Adiantum
Over Adiantum
Venushaar, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Adiantum.html
200 soorten komen voor in dit geslacht, afkomstig uit de tropen en subtropen, voornamelijk Midden en Zuid-Amerika. 1 soort in Europa.
Het zijn meestal kleine en sierlijke varens, met samengestelde bladeren die in talrijke waaiervormige blaadjes zijn verdeeld. Aan de onderkant zie je de bruine sporenhoopjes langs de randen van het loof.
De bladen hebben gewoonlijk gepolijste, zwarte of purperen stengels.
Wortelstokken groeien horizontaal en staan dicht aan de oppervlakte.
Deze familie levert de meest nuttige en populaire soorten voor de varenteelt.
Filicinae, varens, klasse 4, Pteris klasse.
Uit M. Descourtilz.
17. =Adiantum pedatum, L. (voetvormig, de vogelpootvormige bladeren) De licht groene blaadjes zijn veervormig en kort gesteeld.
Groeit gemakkelijk in half beschaduwde plaatsen, op wat vochtige grond.
Mooie winterharde varen met rechtopstaande, kastanje/bruine tot gitzwarte maar stevige stengels die bovenaan boogvormig vertakt zijn waarop aan een kant de geveerde bladeren geplaatst zijn.
Uit N. Amerika, wordt 40-60cm hoog.
Hoefijzervaren, American maiden hair fern, five-finger fern of Northern maidenhair, Duits Pfauenrad-Frauenhaarfarn.
‘Imbricatum’, is goed winterhard, vocht en schaduw.
19. uit www.landcraftenviroment.com
Adiantum hispidulum, Swartz. (met wat stijve haren bedekt als een borstel) Gevorkte en geveerde bladeren zijn 20-30cm lang en 15cm breed, onregelmatig samengesteld en handvormig samengesteld, leerachtig en rechthoekig, eerst rood/bruin en later groen. De bladeren komen uit de rizomen.
Uit Europa, Spanje, Azië, wordt 30cm hoog.
Rough Maidenhair, rosy maidenhair.
21. uit www.classicnatureprints.com
= Adiantum tenerum, Swartz. (zacht) Glanzende, donker bruine stelen met 3-4maal geveerde en donker groene, driehoekige bladeren met sterk geschulpte randen.
Deze varen worden ook wel in snijbloemen en bloemstukjes gebruikt.
Fors groeiende plant uit tropisch Australië, Polynesië, wordt tegen 1m hoog.
‘Farleyense’ met overhangende, geelachtig/groene bladeren die aan de top ingesneden zijn.
‘Scutum Roseum’ verschilt doordat de jonge blaadjes licht roze zijn.
Broze haarmosvaren, Fan maidenhair, brittle maidenhair.
30. Uit O. Thome.
=Adiantum capillus‑veneris, L. (Venus haar)
De dunne, kruipende wortel is ruig, met zwarte haarachtige schalen.
De stengel is meestal de helft van het blad, en is glanzend zwart tot diep purper. De hoofdstengel is zelden dikker dan pakdraad en de lichte steeltjes zijn zo licht en elastisch, zo zwart en haarachtig dat het de specifieke naam gaf.
Op de bladsteeltjes wiebelen de tot 2‑3 maal geveerde bladeren van een 30-60cm lang en 25cm breed. Bladen zijn onregelmatig en de deelblaadjes gesteeld, gelobd, rondachtig tot wigvormig en afwisselend geplaatst. De onvruchtbare lobben zijn gezaagd, de vruchtbare eindigen in lijnvormig en ovale vruchtgroepjes. Ze groeien in dichte bosjes, komen in mei en worden in juni vervolmaakt.
Het is een bekende kamervaren en zou in Nederland bij de grotten van Maastricht in het wild aangetroffen zijn. Het gewas is wijd verspreid door beide tropische en gematigde streken en varieert licht in vorm op verschillende plaatsen. Groeit meer in Z. Europa en hangt daar aan de vochtige kant van rotsen van de Alpen, Z. Tirol en Zwitserland.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘De Grieken noemen dit kruid Adianton, Theophrastus en na hem Plinius noemen het Adiantum nigrum want ze beschrijven twee geslachten van Adiantum, een witte (Asplenium) en een zwarte’.
Adiantum komt van het Griekse a: niet, en diainein: bevochtigen, omdat de bladeren niet nat worden. Dit verwijst naar het haar van Venus dat niet nat was toen ze uit de golven stapte. De naam Adianton is dit kruid meegedeeld omdat de bladeren ervan nimmermeer nat of vochtig zijn, als Theophrastus betuigt. Want dit gewas versmaadt alle vochtigheid en al wordt het dikwijls met water besproeid of erin gedoopt, het zou nochtans altijd blinkend en glad blijven en droog schijnen te wezen, zegt Plinius, Spaans en Italiaans adianto, Frans adianthe’s Brunfels is meer te geloven; ‘In op Griek’. Adianthon, daarom omdat het geen bloempjes heeft, geen stengels, noch ook geen vrucht.’
Dodonaeus (b) ‘Het heet ook wel Callitrichon, Polytrichon en Ebonotrichon en in het Latijn niet alleen Adiantum, maar ook Polytrichum, Callitrichum, Cincinnalis, Terrae capillus, Supercilium terrae en van Apuleius Capillus Veneris, Capillaris en Crinita en van sommige andere Coriandrum putei. De apothekers van Itali noemen het Capillus Veneris (dan in de Nederlandse apotheken wordt de steenruit voor de Capillus Veneris gehouden en gebruikt) in het Hoogduits heet het Frauwen har, dat is vrouwen-hayr in het Nederduits. Men noemt het Callitrichon en Polytrichon omdat het haar verft en dicht maakt. Het heet in onze taal vrouwen-hayr en Venus-hayr, in het Engels Venus hayre’s.
Capillus‑veneris betekent Venushaar, onze Venushaar, maagden- of meisjeshaar, Duitse Frauenhaar, Venushair, Jungfrauenhaar en Krullfarn, Franse capillaire de Montpellier en chevaux de Venus, Italiaans heeft ook capel-venere, in Engels true maidenhair, black maiden hair, capillaire, dudder grass, Venusճ hair en Lady’s fern. Dit naar de fijne zwarte bladsteeltjes die in massa uit zwarte vezels ontspringen: het haar van Venus. Deze naam was al gevonden in de Herbarius van de 4de eeuw en toegeschreven aan Apuleius.
Dodonaeus; ‘In Frankrijk wordt het ook polytrice genoemd en bij andere rue de mur of gurguet of Latijns Gramen murorum, doch oneigenlijk, hier te lande plag het ook muer-ruyte en steen-ruyte genoemd te worden. (verwisseling met Asplenium)
De plant is een symbool van oordeel en verstand. Ze staat onder het beheer van Mercurius.
Gebruik.
Beide zijn ze zeer behulpzaam in alle ziektes van het hoofd en voor het herstellen of het opnieuw groeien van haar. Het zou het ook opnieuw laten golven of draaien.
De plant komt ook in Z. Europa voor waar het gedroogde loof bij de Grieken en Romeinen als geneesmiddel in gebruik was. Ook werd het nog lang als Herba Capilli Veneris in de apotheek gebruikt als een middel tegen borstziektes en aandoeningen van de luchtwegen. Het gedroogde kruid werd wel bij borstthee gevoegd. Na het koken behoudt het de looi en bitterstof en met suiker gekookt geeft het de zogenaamde Capillar siroop wat als slijm lozend en zweetdrijvend middel gold, 20 gram van het gesneden kruid koken met halve liter water waarin 100 gram suiker in opgelost is. Dat drink je kopvormig bij borstziektes.
Vroeger werd het zo gebruikt. (141, !64) ԁdiantum, als Galenus betuigt, is zeer nuttig om de dikke, taaie, slijmerige vochtigheden van de borst en longen te laten rijpen en rijzen of door het spuwen te laten voortkomen. Hetzelfde met enige drank ingenomen breekt de steen en drijft niet alleen het niergruis en rijzende of gebroken steen uit de nieren, maar is ook geschikt om die steentjes te vermorzelen en met het spuwen voort te laten komen die in de kleine takjes of zijadertjes van de longen en strot of luchtader blijven steken, te weten als men er een siroop of ook er een likking van maakt.
Diezelfde betuigt ook dat het Adiantum de kropklieren en gezwellen die aan de hals komen verteren kan (vooral van de jonge maagden) groen gestoten en erop gelegd. Hij zegt ook dat het hoofd dat door schurft of enig andere ziekte kaal geworden is en erop gestreken wederom nieuw haar laat krijgen. Een hoed van vrouwenhaar op het hoofd gedragen geneest de pijn in het hoofd, zegt Plinius.
De bladeren van vrouwenhaar in de plas van een jong knechtje met wat salpeter gemengd benemen de rimpels van de buik van de vrouwen die van kind verlost zijn als de buik er mee gewassen wordt.
Dit kruid met ander eten voor de hanenkamphanen en ook kwakkels geworpen maakt hun zeer kloek en zeer dapper om te vechten.’
Folklore.
Capillus veneris is een oude naam, naar een glossaria uit de 13de eeuw zou het toen wetertam heten. Daarna werd het wiedertan en wiedertat omdat ԕtamՠvoor het volk onverklaarbaar was geworden. Wiedertan behoort tot wiedertuon of wiedertun: ongedaan maken of weer goed maken. De wiedertan zou dus een kruid zijn dat iets wat behekst of betoverd is weer goed kan maken en vooral de door betovering ontnomen mannelijkheid kan teruggeven. Van wiedertan kwam wiedertat, het kruid dat weer goed maakt. Wiederta (reeds in de 16de eeuw, widdertod of wiedertod) werd door het volk opgenomen als een kruid tegen de dood.
33. uit E. Step.
Adiantum raddianum, Langs & Fisch. (Italiaanse botanist Giuseppi Raddi, 1770-1829) (Adiantum cuneatum) (wigvormig)
Zwarte bladstelen met driehoekige, 40cm lange en 50-60cm brede bladeren zijn 3-4 maal geveerd, wigvormige blaadjes zijn glanzend en wat blauwachtig berijpt. Bladeren groeien eerst rechtop en gaan later hangen.
Uit tropisch Amerika, Brazilië. Is vermeld in 1820.
‘Briljant,’ heeft wigvormig en bronsgroen blad dat 3-4maal gedeeld is, de deelblaadjes ontelbaar.
‘Goldelse’ met grote, geelachtig/groene bladeren met wat roze toppen bij jonge blaadjes.
=’Farleyense’, is altijd groenblijvend.
‘Frits Luthi, verschilt door de langere bladeren.
‘Gracillimum’ met overhangende kleinere blaadjes dan de volgende.
‘Fragrantissimum’ heeft brede, dichtere bladeren met een geur.
‘Variegatum’, heeft witte strepen over de groene bladeren.
‘rightii’,, heeft tot 50 cm lange waaiervormige veren.
Delta maidenhair fern.
Kamerplant Venus haar.
Uit L. Van Houtte.
Uit; ttps://www.google.nl/
Adiantum reniforme L. (niervormig) Een kleine varen met korte rizomen die met smalle schubben bezet zijn. Daaruit komt een bosje van bladeren tot 30cm hoog. Het leerachtige blad is niervormig en een 8cm in diameter, aan de steel diep ingesneden. De bovenkant is meestal glad en van onderen wollig behaard. De kleine sporenhoopjes liggen naast elkaar langs de rand van de onderkant van het blad. Een aardvaren van koelere berg regenwouden.
Planten.
De verzorging is meestal niet moeilijk, mits je erom denkt dat ze schaduw vragen in een vochtige omgeving. Zon is funest, wel houden ze van een redelijke lichte plaats. Bij droogte of tocht schrompelen de blaadjes in. Is de plant toch verdroogd, snij de dan vlak af, van onderen willen ze wel weer uitlopen. In de winter niet te veel water geven en de bladeren drooghouden
De kleine bruine bolletjes, aan de onderkant van de bladen, zijn de sporen. Daarmee kan ze vermeerderd worden. Dit gebeurt meestal in een wat donkere en koele omgeving. Gemakkelijk is de vermeerdering door scheuren, dit doe je in het voorjaar bij verpotten, luchtige grond gebruiken.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl