Belamcanda
Over Belamcanda
Luipaardbloem.Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariƫteiten.
Uit Redoute.
Een kruidachtige meerjarige, oude tuinplant.
1 (of 2) soort.
Iridaceae, irisfamilie.
Belamcanda chinensis, Leman. (uit China) De licht groene bladeren zijn zwaardvormig en tot 45cm lang, 2-3cm breed, net als Gladiolus.
Opstaande, vertakte en met enkele bladeren bezette stengel.
Bloemtros is 2-3 maal gaffelig vertakt, bloemdekbladen zijn wijd uitgespreid en 3cm lang, helder oranje, in het midden rood gestreept en gestippeld in augustus/september.
Zaadpeulen openen in de herfst en laten zwarte vlezige vruchten die wat op blackberries lijken.
Een vaste plant met wortelstok en bladeren als Iris.
Uit Centraal Azi, China en Japan wordt 50-100cm hoog. Is beschreven in 1759.
'Flava,' heeft zuiver gele bloemen.
'Purpurea,' heeft meer purper gestreepte en gestippelde bloemen.
De wortelstok zou lang in O. Aziƫ gebruikt zijn voor astma, gezwollen lever, malaria en pijlgif.
Naam, etymologie.
Belamcanda, van belam-canda, de Indische naam, belam; kracht, kanda is de Sanskriet naam voor een bol of knol.
Duitse Leopardblume en Engelse blackberry lily en leopard flower, luipaard bloem, de eerste naam naar de trossen van glimmende zwarte ronde zaden, de tweede naar de oranje bloem die rood gevlekt is, Frans fleur Lopard of Iris tigr, plaatselijk she gan.
Planten.
Mooie plant voor borders en grote rotstuinen.
Groeit goed in zandige maar voedzame grond in matig vochtige en beschutte plaatsen, in de winter goed bedekken met turf omdat de plant niet geheel winterhard is.
Vermeerderen door zaad of scheuren in het voorjaar.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl