Dacrydium

Over Dacrydium

Tranentaxus, vorm, kruiden, coniferen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten,

Uit J. Banks.

Van Dacrydium met Lagarostrobos komen 16 soorten voor in het Maleise gebied, Tasmanië en N. Zeeland. Zie ook Prumnopitys.

Het zijn bomen of struiken met schubvormige of kort naaldvormige bladeren, vaak verschijnen beide bladvormen op dezelfde plant.

De manlijke bloemen hebben de vorm van lange aren en de vrouwelijke bestaan uit een paar vruchtbladeren met ieder een zaadknop.

Sommige bomen kunnen in hun vaderland 30m hoog worden.

Taxaceae, Podocarpaceae.

=Dacrydium cupressinum, Sol. (cipresachtig) de damion pine, is een mooie boom met dunne en hangende takken die dicht bebladerd zijn met heideachtige groen.

De damion is afkom­stig uit N. Zeeland en beschreven in 1825. er zijn historische bewijzen van zeer grote bomen van 61 m die nu vernietigd zijn. ze leven ongeveer 800-900jaar. De rechte stam is gewoonlijk 1.5m in diameter, wel veel groter in oude vormen.

Naam, etymologie.

Dacrydium komt van Grieks dacry: een traan, een verwijzing naar de gomachtige druppels.

Duitse Schuppen- of Traneneibe; tranentaxus. Engelse imou pine, red pine of spruce van New Zealand. Muri is de Maoria naam, rimu tree of New Zealand.

Gebruik.

Van de jonge scheuten wordt een soort bier gemaakt. De damion pine geeft goed hout waarvan men huizen bouwt, boten, bruggen en meubels maakt.

Uit www.flickriver.com

Dacrydium elatum, Roxb. Wall. en Hook (verheven of hoog) uit Pulo Penang is beschreven in 1830.

Een zeer grote en zware boom uit Z. Azië.

Op Sumatra werd die door Junghuhn ontdekt en door hem eerst voor een boomachtige wolfspoot, Lycopodium, aangezien.

Gebruik.

Het fijndradige, zachte en gemakkelijk bewerkbare hout wordt ondanks zijn betrekkelijk geringe duurzaamheid graag voor huisbouw en meubels gebruikt.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl