Hymenophyllum

Over Hymenophyllum

Vliesvaren, vorm, varens, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

Dit zijn zeer zachte en kleine varens die meestal epifytische groeien.

De rizomen zijn zacht, kruipen of gedeeltelijk opstaand. Bladeren zijn in jonge vorm ineengerold, later uitgespreid en zeer dun, behalve de bladtippen. De sporendoosjes liggen op de bladrand, niet eronder. De sporen zijn groen.

1 0f meer geslachten met 600 soorten komen voor die op rotsen en bomen groeien in vochtige en schaduwrijke bossen van de tropen en N. Zeeland. Een soort komt voor in centraal Europa.

Ze verlangen een warme en vochtige omgeving en zijn daardoor moeilijk te cultiveren.

Net als alle leden van de familie zijn de soorten klein en met zeer zachte bladeren.

Filicinaea, varens, Hymenophyllum klasse.

Hymenophyllum tunbrigense (tunbrigendse, zie onder, geen tunbrigense) Kruipende draadvormige wortelstok.

Ze groeien meestal opgaand, de buitenkant is lancetvormig en soms wat eivormig. Ze zijn plat en vertakken meestal aan de bovenkant, maar staan soms afwisselend.

Bladen zijn geveerd en die weer geveerd en vormen zo een vleugel aan weerszijde van de tak, deelblaadjes zijn gezaagd en doornig.

Deze zachte en doorzichtige plant groeit in matachtige bosjes, lijkt meer op een afstervende dan levende plant vanwege zijn olijfbruine kleur.

De lengte is van 3 tot 10cm.

Het is een van de kleinste soorten en wat mosachtig. De nerven zijn zo duidelijk getekend dat ze de bladen lijken te vormen, de filmachtige celdelen omgeven hen als een vleugel. Komt voor in Engeland en Luxemburg op vochtige plaatsen tussen stenen.

Naam, etymologie.

Hymenophyllum, Grieks humen: een membraan of vlies, phyllum: een blad, membraanblad.

Platte vliesvaren, Engelse vliesvaren, Engelse Tunbridge filmy fern, of Tunbridge goldilocks naar de vindplaats, Tunbridge Wells. Duits Englische Hautfarne, Schleierfarne, Frans Hymenophyllum de Tunbridge.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/