Ternstroemia

=Ternstroemia japonica uit J. Zuccarini, www.BioLib.de.

Naam, etymologie.

Ternstroemia is zo genoemd ter eren van Christopher Ternstroem, een Zweedse reiziger die in 1745 overleed.

Een geslacht dat bestaat uit altijdgroene struiken of bomen.

Bladeren zijn leerachtig, gaafrandig of gezaagd/getand.

Okselstandige bloemen die alleen staan of wat in bosjes.

Ongeveer 45 soorten komen voor in het warmere deel van Azië, Indische archipel en tropisch Amerika.

Ternstoemeriaceae of Theaceae, theefamilie.

Ternstroemia penangiana Dyer (uit Penang in Maleise) (Reinwardtia elongata Korth. Ternstroemia micrantha, Scheff., Ternstroemia houtsoortiana, Pierre (Nederlandse plantkundige Houtsoorten) Ternstroemia elongata Koord) (verlengd) De bladeren van 0,10 tot 0,15m lang zijn aan de top enigszins kransvormigs geplaatst.

De vrij grote bloemen zie je in de regel in november en zijn reukloos, eerst vuilwit en later vuil roze gekleurd.

In de vruchttijd, die eind november begint, valt de boom op door de talrijke vruchten die een oranje tint hebben. Bij het openspringen van de vrucht hangen de fraaie oranje kleurige zaden er uit.

De altijd groene boom wordt een 20 - 30m hoog, de stam is tot 0,40 a 0,50m dik en zuilvormig, zonder gleuven en rijk vertakt. De kleine onregelmatige kroon is hoog aangezet.

Een hoge boom met kleine kroon en meer geschikt voor de bergstreken van Indonesië. De inlandse naam daar is nangpenangan, naar de gelijkenis van de nog niet opengesprongen vrucht van de pinang, banaan.

Het hout is duurzaam en sterk.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/