Chimonanthus
Over Chimonanthus
Winterzoet, vorm, heesters, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit Curtis botanical magazine.
Een geslacht van sierlijke struiken die gekweekt worden om hun vroegbloeiende, geurende bloemen en bast.
Ze zijn bladhoudend of verliezend, 2-13m hoog.
Bladeren tegenoverstaand, gaaf, 7-20cm lang en 3-7cm breed.
De bloemen zijn 2-3cm breed met vele spiraalvormig gearrangeerde gele of witte draden, geven een sterke geur en komen laat in de winter of voorjaar.
3-6 soorten komen voor in China/Japan.
Calycanthaceae, specerijenstruikfamilie.
Chimonanthus praecox, Link. (vroeg) Knoppen zijn klein en spits/eivormig en dakpansgewijze geschubd.
Bladsteel is 3-5mm lang.
Het ruwe blad is 7-15cm lang en 2.5-5cm breed, aan sterk groeiende twijgen soms tot 20cm lang, helder groen en van onderen wat blauwachtig, ovaal/eivormig met toegespitste top.
Hangende bloemen staan okselstandig en zijn kort gesteeld, 1.5-2.5cm in diameter. Deze struik heeft aparte bloemen die van buiten gelig en van binnen wijnrood zijn, alsof er een gele forsythiabloem om een mispelvrucht zit. Bloeit op het oude hout. De geelbruine bloem geurt sterk zoet, een takje met enkele bloemen geurt de hele kamer. Het is een echte winterbloeier die zijn geuren soms al met Kerstmis verspreidt.
Ook de 4cm lange vrucht ziet wat eigenaardig alsof er een vleermuis aan een takje hangt.
Een bladverliezende en in zachte klimaten vrijwel bladhoudende plant.
De struik groeit langzaam en blijft compact en is sterk vertakt, hooguit twee meter met dezelfde breedte.
Winterzoet komt uit China waar die in 1766 door pater Henry, een missionaris plantenverzamelaar, naar Engeland gestuurd werd.
Grandiflora,’ is in alles wat beter, groter.
Naam, etymologie.
Chimonanthus is afgeleid van Grieks chion: sneeuw, en anthos: een bloem. (Synoniem Meratia naar Francois Victor Merat, een Frans botanist)
Winterzoet heet in Engels wintersweet of Japan allspice en in Duits Winterblute.
Planten.
Bloeit het liefst op een zonnige zuidmuur, is wel winterhard. Snoeien na de bloei.
Groeit het best op een zonnige plaats en humeuze zandgrond, ook op kalkhoudende grond.
Zaaien, direct na het rijpen. Of stratificeren en in maart zaaien bij 15 graden. De jonge planten moeten in de winter goed beschermd worden. Afleggen is ook mogelijk.
Neem in juli 10cm tussenstek van stevige scheuten. Licht verwonden, dat is ongeveer zoals je met de nagel over het oog van de plant gaat. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. 1% ibz groeistofpoeder. Planten in 4 delen gezeefde turfgrond met 1 deel zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte, schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. Na enkele weken is het stek geworteld, in de winter vorstvrij houden. Is wel lastig te stekken.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl