Hippeastrum

Over Hippeastrum

Amaryllis, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt

Hippeastrum is een Z. Amerikaans bolgeslacht, (Amaryllis is Z. Afrikaans) die daar met een 70 soorten voorkomt en bewoners zijn van de bosgebieden en savannen die periodes van droogte kennen. In die tijd sterven de lange parallelvormige bladeren af.

Ze bezitten een holle bloeistengel van 6-60v, (Amaryllis een massieve) en bloeien voor of met de komst van het blad.

3-7 bladeren zijn 10–60 cm lang en 1–5 cm breed.

De bol heeft een diameter van 3-13cm.

Bloemen zijn 3-11 cm groot, er zijn verschillende kleuren.

Er zijn honderden hybriden.

Amaryllidaceae, Amaryllis familie, Amaryllis klasse.

Uit E. Bury.

4 =Hippeastrum aulicum, Herb. (hoffelijk)

Het is een sterke plant met 6-8 groen blijvende bladeren van 30-60cm lang en 5cm breed, helder groen

Trechtervormige, licht rode bloemen met zacht groene binnenkant, bloembladeren met een geruite nettekening. Een winter bloeier.

Ovale bol van 7-10cm lang met een korte nek

Uit Brazilië is beschreven in 1810.

Lily of the palace.

6. Uit E. Bury.

=Hippeastrum psittacinum, Herb. (papegaaiachtig) een karmozijn gestreepte en gerande bloem op een groenachtige ondergrond.

Uit Brazilië is beschreven in 1816. Parrot Amaryllis.

7. uit www.infojardin.com

Hippeastrum puniceum, Urb. (scharlakenrood) (Hippeastrum equestre, Herb.) (Latijn voor paardrijder, dus ridder) Heeft 60cm lange en 5cm brede ongesteelde bladeren.

De bloem wordt 10cm lang en is bij de wilde vorm oranje, bij de gekweekte vorm ook wel wit, augustus.

Uit Tropisch Amerika is beschreven in 1710.

Is in Suriname bekend als de grote penpen en groeit daar vooral op zand en schelpristen, wordt ook wel gekweekt. Engelse Barbadoes lily.

8. Uit Redoute.

Hippeastrum reticulatum, Herb. (netvormig) met purperrode netvormig geaderde bloemen in april komt uit Brazilië en is beschreven in 1777. Netted veined Amaryllis.

10. Uit E. Bury.

=Hippeastrum reginae, Herb. (koningin) de koningsridderster volgde in 1720. uit Mexico. Die is helderrood met een groenachtig witte ster in het hart van de bloem in mei.

Naam, etymologie.

De naam koningsridderster is eigenlijk niet goed. Reginae betekent koningin en zo zou het koninginriddderster moeten zijn. Engelse Mexican lily.

De naam Hippeastrum is gekozen door de eerwaardige William Herbert in 1837 en genomen van het Griekse hippeus: een paardenman of ridder, en astron: een star, er zou een gelijkenis zijn tussen ridders en sterren in de bloemen van Hippeastrum reginae, L. De koninklijke amaryllis heeft in de scharlakenrode bloemen een grote ster in het midden, dit is de knight ‘s star lily, in het Duits Rittersterne. De eigenlijke naam is dus ridderster, ook bij zijn bloemen zocht men een vergelijking met de tekening van de ridderorden. Frans amaryllis.

11. uit www.bulbsociety.org

Hippeastrum leopoldii, Dombr. (koning van Belgi, Leopold 1, 1790-1865) Die draagt slechts 2 grote bloemen per stengel. De onderste helft is rood de met groen/witte punten aan de rand en groen-witte keel. Hiervan zijn zeer vele kruisingen.

Is afkomstig uit het Andesgebergte, Peru en is in 1869 beschreven.

13. uit www.luomus.fi

Hippeastrum rutilum, Herb. (roodachtig) Wordt tot 60cm, met groen/rode bloemen in april.

Uit Z. Brazilië is beschreven in 1810.

14. Uit Lindley.

=Hippeastrum vittatum, Herb. (breed gestreept) De ondergrond is wit met rode strepen.

Uit de Andes, Peru en bosrijke streken van Brazili. Is beschreven in 1769.

Uit J. Jacquin.

Historie.

In 1728 kwam uit west midden Amerika de koningsridderster waarna in het midden van de vorige eeuw verschillende andere soorten volgden, voornamelijk uit steppegebieden van Z. Amerika die voor hun groei niet de vochtigheid van de kassen nodig hadden.

De oudste, in Nederland ingevoerde Hippeastrum, is =Hippeastrum equestre Herb. (Latijn voor paardrijder, dus ridder). Die werd echter in 1698 onder de naam Amaryllis belladonna afgebeeld door Paul Hermann, prof. in de medicijnen en plantkunde te Utrecht. Dit geslacht heeft dus eigenlijk de oudste rechten op deze naam.

Kruisingen.

Reeds kort voor 1800 werd Hippeastrum reginae door de Engelse horlogemaker Johnson uit Lancashire (1799) gekruist met Hippeastrum vittatum, het resultaat was Hippeastrum x johnsoni die zijn naam droeg. De sedert door kruising verkregen vormen zijn talloos. Hun karakter verbeterde naarmate onbekende soorten uit het vaderland werden ingevoerd met fraaiere bloemen dan de oude. In 1837 worden er al 57 hybriden genoemd. In het bijzonder de invoering van Hippeastrum pardinum Lem. (panterachtig) met gespikkelde bloemen en Hippeastrum leopoldii Dombr. met zeer regelmatig bloemdek, beiden omstreeks 1870, heeft tot nieuwe verbeteringen van het ras geleid.

Uit E. Bury,

=Hippeastrum johnsoni.

Moderne vormen.

De tegenwoordige Hippeastrum ‘s onderscheiden zich door grote en regelmatige gebouwde, wijd openstaande bloemkelken met een korte buis die gewoonlijk met meer dan 4 bloemen aan een stengel zitten. Er zijn schitterende levendige en zuivere kleuren waaruit het groen nagenoeg is verdwenen, van wit tot donkerbloedrood en afwisselend violet. De bloemen blijven meer dan 10 dagen geopend op een bloemsteel van bijna een halve meter. In tegenstelling tot vroeger toen het uit een zaailing wel 4 jaar duurde voordat ze bloeiden is dit tegenwoordig al 2 jaar.

De beste verzamelingen vond men in Engeland en Nederland. Het aandeel van de Nederlandse kwekers aan de verbetering van Hippeastrum is groter dan naar buiten is gebleken, omdat vooral in de 19de eeuw de in Nederland gewonnen nieuwe vormen veel door Engelse firma ‘s werden opgekocht en de Nederlandse oorsprong niet bekend werd gemaakt. De eerste commerciële telers van Hippeastrum waren Nederlandse kwekers die verschillende soorten invoerden vanuit Mexico en Zuid-Amerika. In 1946 verhuisden twee Nederlandse kwekers naar Zuid-Afrika om daar Hippeastrum te gaan kweken. Hoewel de meeste gekweekte vormen van Hippeastrum uit Nederland en Zuid-Afrika komen worden er nu ook cultivars uit andere landen aangeboden. Vooral de dubbele bloemen uit Japan zijn erg aantrekkelijk. Over het algemeen produceren Nederlandse bollen eerst bloemen en na de bloei ontwikkelen de bladeren zich pas. Bollen van kwekers uit Zuid-Afrika ontwikkelen tegelijk bloemstengels en bladeren.

Er zijn een vijf basistypen van Hippeastrum;

1) enkelvoudige bloem, de gewone met de;

2) dubbele bloem en de;

3) miniatuur, als ‘Papilioռ,’ (vlinder)

4) cybister met zeer dunne bloembladen die spinachtig genoemd worden

5) trompet, dus buisvormige bloemen.

IRA.

In 1964 publiceerde The American Plant Life Society de Internationale Registratie Autoriteit (IRA) voor Hippeastrum, een cumulatief register met ca. 900 cvճ. Sinds het tuinbouwkundige congres in 1990 heeft de KAVB de werkzaamheden van IRA voor Hippeastrum van de Amerikaanse society overgenomen.

Om een indruk te geven van het type Hippeastrum zijn alle cvճ in groepen ingedeeld. De eerste Hippeastrum cultivar classificatie stamt uit 1934, herzien in 1950 en wederom in 1953. De laatste is nu nog in gebruik met groepen als Trompet-type, Belladonna-type, Reginae-type, Leopoldii-type, Orchidee-type, een type met dubbele bloemen en een miniatuur type. Daarnaast zijn er nog een restgroep met cvճ die nergens inpassen plus een groep van wilde soorten of species met al hun ondersoorten die in cultuur zijn.

De meeste cvճ behoren tot de Reginae-groep ‘Basuto,’ of de Leopoldii-groep ‘Appleblossom,’, hoewel het steeds moeilijker wordt om hier onderscheid in te maken. Beiden zijn vernoemd naar species met een dergelijke bloemtype. Daarnaast komen dubbele cvճ voor en de zogenaamde Gracilis-typen. Dezen zitten tussen het Leopoldii- en Reginae-type enerzijds en de miniaturen anderzijds in. Een groep die na al die tijd nog steeds duidelijk is, is de trompetgroep, bv. ‘Pink Floyd.’ Die groep is duidelijk te zien, zowat te horen.

Vormen.

‘Appelbloesem,’ is een van de populairste Hippeastrum. Vanuit het groene hart gaat de kleur over naar roze strepen op een witte ondergrond, het laagste bloemblad is vrijwel geheel wit.

Een zuiver witte is de ’Mont Blanc,’.

‘President Johson,’ heeft een mooie rode rand om de witte bloembladen die iets roze gekleurd zijn. Een vurig rode met wijd open mond is ‘Red Lion,’, de ‘Rosy Queen,’ is zachter van kleur.

Verder zijn bekende vormen: ‘Ludwig’s Dazzler,’ ‘Mevr. Warmenhoven’, ‘Rilona’, en ‘Red Heart.’

In Amerika werd zelfs een dubbele gevonden, deze bijzondere plant heeft een zalm/roze kleur met witte strepen.

Uit Lindley.

Enigszins afwijkende van de besproken soorten zijn =Hippeastrum solandriflorum (bloem als Solandra) met een zeer lange bloembuis en groenachtig witte bloemen. Verder Hippeastrum aulicum, (hoffelijk) die in de winter bloeit met een zeer onregelmatig en helder karmijn bloemdek. Deze laatste wordt 45cm groot en komt uit Brazili, is ingevoerd in 1819. Hippeastrum procerum, (hoog en slank groeiend) of ‘Imperatrice du Bresil,’ heeft een zeer lange bol en lila kleurige bloemen. Hiervan zijn vele kruisingen.

Planten.

De bollen worden tegen de winter opgepot. De potgrootte is zodanig dat de pot enige cm. ruimte laat rondom de bol. De vlezige wortels worden goed uitgespreid. De bol komt 1/3 gedeelte in de aarde, de rest erboven. De grond wordt eerst doordrenkt met water en op een warme plaats gezet. Nu alleen gieten als de grond droog wordt, in deze tijd eerst wat voorzichtig zijn met water geven. Na de komst van de bloemknop geeft men geleidelijk aan meer water. Soms komen de koninklijke bloemen zonder bladeren, dat geeft niet, die komen later wel. Is de bloem uitgebloeid dan wordt de bloemstengel zo dicht mogelijk bij de bol afgesneden. Na de bloei wordt de plant koel weggezet en in mei buiten in de grond, met pot en al, ingekuild. Geef goed bemesting en vocht. Denk erom, als de plant uit huis komt, dat het blad niet tegen felle zon kan. In augustus wordt met de bemesting gestopt en septemberoktober wordt gerooid en gestopt met water geven, er komt zoveel water dat de dikke sappige wortels niet verdrogen, ze blijven dan bij 18-20 graden staan tot de bloemstengel weer boven de bol komt, dan worden ze in het licht gezet en weer begoten.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/