Cephalotaxus

Over Cephalotaxus

Knoptaxus, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Uit Missouri botanical garden.

Dit kleine geslacht komt met een 11 soorten voor in zuid tot oost Azië, van de Himalaya tot Japan en Korea.

Het geslacht is nauw verwant aan Taxus waarop het vaak geent wordt.

Door de wat spreidende en hangende takken en in de regel wat grotere bladeren, soms tweemaal zo groot als die van de Taxus, 1-10, soms 20m, is het sierlijker dan de Taxus.

De zachte bladeren staan spiraalvormig aan de scheuten, maar gedraaid aan de basis zodat ze in twee lagen liggen, stompe punt. Het blad heeft aan de onderzijde twee opvallend blauwachtige lijnen, die van Taxus zijn lichtgroen. Ook heeft het gomkanalen in het merg.

Deze planten zijn tweehuizig. De manlijke bloeiwijze staat in een trosje in de oksels van de naalden van de manlijke planten. De vrouwelijke bloeiwijze is een gesteeld trosje die zich op de vrouwelijke vorm ontwikkelt.

De bruin/rode vruchten zijn min of meer nootachtig en een giftige schijnbes omgeeft de zaden. Ze worden gegeten en verspreid door squirrels.

Taxacaceae of Cephalotaxaceae.

=Cephalotaxus fortunei Hook (Engelse botanist Robert Fortune die planten in China verzamelde, 1812-1880) Dit is een sierlijk soort met lange en dunne takken.

Komt uit China en wordt bij ons gekweekt. In zijn vaderland bereikt het 15m hoogte, bij ons meestal wordt het meestal als struik gekweekt van een 3m.

Geïntroduceerd in 1848.

Naam.

Chinese pruim taxus, Chinese plum yew, Chinese cowtail pine, Chinesische Kopfeibe of in Chinees als san jian shan.

Uit J. Zuccarini, www.BioLib.de

=Cephalotaxus harringtonia, K. Koch. ( Earl of Harrington die deze boom als eerste in Europa geplant heeft in 1829 ) (Cephalotaxus pedunculata (gesteeld) Stijve en meestal licht groene naalden in jonge toestand zijn smal en recht met een plotselinge punt. Aan de onderzijde zitten twee blauwwitte strepen.

De schijnbes is giftig.

Stamt uit Japan en is de laagste soort met spreidende takken, 5m hoog, 3m breed.

‘Fastigiata’, is voor het eerste geselecteerd in 1861 in Japan. Een opmerkelijke vorm is de zuilvormige ‘Fastigiata’ met opgaande takken en spiraalvormig gearrangeerde bladeren. Groeit vrijwel overal, ook in de schaduw en zelfs onder de drup van bomen.

Var. nana heeft kleinere naalden en kegels.

Naam, etymologie.

Deze werd eerst als een Taxus beschouwd toen het gedeeltelijk beschreven werd door Thomas Andrew Knight in 1839 en werd Taxus harringtonii genoemd. Het kwam in het huidige geslacht door Philipp Franz von Siebold en Joseph Gerhard Zuccarini in 1846, maar wel met een nieuwe naam Cephalotaxus drupacea. Sommige botanisten beschouwen Cephalotaxus koreana en Cephalotaxus sinensis als synoniemen van Cephalotaxus harringtonia.

Een plant die veel op taxus lijkt en vaak door een oppervlakkige waarnemer verwisseld wordt, is Cephalotaxus. Deze naam komt van Grieks kephale: een hoofd, en taxus: naar de overeenkomst met de taxus. Het is de knoptaxus, Duits Japanische Kopfeibe of Kugeleibe, Pflaumeneiben, Engels clustered flowered yew of plum yew, cowtail pine.

Planten.

Ook deze planten kunnen vrij goed tegen schaduw hoewel de compacte groei dan wel losser wordt. Vermeerderen door zaad, stratificeren en april/mei zaaien, of stek, zie Taxus.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl