Rauvolfia
Over Rauvolfia
Indian snakeroot, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Uit Curtis botanical magazine.
Bomen of struiken die meestal glanzen, altijdgroen.
Bladeren tegenoverstaand of in kransen, de bladeren van een krans zijn vaak zeer ongelijk.
Kleine bloemen, eindstandig of half okselstandig en staan in een paar tot veelbloemige schermvormige tros.
Een 85 soorten komen uit de tropen van beide halfronden.
Apocynaceae.
Rauvolfia serpentina, Benth. (serpent-achtig, gebruik tegen slangenbeten) (Ophioxylum serpentina) Wit/roze bloemen in mei
Het is een klimmende plant die wild groeit in Java, de Maleise gebieden, tropisch Himalaya en Assam. Is beschreven in 1600.
Naam, etymologie.
Rauwolfia, Rauvolfia, is genoemd naar Leonhart Rauwolf, een geneesheer van Augsburg uit de 16de eeuw.
Rauwolfia, Indian snakeroot of sarpagandha, in Indië chandra, harkal, chote-chand, Singalees avulpori jovana, Maleis chivan avelpori, Sanskriet sarpagandha, chandraka. Indische slangenwortel.
Gebruik.
Het is al sinds de oudste tijden als middel tegen de beten van giftige reptielen gebruikt. Het wordt medisch gebruikt vanwege zijn rustgevende werking en wordt gebruikt bij geestesziektes, verlaagt de bloeddruk en werkt tegen koorts. Het is een van de 50 fundamentele kruiden in de Chinese kruidkunst waar het shégēn mù of yìndù shémù genoemd wordt.
Door de inlanders werd het veel gebruikt om er drukke kinderen mee in slaap te brengen en de geesteszieke te herstellen. Het is gevaarlijk voor vrouwen die in verwachting zijn.
Rauvolfia caffra Sond. (van de Kaffers, naar Kaffraria, de plaats van oorsprong in de O. Kaa) is de Z. Afrikaanse kinine boom.
Andere planten zijn medisch gebruikt, in westerse als in de Ayurveda en volksmedicijnen.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl