Capsicum
Over Capsicum
Paprika, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
2 vormen uit Fuchs.
Nachtschadeachtige. Solanaceae. Dit is een geslacht van kruiden of struiken die afkomstig zijn uit Tropisch Amerika.
De planten bezitten vertakte stengels en worden 30cm tot 2m hoog.
Glanzend blad dat ovaal, gaaf en toegespitsts is.
is in vorm en grootte, veelzadig en meer of minder scherp bij de zaden en steelaanhangsel.
Een 90 soorten zijn benaamd waarvan er mogelijk maar 1 of 2 echte soorten zijn.
Capsicum annuum, L. (eenjarig) Stengels zijn aan de basis wat verhout, dun en donker groen.
De plant heeft eironde bladeren, de bovenste groeien meestal twee bij elkaar, waarvan er een duidelijk kleiner is.
Aan het eind van de bloeistengels ontwikkelen zich de bloemen in de oksels van de bladeren. Tegelijk vormen zich daar nieuwe bladeren waarvan er een meegroeit met een zijscheut. Het andere blad vormt ook een scheut die in ontwikkeling echter sterk achterblijft. De stengels van de plant krijgen door deze ontwikkeling een geknikte vorm.
De kleine, alleenstaande witte bloemen zijn ongeveer 1cm. in doorsnede en vallen niet op.
De vrucht is een opgeblazen tweehokkige bes met een dikke leerachtige wand die groen, rood, geel, violet of zwart kan zijn. Van sommige cv. kunnen de vruchten behoorlijk groot worden, van 1,5cm tot 27cm lengte. Groot en opvallend die er in verschillende vormen zijn als langwerpig, kogelrond en puntig, ook in verschillende kleuren van rood en geel, hoge of lage planten.
De paprikaplant wordt meer dan 1m en in kassen 2,5m hoog.
De paprika is een meerjarige plant. In het begin zijn ze kruidachtig maar worden op de duur houtachtig. In cultuur wordt het gewas als een eenjarige gekweekt.
Vermeerderen door zaaien in maart op een warme plaats, vruchten komen in de herfst, dan wat blad eraf halen zodat ze beter zichtbaar zijn.
Wordt ook als eenjarige kamerplant gekweekt met een hoogte en breedte van 30-50cm.
Het is de sierpeper, Spaanse peper, kerstpeper, rode peper of Chilipeper. Komt uit Z. Amerika. Vele cultivars.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Tegenwoordig wordt dit gewas hier te lande gewoonlijk Bresilie peper genoemd en soms ook wel peper van Indien, in Hoogduitsland Indianischer Pfeffer en Kalecutischer (Calcutta) Pfeffer, in Frankrijk Guine, poivre d’inde of poivre de Bresil en daarnaar van sommige in het Latijn Piper Indianum, Piper Indicum, Piper Calecuthium, Piper Hispanum en Bresilianum Piper. In het Frans heet het ook poivre Bresil, in het Italiaans pepe dՠIndia of pepe cornutoծ
In Duitsland Spanischer Pfeffer en Beizbeere en in Frans poivre d’espagne en poivre de Bresil.
Dodonaeus (b) ‘Actuarius heeft het in het Grieks Capsicon genoemd en daarnaar noemen we het ook Capsicum in het Latijn, te weten de ene soort Capsicum oblongioribus siliquis, dat is Brazilië peper met langwerpige rechte hauwen of alleen peper van Indi, de tweede soort Capsicum recurvis siliquis Brazilië peper met lange kromme hauwen of lange peper van Indië, de derde soort Capsicum latis siliquis, Brazilië peper met brede hauwen of brede peper van Indi, de vierde en laatste Capsicum rotundis aut minimis siliquis, dat is Brazilië peper met kleine ronde hauwen.ՠ
Capsicum is een naam die afgeleid is van het Griekse kapto: bijten, als een verwijzing naar zijn scherpte. Of van capsa, een koffer, omdat de zaden als in een koffertje opgesloten zijn.
Dodonaeus; “Sommige geloven dat dit gewas van Avicenna Zinziber caninum genoemd wordt en van Plinius Siliquastrum en ook Piperitis, zoals dezelfde Plinius in het 12de kapittel van zijn 19de boek geschreven heeft. Dit Brazili peper groeit meest in Brazili, nochtans is het in Europa eerst gebracht van de landen omtrent Goa en Calcutta. Lobel zegt dat het kwalijk van sommige Piper longum Dioscoridis genoemd wordt. Men plag het in het Latijn ook Capsicum Brasilianum te noemen of Capsicum rubrum & nigrum, Siliquatrum majus & minus, Piper Calecutium, Piper Indicum Matthioli, Circaea Dioscoridis Caesalpino, maar Clusius noemt het liever Siliquastrum Brasilianum of Piper Americanum, dat is peper van Amerika. Want al deze en de volgende soorten van peper groeien in Amerika of West-Indi en heten daar axi. Heel Spanje door en op vele plaatsen van Sicilië een Italië wordt het van de hoveniers en vrouwen geteeld om bij de spijs te doen.’.
De naam paprika is een Servische woord waarvan een verbinding met het Latijnse piper en modern Grieks piperi aangenomen wordt. In de Balkan werd de plant vroeger peperke, piperke en paparka genoemd. In 1569 maakten de Hongaren daar paprika van.
(d) Maar in Spanje noemen de pepers nog steeds pimiento: peperachtig.
Gebruik.
Het gebruik was vroeger zo, wel meest van de kleine, hete soorten. (Dodonaeus) ‘Dit Brazilië peper, te weten het zaad van alle soorten van dit gewas heeft de kracht om de huid niet alleen te verhitten, maar ook te bezeren en daarom is het al te krachtig om bij de geneesmengsels te doen, al is het zo dat het in vele landen bij de spijzen gedaan en voor peper gebruikt wordt. Want dit peper is zo scherp van aard dat het blaren maakt waar het opgelegd wordt en zelfs als men de hauwen maar alleen opendoet om de zaden er uit te nemen dan komt er zo’n scherpe damp er van dat het door de neusgaten opklimt en tot de hersens toe komt en trekt daaruit zo'n grote menigte van taaie en slijmerige vochtigheid dat het te verwonderen is en als het tot de keel zelf komt verwekt het de hoest en laat de mens zo sterk braken dat hij denkt dat hij zijn hele ingewand overgeeft. Als men de hauwen en binnenste velletjes breekt dan gaat men daardoor ook sterk niezen en als men ze met de handen vermorzelt dan wordt men er zoծ een brandt in gewaar dat ze ettelijke uren achter elkaar schijnen te branden zodat men de vingers met koud water of wijn verkoelen moet. Wat de voor vermelde Gregorius de Reggio gewaar geworden is terwijl dat hij dit zaad uit zijn hauwen nemen wou. Clusius betuigt ook hetzelfde want toen hij enige van deze hauwen (bij hem van Spaans zaad voortgekomen) brak om het zaad er uit te nemen de tranen die hem door de scherpe damp er van opklommen uit de ogen vloeiden en met de handen afvegen wou zijn hem de ogen (door de scherpe vochtigheid die hem aan de vingers gebleven was) zo zeer ontstoken geworden dat hij vreesde dat hij zijn gezicht verliezen zou, op die manier dat hij de pijn niet verzoeten kon dan met lang baden en natten met koud water.
Al is het zo dat deze kruiden allen zeer heet van aard zijn en blaren of blazen in de huid laten komen, nochtans worden de hauwen en het zaad er van veel in spijs gebruikt die ze geel verven bijna als saffraan. Ja men vindt er vele die dit Brazilië peper meer achten dan het echte peper en om dat behaaglijker te maken stoten ze de hauwtjes met het zaad en koken ze het met wat deeg en maken er biscuit of tweebak van en dit tweebakken brood met andere specerijen gemengd geeft de spijzen een zeer goede smaak. De stukken van deze hauwtjes in enig sap of vleesnat gekookt strekken voor een goede saus. Dit peper, zeggen ze, zo gebruikt versterkt en verwarmt de maag, laat de winden scheiden, is goed voor de borst en ook voor diegene die koud van samengesteldheid zijn en geeft het ingewand kracht door zijn bijzondere eigenschap en laat de vochtige maag de spijs gemakkelijker veteren.
De verse hauwtjes gestoten en op de heupen gelegd genezen de jicht want ze laten bleinen, blaartjes of blaasjes aan de huid komen en trekken daardoor alle kwade vochtigheden van binnen naar buiten.
De Indianen maken een zalf om de losse tanden vast te maken en nemen poeder van parelmoer en van de gebrande bladeren van dit gewas in water gewassen totdat het tezamen zo wit wordt als kalk. Daarmee bestrijken ze hun tanden en maken die heel zwart doch zo dat ze altijd vast staan en van pijn vrij blijven.
Maar een verse hauw van Brazilië peper of ook een droge in de baarmoeder gestoken als een vrouw net gebaard of verlost is maakt die voorts onvruchtbaar.
Met zoete wijn gedronken doorsnijdt het de taaie slijmerige vochtigheid die aan de borst, longen en darmen kleeft.
Gelijke delen van dit poeder en van venkelzaad elke morgen nuchter twee scrupels zwaar ingenomen geneest de smart van de baarmoeder in vijf dagen tijd.
Wijn daar deze hauwen een gehele dag lang in te week gestaan hebben en elke dag ‘s morgens twee lepels vol ingenomen beneemt de stank van de mond.’
De vruchten werken krachtig in op de spijsverteringsorganen en veroorzaken met grote hoeveelheden ontstekingen, de huid wordt rood en er kunnen zelfs blaren op voorkomen. Als geneesmiddel werd het gebruikt om bij verlammingen van de tong die te prikkelen, ook bij migraine.
De paprika is dus al vele jaren in cultuur en er zijn vele kruisingen uitgevoerd. Er bestaat nu een grote verscheidenheid aan Capsicum' s met verschillen in groeiwijze, kleur, vorm en scherpte. De vruchten worden steeds groter, maar wel zachter van smaak. Fris ruikt de vrucht reukloos, maar gedroogd ruikt die sterk en bij hogere temperaturen wordt het bitter.
Paprika stimuleert de speekselproductie en zou transpiratie bevorderen, waardoor men het in hete luchtstreken langer kan uithouden.
Paprika geeft een warme smaak en kleur aan het eten. Het heeft een grote individualiteit en zijn gebruik heeft geen slechte kanten, mogelijk heeft het een zekere invloed op het temperament van de mensen langs de Donau die grote gebruikers zijn, fier en aangenaam is hun voedsel die een exquise stimulans geeft.
Gedroogde paprikavruchten worden gebruikt in vleesproducten, worst en in de goulash, een Hongaars gerecht waarin veel paprika wordt verwerkt.
De vrucht bevat veel vitamine C en meer dan citrusvruchten, verder wordt er een kleurstof uit gewonnen die gebruikt wordt om vlees, sausen en dergelijke te verven.
Chilipoeder is al vanouds bekend. Voor 1500 gebruikten de Azteken een mengsel van pepers en andere kruiden en nu wordt het gemengd met komijn, knoflook en andere specerijen. Het mengsel wordt gebruikt voor chili‑con‑carne.
Historie.
In het oude Mexico werden al 35 verschillende Capsicum soorten verbouwd. De ca. 2cm lange vruchten werden stuk gewreven op platte borden met een geribbelde bodem.
De drank die de Indianen van cacao bereidden werd gekruid met chilipeper en vanille. Toen Columbus naar de nieuwe wereld kwam zocht men naar specerijen, zoals de peper die uit India kwam. In plaats daarvan vonden ze geen India en deze specerij die zelfs nog scherper was dan de peper. (De peper van de oudheid uit het Oosten komt voornamelijk van Piper var.) De plant werd voor het eerst genoemd door Martyr in 1493. Hij vermeldde dat Columbus een peper gebracht had die scherper was dan die van de Kaukasus en hij vergeleek het met de zwarte peper van de handel. De Spanjaarden noemden het gewas pimiento, dezelfde naam als de dure peper die ze al kenden.
De Spaanse peper werd gevonden door de kapitein, M. Alonso Pinzon, die vermeldde dat hij een Indiaan had gezien die helderrode voorwerpen droeg die op noten leken. Vermoedelijk was dit een inheemse Capsicum soort van Cuba die de inboorlingen aji noemden en daar geplant werd. Zo werd door de arts Chauca of Chanca, begeleider van Columbus te 1494, vermeld dat de inboorlingen van Hispaniola rode en gele vruchtjes gebruikten om hun broodwortels, vlees en vis te kruiden.
In het midden van de 16de eeuw trok C. de Leon door Peru en meldde dat het favoriet toekruid van de indianen afkomstig was van de vruchten van een peperachtige plant die uchu genaamd werd.
De Maya’ s gebruikten ze al lang voor de komst van Columbus als medicijn en noemden ze ic, het werd gebruikt om krampen en diarree te genezen. In taal van de Azteken, de Nahuatl, heet het xilli of chilli en via Spaans chile werd het chili (peper, naam) chilli (now chile in Spaans)
Vanuit Amerika werd het gewas in 1548 in Engeland ingevoerd.
Al voor 1500 hadden de Portugezen de paprika geïntroduceerd in Afrika, India en het verre oosten. Zo snel verspreidde het zich daar dat latere onderzoekers dachten dat dit gewas uit het oosten stamde. De Engelse botanist Gerard meldde in 1596 dat het in de Europese tuinen gebracht werd vanuit Afrika en zuidelijk Azi. In west Europa werd de vrucht eerst gebruikt in kloostertuinen voor medicinale doelen. Pas in 1543 duikt het gewas op wat grotere schaal op in Duitsland en was daar ingevoerd vanuit de Balkan waar de Turken de plant mee hadden genomen van hun oorlogstochten in India en Perzi. In Duitsland werd het zo gekweekt onder de naam Indiase- of calcutta peper. De Balkan werd het grootste productiecentrum van pepers in Europa.
Uit F. Blanco.
Capsicum annuum L. var. glabriusculum (Dunal) Heiser & Pickersgill (gladachtig) (Capsicum annuum L. var. minimum, Heiser) (klein) die vogelpeper of birdpepper of chilitepin genoemd wordt.
De mogelijke voorouder van onze paprika, inclusief de Spaanse peper en de bekende kleine Indische rawit peper, is deze vorm.
Uit gemot-katzers-spice-pages.com
=Capsicum baccatum L. var. baccatum (Willd.) Eshbaugh (besachtig) en Capsicum pubescens, Ruiz. & P. (zachtharig). De laatste vorm is mogelijk interessant omdat hier de meest koude tolerante soorten toe behoren. De is bekend als rocoto in de Andes en als chile manzana of chile caldo en andere namen in Guatemala.
Deze scherpe peper wordt gekweekt in de hogere gebieden van Mexico tot Peru. Het is alleen bekend als gekweekte plant. Als er wilde vormen bestaan zullen ze wel beïnvloed zijn door de gekweekte.
De rocoto werd al gebruikt door de oude volkeren van de Andes en komt in oude kleden en tomben veelvuldig voor, hoewel het ook om andere pepers kan handelen.
Deze peper varieert tot de vreemdste vormen in grootte, vorm en kleur. Er zijn er bij die drie maal zo lang zijn dan breed, anderen zijn anderhalf maal zo lang als breed. Verlengde vormen hebben in Peru een goed gevormde nek, sommige zijn rond.
Ze hebben 2 tot vier cellen en meestal meer in de bredere vormen en minder in de verlengde vormen. Er is ook een variatie in de ruigheid van de buitenkant. Een 14 wel bekende vruchtvormen kunnen onderscheiden worden. Ook de kleuren verschillen, er zijn rode, oranje/rode, oranje, twee intens gele, chocolade bruin en 30 gele met bruin. Er was ook een vorm die groen was bij rijpheid. Combinaties van die kleuren zijn ook mogelijk. Waarschijnlijk zijn ze niet zaadvast.
Wel zijn ze vrij gelijk in blad, stengels, bloemen en zaad. De meest bekende kenmerken zijn: haren die overdadig aan stengel en blad voorkomen, donker purper bloemen, gedeeltelijk met een hoed en grote zaden die zwart of donker bruin zijn.
De rocoto wordt gekweekt op 1800 tot 3000m hoogte. Lager zal ze overleven en vruchten geven, maar zelden zaad. In de gekweekte gebieden is het klimaat het hele jaar vrij constant. Het aantal uren licht per dag is niet meer dan 13 en niet minder dan 11. De winter is wat kouder, dagelijkse variaties van 55-65 tot 80-90 graden F. zijn gewoon. Zou bloemen geven tussen 11-13 uur daglengte en met meer licht geen bloemen.
De vruchten zijn duurzaam en kunnen goed tegen transport. Draagt van januari tot juli continu in de omgeving van Arequipa, die op een hoogte ligt van 2470m. Op lager gelegen plaatsen zou ze het hele jaar vruchten dragen. Het wordt daar gekweekt als een langlevende meerjarige. Eenjarige geven al vrucht en meerjarige zouden meer opbrengen. Meestal blijven ze 5 jaar staan.
Oudere vormen worden wel 1.5m hoog. Meestal worden ze ondersteund. Is wel gevoelig tegen vorst
Het wordt gebruikt als andere pepers. Voor hete pepers is hun vlees ongewoon dik, 1/8 tot 3/16 inch. De scherpte zit hem vooral in de zaden, placenta en membranen die binnen in de vrucht liggen. Wordt dit verwijderd is de scherpte veel minder. Buiten hun scherpte hebben ze een hun eigen en apart maar heerlijk aroma. Meestal worden ze geoogst als ze rijp zijn.
Ze kunnen rauw en gekookt gebruikt worden.
Surinamers introduceerden hier hun pepers, de rode peper en de gele Madam Jeanette. Deze decoratieve en hete pepers behoren tot Capsicum chinense, Jacq. (Chinees) (Capsicum sinense) en zijn ook in het Caribische gebied en in W. Afrika de meest geteelde pepersoort geworden. De naam is foutief, omdat ze allemaal uit de Nieuwe Wereld stammen. Nikolaus Joseph von Jacquin (1727-1817), een Oostenrijkse botanist, noemde het zo omdat hij dacht dat ze uit China stamde.
http://www.tropilab.com/capsicum.html
Capsicum frutescens, L. (struikachtig) (Capsicum fastigiatum (even hoog) Tabasco peper of struikpeper is de peper die hier meestal per potje wordt aangevoerd en behoort tot deze soort. De vruchten hiervan, waaronder de Tabasco var., zijn kleiner en scherper en leveren de Spaanse pepers.
Cayennepeper is nu een poedervorm van kleine scherpe pepers die veel gekweekt worden, maar niet in Cayenne. De vruchten ervan worden vermalen en zo ook in currypoeder gebruikt.
Naam.
De cayenne- of guineapeper en Duitse Cayennepfeffer, heeft zijn naam van een beruchte Franse gevangen kolonie die in Tupi-Guaranitaal kyinha: van het Cayene eiland heet, waar die peper zijn naam aan te danken heeft.
Uit; http://outerseedshadow.org/oss01/interviews/chris-yong/
Capsicum pubescens. Deze verschilt van de anderen door de zwarte zaden en harige, pubescens, bladeren. Deze peper kan ook zeer heet zijn en hebben een aparte smaak.
Kan met lagere temperaturen dan de anderen groeien.
Uit Bolivia waar het locoto heet en Peru waar het rocototo heet,
Planten.
Vermeerderen is door zaad. Dit haal je uit de al wat opgedroogde en afgevallen vruchten. Bewaar dit op een droge plaats in de kamer en zaai dit, al naar gelang gebruikstijd uit. Eind maart zaai je ze voor buitenteelt, verspenen, oppotten, hou ze vochtig en aan de groei en begin juni naar buiten.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl