Buglossoides
Over Buglossoides
Parelstruik. Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariëteiten.
Een en tweejarige kruidachtige planten, struiken of bomen en zelden lianen.
Ze zijn duidelijk behaard op de bladeren en stengels. Er zijn veel Midden Europese soorten. Een 15 soorten uit Europa en Azië.
De meestal afwisselend geplaatste bladeren zijn eenvoudig en gaafrandig.
Boraginaceae, ruwbladigen, Heliotrope klasse.
Uit O. Thome.
=Buglossoides arvensis (L.) I. M. Johnst.(van de akkers) is een eenjarige plant.
Stengels opgaand en vertakt.
De met aanliggende haren dicht behaarde plant wordt 10-70cm hoog en heeft een penwortel.
Lancetvormige, 3-5cm lange en 1cm brede bladeren hebben geen duidelijke zijnerven.
Bloeit van april tot juni met 6 tot 9 mm lange en 4 mm brede, rechtopstaande, witachtige, zelden iets blauwachtige bloemen met ontbrekende keelschubben.
Vierdelige splitvrucht met aan de top een snavel.
Groeit tussen het graan op matig vochtige, kalkrijke grond in Eurazië.
De plant komt voor tussen het graan op matig vochtige, kalkrijke grond in Eurazië.
Heeft helderrode wortels en geeft die kleur aan papier of linnen. Maar het plantje groeit met een paalwortel die een afwasbaar rood heeft dat gebruikt werd als een soort schmink, een boerenschmink. Linnaeus merkte op dat de meisjes in Finland en Lapland hun gezichten met teer en melk bestreken tegen het steken van muggen, maar het rode sap van deze wortels gebruikten om weer een blozende kleur te krijgen.
De zaden, semen Lithospermi nigri, werden als een huismiddel tegen urine- en steenziektes gebruikt.
Uit en.wikipedia.org
Buglossoides purpurocaerulea (L.) I. M. Johnst. (purper/blauw) (=Lithospermum purpurocaeruleum L.) Donkergroene bladeren zijn lancetvormig en 1nervig, behaard.
Kruidachtige stengels zijn behaard, de niet bloeiende liggend en tot 80cm lang, de bloeiende opstaande.
Eindstandige losse trosjes van 1cm grote bloempjes die eerst purper/rood en later hemelsblauw worden, aan de buitenkant behaard in juni/juli.
Kalkhoudende grond. Een bodembedekker die zelfs droogte en schaduw verdraagt. Waar de stengels de bodem raken, gaan ze wortel schieten.
Uit Midden en Z. Europa, Kaukasus, Klein Azië en Japan, wordt 20-40cm hoog.
Naam, etymologie.
Blauw parelzaad, Engels creeping of purple gromwell, Duits Blauroter Steinsame, Purpurblauer Steinsame, Frans grmil pourpre bleu. Japanse naam is murasaki wat een inspiratie was voor de pennaam Ҍady Murasaki’ Ӡen is ook de bron voor de gewone Japanse term voor de kleur purper, murasaki iro. De verf die van de wortel gemaakt wordt heeft ook andere namen als shikon, ze hebben aluin nodig en zijn zo moeilijk te bewerken. Tijdens de Han periode waren er wetten dat murasaki-gekleurde kleding er alleen was voor de heerseres en haar dames.
Buglossoides; buglos-achtig, de oude naam bugloss heeft betrekking op Anchusa officinalis. Door oude schrijvers wordt deze plant aangeduid met de Griekse naam bouglossa. Het Griekse bous en glossa betekent respectievelijk os en tong, ossentong. Ruw parelzaad, field of corn gromwell, bastard alkanet, Duits Acker-Steinsamen, Rindszungen, Frans gremil des champs.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl