geneesheer van Koningin Elisabeth. Clusius noemde het kruid Lobus longus Aromaticus. Hij kende noch het vaderland, noch het gebruik.

Piso, in zijn Mantissa aromatica in 1658, gebruikte voor het eerst de naam vaynilla, (modern Spaans vainilla) .Vanilla zou een afleiding zijn van het Spaanse vaina, van Latijn vagina: schede, dit naar de vorm van de zaadpeulen. Linnaeus noemde het geslacht Epidendron vanilla. Engels vanilla, Frans vanillier, Duits Vanille, Italiaans vaniglia of vanigliero.

Historie.

De eerste gecultiveerde vanille was door de Totonac mensen die in de Mazantla Valley woonden aan de Gulf Coast van Mexico bij het tegenwoordige Vera Cruz. Volgens de Totonaca mythologie werd deze orchidee geboren toen prinses Xanat door haar vader verboden werd om te trouwen met een sterfelijke, ze vluchtte naar het bos met haar geliefde, ze werden gevangen en onthoofd. Waar hun bloed de grond raakte ontstonden de tropische orchidee.

In de 15deeeuwe veroverden de Azteken van de centrale hooglanden Totonac en ontwikkelden een smaak voor de vanille, ze hadden een fermentatieproces ontwikkeld. Ze noemde de boon tlilxochitl; zwarte bloem, (of tlili) naar de gefermenteerde boon die krimpt en zwart wordt. Waar de meeste stammen aan de Azteken in de vorm van goud of maïs belasting betaalden, daar stuurden de Totonaca vanillebonen naar de koningen van de Azteken.

Vanille werd al gebruikt bij de Azteken in kruiderij. Ze verwerkten ze in de chocola.

Cortez zou bij zijn verovering van Mexico die gevanilleerde chocola geserveerd hebben gekregen door Keizer Montezuma.

De vanille kwam in Spanje in 1510, tien jaar voor de tabak. Het is gelijktijdig met cacao ingevoerd vanwege het aroma. Tegen het einde van de 16de eeuw werden fabrieken gesticht om chocola met vanillesmaak te maken. De Spanjaarden hadden met de vanille een uitstekend handelsproduct, een monopolie.

Het gebruik van met vanille gekruide spijzen gaf eerst ook vergiftigingsverschijnselen te zien, vanille bevat zelf geen giftige stoffen maar bevordert de ontwikkeling van bacteriën en kan daardoor in ijs en crème de melk vrij snel bederven. Vanillespijzen moeten dan ook uit verse materialen gemaakt worden.

In de 17de eeuw schreef men er geneeskrachtige werking aan toe, het zou stimulerend werken en werd gebruikt als maagmiddel, tegen gif, hysterie en zenuwen. Ook werd het gebruikt als afrodisiacum. Wat dit laatste betreft is het weer een echte orchidee. Bij vanille berustte de werking echter meer op de aangename geur.

Teelt.

Deze lange en onrijpe vruchten, vanillestokjes, geven de plant zijn waarde. De vruchten worden geplukt voordat ze geheel rijp zijn omdat ze anders openspringen. Ook geven geheel rijpe vruchten een mindere aroma. Hierna volgt de bewerking die op verschillenden plaatsen geheel anders is. Een zo’n bewerking is dat men de vruchten gedurende 10 sec. in kokend water dompelt waarna zij stuk voor stuk met een doek worden gedroogd. Daarna worden ze op een mat uitgespreid en onder een wollen doek in de zon gedroogd, een paar maal gekeerd en tegen de middag naar huis gebracht waar ze nog warm in de wollen doek blijven fermenteren. Ze worden op die wijze langzaam gedroogd en krijgen dan een bruine tot zwartbruin kleur. Door het drogen zijn ze overlangs gerimpeld en vettig op het gevoel. Aan de buitenkant zijn de peulen bezet met fijne en kleurloze kristalnaaldjes (vanilline) Dit drogen duurt 6-10 dagen. De vruchten worden dan naar lengte gesorteerd en met 50-60 stuks in bundels gebonden, in bladtin gewikkeld en in goed gesloten kisten op de markt gebracht. De kristallen op de oppervlakte ontwikkelen zich pas na de verpakking.

De vanilline, waaraan de reuk is te danken, bevindt zich niet in de onrijpe vrucht, maar ontstaat bij fermentatie uit een reukloos glucoside.

Vanille was het duurst betaalde, plantaardige product.

Het waaiert zijn aroma uit in ijs of pudding en in hete wijn zal het onvergetelijk zijn.

Vervalst werd vanille met de zogenaamde vanillons, dit zijn de vruchten van Vanilla pompona. (pronkend) Om vervalsingen en diefstal tegen te gaan werden de peulen op sommige plaatsen wel met speldjes getatoeëerd om zo de ware eigenaar aan te wijzen.

Bestuiving.

Vanille groeit van naturen in Mexico, in de vochtige kuststreken van Vera Cruz en komt niet tot vruchtzetting buiten Midden Amerika. Eeuwenlang probeerde men tevergeefs vanille als productiegewas in andere koloniën te kweken, zonder succes.

Levende planten werden door R. Miller verzameld en gekweekt in 1759. Door Ph. Mille werden ze in Engeland geïntroduceerd die in 1807 in Greenville bloeiden. Van Engeland kwam het gewas naar Antwerpen in 1812 en vandaar ging het naar Java in 1819. Ook in 1841 werd het naar Java gebracht, waar het bleek dat het daar al bestond. Op Insulinde groeide en bloeide het gewas zeer goed, maar gaf daar geen vruchten en dus geen oogst.

In 1836 kwam de Belg Charles François Antoine Morren in de botanische tuin van Luttich achter de oorzaak. De plant werd in Mexico bestoven door Melipoebijen en door bepaalde kolibries die speciaal voor deze plant geschapen lijken te zijn. Die diertjes kwamen op Java niet voor en men ging op kunstmatige bestuiving over, een simpele en doeltreffende bestuiving werd uitgevonden in 1841 door een 12 jaar oude slaaf, Edmond Albius te Réunion, een methode die nog steeds gebruikt wordt. Op Java was de oogst in 1874, 2455 kg. In Mexico was de oogst in het begin van 1900, 100 000 kg per jaar.

Kunstmatige vanille.

In 1858 werd door Gobley vanilline geïsoleerd en in 1874 werd vanille kunstmatig gemaakt uit het sap van de pijnboom. Synthetische vanille kwam dan ook steeds meer in opmaak.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl