Anthurium
Over Anthurium
Flamingoplant, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.
Flamingoplanten of Anthuriums zijn afkomstig uit tropisch Amerika, Columbia en Venezuela.
Meerjarig.
De stengels zijn kruipend, klimmend of boomachtig.
Bladen variabel en netachtig generfd met een duidelijke middennerf.
Bloem in een aar en omgeven door een schutblad. De vrucht is een bes.
Met 600-800 soorten zijn het uitsluitend in de tropen voorkomende klimplanten en epifyten. Ze vormen dan ook een klein wortelstelsel. Bladeren groeien rechtstreeks uit de vlezige wortelstok.
Vele Anthurium soorten en variteiten worden zowel om hun blad als om hun bloemen gekweekt. Op die manier kan men ze ruwweg verdelen in 2 groepen, die van blad en bloem.
Araceae, Aronskelkfamilie.
Uit l’illustration horticole.
Vormen.
1. De botanicus Karl von Scherzer, 1821-1903, vond omstreeks 1850 de eerste soorten van dit geslacht. Naar hem is =Anthurium scherzerianum, Schott. genoemd. Hij was consul van Oostenrijk in Guatemala en zond een boeket van deze bloemen naar een landgenoot, de botanicus A. Schott, die het gewas verdere bekendheid gaf.
De flamingoplant heeft stevige en leerachtige, donkergroene bladeren die grondstandig zijn en aan lange, stevige stelen zitten, tot 30 x 8 cm groot.
Het schutblad (spatha) is glad, scharlakenrood en eivormig of hartvormig.
Vuur/rode bloemschede valt zeer op, die bestaat verder uit een oranje/rode, rolronde en spiraalvormige opgerolde kolf met zeer kleine en onaanzienlijke bloempjes De bloeikolf is meestal krom en kan zelfs gewonden zijn.
De rijp gele, eivormige bessen staan dicht opeen in de bloeikolf.
Is inheems van het Amazonegebied tot in Guatemala.
De ‘bloemen’ blijven wel 8 weken goed.
5.
Uit ‘l’illustration horticole.
Anthurium andreanum, Linden. Is in 1876 vanuit Columbia ingevoerd waar het op de grond en op bomen en zo genoemd is naar de vrouw van de ontdekker Edouard Andre, 1840-1911, Franse tuinarchitect.
Alle bladeren zijn grondstandig en hebben lange, stevige stengels. Ze zijn hartvormig, toegespitst en staan verspreid, 20–40 cm lang en 10–16 cm breed, met meestal zeven paar uitgesproken nerven die van de bladsteel uitgaan.
De bloem is een felrood, glanzend, hartvormig, 9 – 12 cm lang schutblad (spatha) met een diep ingesneden voet. De schutbladeren hebben meestal kuiltjes tussen de netvormige nerven.
De bloeikolf (spadix) is 6 – 10 cm lang, opgericht of overhangend. De afzonderlijke bloemen zijn zeer klein en slechts als witte puntjes zichtbaar.
De vruchten zijn eivormige, gele bessen die dicht opeen staan in de bloeikolf.
Deze, de lakanthurium, wordt veel voor snijbloem gebruikt.
Fors groeiende plant die van de andere verschilt door de grotere bladeren en meer glanzende bloemscheden, de witte bloeikolf is dikker en staat rechtop, heeft ook meer warmte nodig.
Naam, etymologie.
Anthurium komt van Grieks anthos: een bloem, en oura: een staart, een verwijzing naar de bloem die een bloeikolf heeft die op een staart lijkt. Ze bezitten een kegelvormige bloeikolf van geel tot wit en daarin zitten de bloemen. De bloemschede is hartvormig, net als het blad, rood‑oranje‑roze‑wit en zeer glanzend, vandaar de naam lakanthurium. De bloemschede valt het meest op.
Engels en Hollandse flamingo plant, Duitse Flamingoblume en Schweifblume, Engelse tailflower, banner plant, Franse anthurium of flamant ros.
In het begin van deze eeuw waren er maar 2 soorten vermeld, maar sindsdien is het een zeer belangrijk geslacht geworden en zijn er nu vele hybriden. Dit zijn hoofdzakelijk hybriden van Anthurium scherzerianum x andreanum, ook williamsii, die onder de naam Anthurium x hortulanum Birdsay (van de hof) vermeld worden.
De hybriden die afkomstig zijn van andreanum hebben de volgende kenmerken.
Donker groene en pijlvormige bladeren zijn 40cm lang en 12cm breed.
De bloemscheden variren in kleur van rood tot roze, oranje of wit, 7-12cm lang en glanzen alsof ze gelakt zijn.
De uitstekende cilindervormige bloeikolf is vlezig en 5-7cm lang, licht gekromd en geel tot roomkleurig.
Hybriden die afkomstig zijn van scherzerianum hebben de volgende kenmerken.
Leerachtige en donkergroene bladeren van 30cm lang en 10cm breed die op lange stelen staan.
De 7-10cm lange bloemschede is wasachtig en glanzend scharlaken/rood, oranje/rode en spiraalvormige gedraaide bloeikolf is 5-7cm lang. Bloeischede kan donkerder en wit gevlekt zijn, ook groter.
Anthurium clarinervium Matuda. (Latijn clarus; helder, nervis; nerven) Grote ongewoon dikke bladeren van diep donker groen dat met zwart gemengd is en met witte lijnen. Komt uit zuidelijk Mexico en daar bekend als Hoya de corazon. Velvet cardboard, white veined Anthurium. Lijkt veel op de volgende.
9. Uit l’illustration horticole.
Anthurium crystallinum Lind & Andre (kristallen, de middenrib van de bladeren)
Donkere en bronsgroene, hartvormige en fluweelachtig glanzende bladeren die voorzien zijn van lichtgrijze nerven kunnen wel 50cm lang en 30cm breed worden. Jonge bladeren hebben een metaalachtige paars/rode kleur. De bladeren staan vrijwel verticaal op 40cm lange stelen
De bloemschede is groen en onopvallend.
Een mooie kamerplant en bladplant.
Is beschreven in 1903.
Planten.
Het zijn tropische planten en houden van een vochtige en warme omgeving. Zet de pot op een eilandje water en sproei het blad af en toe af. In de bloeitijd geregeld mest geven. Licht mag, maar geen felle middagzon. In de winter minimaal 12 graden.
Vermeerderen is mogelijk door scheuren, doe dat gelijk met verpotten. Spoel de wortels schoon in lauw water en haal de planten uit elkaar. Gebruik een zeer luchtige potgrond, anthuriummengsel.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl