Diploknema
Over Diploknema
Indian butter tree, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Naam, etymologie.
Diploknema, Grieks diploos; dubbel, kneme; dij, knie, been, de knopen, Aisandra van Grieks aisos; ongelijk, oneven, onzeker. Madhuca, Latijn van Sanskriet madhuka mahua; honing.
De boterboom is afkomstig uit Nepal en delen van India.
Het zijn melksap voerende bomen met leerachtige bladeren.
De 30 soorten komen voor in O. Indiƫ en de Maleise archipel. Zie de nauw verwante Madhuca en Vitellaria.
Sapotaceae.
= Diploknema butyracea (Madhuca butyraceae, Aisandra butyracea (Roxb.) H.J. Lam (boterachtig) (Illipe butyracea, Engl.) Hangende, lichtgele bloemen staan okselstandig tussen de behaarde bladeren en worden gevolgd door lange, besachtige zaden.
Dikke, geelbruine twijgen.
Bladeren zijn elliptisch tot ovaal, 17-35cm lang, 8-17cm breed en leerachtig.
De boom wordt 16-25m hoog.
Vrucht is ovaal/rond, 2-2.5 lang en 1/1.5cm breed met 1-3 zaden.
Groeit in India, Nepal.
Indische boterboom of phulwara, Duits Fulwafettbaum, Engelse Indian butter tree, phulware (Hindoenaam), cheura, chiuri in Nepal.
Gebruik.
Onder druk leveren de zaden een olie of vet af die ghee (choorie of ghee) genoemd wordt, wat zich verdikt en als varkensvet gebruikt wordt voor huishoudelijke doeleinden, door de inlanders ook als een zalving.
De boom levert de phulwaraboter, dit is een talkachtig wit vet dat gebruikt wordt voor zeepbereiding en medische doeleinden.
De bloemen leveren een overvloed aan honig die in ruwe staat nauwelijks verschilt van gewone honig. Er wordt een suiker van gemaakt die gelijk als dat van suikerriet. Het sap van de bloemen wordt met suiker verwerkt.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl