Jamesia

Uit wikipedia.

Lage en harde struiken van opgaande vorm met ronde en sterk afschilferende twijgen met geschubde en zijdeachtig behaarde knoppen.

Afvallend en tegenoverstaand blad, enkelvoudig en veernervig, de zijnerven gaan in de bladrand over.

Witte, tweeslachtige bloemen staan in eindstandige trossen, 5 kelk en kroonbladen met 3-5 stijlen en 10 meeldraden.

Doosvrucht is 3-5hokkig met talrijke kleine zaden.

Saxifragaceae, Hydrangeaceae. Verwant aan Hydrangea,

1 soort in de Rocky Mountains van Utah tot New Mexico. Sommige botanisten scheiden die en maken er 2 van, de tweede is;

Jamesia tetrapetala (vier bloembladen) (fourpetal cliffbush, Jamesia americana is dan bekend als fivepetal cliffbush.

=Jamesia americana, Torr. & Gray. (uit Amerika) Behaarde bladstelen zijn 2cm lang.

De tegenovergestelde bladeren zijn breed ovaal, gezaagd tot getand met diep ingezonken nerven, wat harig of geheel glad van boven en witachtig viltig van onderen met een mooie herfstkleur, 3.5-6cm lang en 2-5cm breed.

Twijgen zijn lichtbruin en dicht behaard met zeer kleine en dicht tegen de twijgen aangedrukte viltig behaarde knoppen.

Kleine witte, stervormige bloemen staan in kleine en eindstandige tuilen van 4cm, soms wat roze in mei/juni, bloemen 12-16mm in diameter en iets geurend, kelk en kelkslippen zijn dicht behaard.

Uit Amerika en New Mexico is beschreven in 1865, wordt ongeveer een of twee meter hoog en drie meter breed.

Naam, etymologie.

Jamesia is zo genoemd naar zijn ontdekker, Dr. Edwin James, 1797-1861, botanisch onderzoeker van de Rocky Mountains. Jamesia, cliffbush of waxflower.

Planten.

Een mooie struik voor borders of halfheesters en rotspartijen op zonnige plaatsen op luchtige gronden. Vermeerderen door zaaien bij 20 graden of zomerstek in juli, 1% ibz.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl