Madhuca

Over Madhuca

Boterboom, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik

Het zijn melksap voerende bomen met leerachtige bladeren. Zie de nauw verwante Vitellaria en Aisandra.

De 30 soorten komen voor in O. Indiƫ en de Maleise archipel.

Sapotaceae.

Uit W. Roxburgh.

Madhuca longifolia Gmel (lange bladeren) (Bassia latifolia, Eng.) (brede bladeren) Illipe longifolia de mahwa of madhukaboom is een machtige altijdgroen of half groene boom met gele welriekende bloemen, 20m.

Deze plant geeft 5cm lange, eivormige bruine vruchten, 20-200 kg jaarlijks.

De mahwa is inlands in Bengalen en andere delen van India.

Gebruik.

De bloemen verwelken niet na de bevruchting, ze worden meer vlezig en slaan rijkelijk suiker in de bloembladen op. Dan smaken ze als rozijnen en vormen, na gedroogd te zijn, een belangrijk voedsel voor de inlanders. Ze zijn onder meer zo hoog geschat omdat de vruchten met grote regelmaat verschijnen en derhalve bij misoogsten de ergste nood lenigen.

Ook wordt er een brandewijn van gemaakt die in Gudscharat in grote hoeveelheden gebruikt wordt. Een vurige spirit, gelijk aan whisky, wordt gedestilleerd van de bloemen die, zoals bewezen, schadelijk is voor de Europese soldaten.

Levert een vet, mahwa genaamd, dat gebruikt wordt als een boter, mahwaboter of illipe-ole. Dit bevat een 35% olie, biodiesel.

Naam, etymologie.

Madhuca, Latijn van Sanskriet madhuka mahua; honing.

Engels honey tree, butter tree, Frans illipe, arbre beurre, bassie, madhuca, in India moha, mohua, madhuca, illuppai, kuligam, madurgam, mavagam, nattiluppai, tittinam, mahwa, mahua, mowa, moa, mowrah. Sri Lanka: mi, illuppai, kulilgam, maduragam, mavagam, nattiluppai, tittinam.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl