Cypripedium
Over Cypripedium
Venusschoentje, vorm, orchidee, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Dit geslacht bestaat uit een 56 soorten die voorkomen in de Noordelijke gematigde zone.
Deze soorten bezitten tamelijk groot blad dat duidelijk geribd is.
De rhizoom is kort en stevig en groeit elk jaar met een stukje met een groeiknop en sterven aan de andere kant een stukje af.
Er komen 1-12 bloemen aan een stengel, meestal 1-3.
De opgeblazen lip is het kenmerk van dit geslacht. Die is groot en meestal opvallend gekleurd en heeft de vorm van een pantoffel of schoen. Het is een alleen staande bloem met zijn glinsterende en als uit was gevormde schoen, met de vier purperrode schutbladen, opent zich waarvan 1 schutblad als een afdakje over het fraaie schoentje welft. De Amerikaanse gele vormen worden wel gescheiden van de Eurazische geel/rode.
Ze onderscheiden zich van bijna alle andere orchideeën door het voorkomen van twee meeldraden in de bloem in plaats van een.
Orchidaceae, orchideefamilie, Cypripedinae.
Vormen.
De meest gekweekte soorten tref je aan in de koude of warme kas.
Sectie Acaulia.
=Cypripedium acaule, L.. (stengel loos)
De 2 bladeren zijn wortelstandig, elliptisch en gewimperd, 15cm lang en 5cm breed.
Bloemstengels zijn klierachtig behaard met 1 bloem.
De bloemen zijn ca. 10cm groot, zacht geurend met spitse, lila/paarse vleugels en zacht roze donkerder geaderd schoentje in mei/juni.
Uit O. N. Amerika, wordt 10-20cm hoog. Is beschreven in 1786.
Naam.
Stemless lady's slipper, two leaved ladysճlipper, moccasin flower, pink ladys slipper, Duits Stngelloser Frauenschuh.
Sectie Cypripedium, ondersectie Cypripedium.
Uit M. Schulze, www.BioLib.de
Cypripedium calceolus, L. (op een schoen of pantoffel gelijkend) De 3-5 bladeren zijn elliptisch en toegespitst, gewimperd en stengelomvattend, aan de achterkant behaard met vouwen in de lengte.
Opstaande stengels met bladeren.
De 1-3 bloemen zijn ca. 10cm in doorsnede en zijn naar 1 richting gekeerd.
De bloemen zijn wel groot door de onderlip die de vorm heeft van een klompje. De roodbruine kelkbladeren staan zijdelings uit of hangen soms als lange en gedraaide linten naar beneden. De lip is helder/geel met rode spikkels in mei/juni.
Het is een van de meest bekende orchideeën. Uit Midden en Z. Europa, gematigd Azië, loofbossen en vooral in berggebieden op kalkrijke grond, wordt 20-40cm hoog.
‘Album’ heeft witte bloemen.
‘Flavum’, is citroen/geel.
‘Fulvum’, heeft roestkleurige bloemdekslippen.
Deze soort houdt van een kalkrijke grond.
Dit is een mooie en stevige orchidee die geplant kan worden in vochtige, koele borders in wat halfschaduw.
Vroeger werd het ook in Z. Limburg gevonden. Deze orchidee groeit op de kalkgronden van schaduwrijke bossen in Midden-Europa en Noord-Azië. Ook daar is het plantje nu zeldzaam doordat het veel geplukt werd. Is men echter zo gelukkig het in volle bloei aan te treffen, zo verhaalt men, dan krijgt men een bijzonder mooie vrouw/man.
Naam, etymologie.
(a) Cypripedium, Grieks kypris: Aphrodite, is zo genoemd door Linnaeus naar de Griekse liefdesgodin Aphrodite. De betekenis van het woord Aphrodisiaca: het liefdesleven bevorderend, komt hieruit voort. Haar naam bij de Romeinen was Venus en vandaar venusschoen. Nog zal het vele niet duidelijk zijn waar de naam cypripedium op slaat. Deze Aphrodite heette ook Kypris, zie bijvoorbeeld Homerus ‘het hele, door zee omgeven Kypros.’ Cypres was de hoofdzetel van de Aphrodite/Venuscultus, daar is Aphrodite uit het water op het land gekomen. De laatste helft van dit woord, podion, betekent een schoen of voet.
Naar Linnaeus behoort deze kunstvolle schoen, (exacter eigenlijk sokken) toe aan Venus. Voor hem heette het Calceolus marianus, toen werd aan Maria gedacht.
De naam Cypripedilum uit 1864 is een verbeterde schrijfwijze, maar de originele schrijfwijze van Linnaeus uit 1753 wordt gehouden.
(Dodonaeus) (b) ‘Men noemt dit kruid op het Nederduits papenschoen naar de Hoogduitse naam Pfaffen schuch’.
Men kent de plant onder de namen of venusschoentje, Duitse Pantoffelchen of Venusschuh, Fruenschoiken, Holichkenblume, Franse chaussure de Venus of sabot-de Venus.
Dodonaeus; ‘In het Latijn Calceolus sacerdotis en Calceolus Divae Mariae of Calceolus Marianus al of men zei Onser Vrouwenschoen of Marien schoen, de Hoogduitsers noemen het Marien schuch en Unser frauwen schuch. Sommige houden dat voor Alisma van de ouders. Dit kruid wordt van Clusius Elleborine recentiorum prima genoemd, dat is eerste bastaard nieswortel van de nieuwe kruidbeschrijvers.’
Vrouwenschoentje en voor Maria komen de namen in Hoogduits Unser Frauenschuh, Frauenschuah, Unsere lieben Frau Pantoffel en Marienschocken, in Frans soulier de Notre Dame, soulier de la Vierge, Engelse ladies-slipper, Italiaans pianella della Madonna, Portugees calcado de Nuessa Senhora en in Noorwegen Fruesko: Mariaճ schoen, ook St. Olafs bolle: of wel St. Olafs bowl. Duits Krimhilds Helm.
Dodonaeus (d) ‘Dan de Hongaren noemen het ezereth gyw fiu al of men in het Latijn Millebona en in het Grieks Chiliodynamis, dat is in Nederduits duizend kracht zei, de Zwitsers noemen het Anckenballen zo Simlerus betuigt die dat voor een soort van Damasonium aanziet en zegt dat deze bloemen van verre op een zotskap schijnen te lijken of de momaanzicht van de duivels en zegt dat het zaad in hauwtjes ligt nadat de bloem vergaan is en van dezelfde mening zijn ook diegene die dat Damasonium nothum noemen. Omdat deze bloem zo wel op een schoentje schijnt te lijken en met sommige puntjes of spikkeltjes als letters getekend is heeft Gesnerus die voor de Cosmosandalos van Pausanias gehouden, hoewel dat Pausanias zijn Cosmosandalos de Hyacinthus acht te wezen. Sommige hebben dit gewas voor de Lonchitis willen houden. Sommige noemen het boterbroden of boterballen.’
(e) Verder in Duits Blaschen, Bullsack, Ochsenbeutel, Goldbeutel, Kuckucksblume, Maienblume, Maischuckelchen, Melksochta, Reichi Haubna, Zwitsers Holzschuali, Hoselass, Schlotterhose, Sedelblumen, Schneggeblueme.
De naam van moccasinbloem heeft ze weer in een ander land, camel’s foot, squirrel foot, steeple cap, whippoorwill shoes.
De Grieken geloofden dat een orchidee de lievelingsbloem van de godin Ceres was, de godin die de akkerbouw beschutte. Ze gebruikte ze als sierlijke voetbekleding als ze over de velden ging om haar gaven uit te strooien.
Daarom betekenen ze kortweg wereldsandalen. Op die manier speelde ze mee op alle feesten die ter ere van de godin werden gehouden. Bij de feestelijke rondgangen waren de jongens, die de rij openden, in witte gewaden gehuld en met orchideenkransen gesierd. Zo droegen ook de mannen en vrouwen die meeliepen orchideebloemen.
Symbool van opwindende schoonheid, ook, win me en draag me.
Lobel: ‘We hebben dit kruid gezien in Zwitserland en omtrent Innsbruck op lommerachtige plaatsen omtrent de Alpen en nu onlangs in de hoven van mijnheer Brancion en heer Jan van de Delft zaliger gedachtenis. Welke heer Carel Clusius overgezonden heeft van Wenen in Oostenrijk en heeft me niet alleen de figuur, maar ook de wortel zelf ter hand gesteld die hij zo wel bij Wenen in Oostenrijk aan het gebergte als in de lommerachtige bossen van Hongarije uitgegraven heeft en zal deze plant kort uitgeven in druk en zelf beschrijven met zijn zaad.’
Uit NGSimages.
Cypripedium parviflorum Salisb. (kleine bloemen) (Cypripedium luteum, Franch.) (geel) Bladeren zijn ei/lancetvormig en kort toegespitst, wat behaard en 18cm lang en 9cm breed.
Opgaande stengel zijn bebladerd.
Alleenstaande bloemen zijn geel en purper gestippeld, ca. 4cm in doorsnede, petalen en sepalen zijn breed eivormig en stomp, de eerste veel korter dan de laatste in juni.
Uit Kansu, Yunnan en Szechuan wordt 20-30cm hoog.
Var. pubescensԠ(klein bloemig) var. Exiliens, var. makasin, var. parviflorum.
Geelachtige bloemen in juni.
Hiervan werden de wortels in Amerika veel gebruikt als een vervanger voor valeriaan.
Uit N. Amerika is beschreven in 1759, 30cm hoog.
Small yellow lady’s slipper, moccasin flower, Kleinbltiger Frauenschuh.
Uit C. Willdenow.
=Cypripedium parviflorum var. pubescens Knight. (zacht behaard) (Cypripedium pubescens Willd) Is een van de gele vormen.
Groeit in Illinois in de American Midwest, 25-50cm hoog.
American valerian, greater yellow lady’s slipper, large yellow ladyճ slipper, moccasin flower, nerveroot, Noah’s ark, whippoorwills-shoe, yellow ladies’ slipper, yellow moccasin-flower, yellow Indian shoe, Duitse Behaarter Frauenschuh.
Uit culturesheet.org
Cypripedium x ventricosum Sw. (buikig) (Cypripedium manschuricum, Stapf.) (uit Mantsjoerije) natuurlijke hybride van Cypripedium calceolus x Cypripedium macranthum.
Lijkt veel op macranthum maar verschilt daarvan doordat de bloembodem klierachtig behaard is, lancetvormige petalen die lang en toegespitst zijn en veel langer dan het schoentje, zachtroze, bijna witte bloemen in mei/juni.
Uit Z. O. Siberië, wordt 20-40cm hoog.
Onder sectie Macrantha.
Uit en.wikipedia.org
Cypripedium macranthum, Schwartz. (groot bloemig) De 3-4 bladeren zijn elliptisch en toegespitst, wat behaard, 12 cm lang en tot 6cm breed.
Opstaande stengels zijn bebladerd.
De alleenstaande bloemen zijn 10cm groot, purper/rood en donkerder geaderd, sepalen breed eivormig en toegespitst, petalen smal eivormig en spits, vleugels korter dan het schoentje, schoentje langer dan breed in mei/juli.
Uit Midden en Z. Rusland, Sachalin wordt 20-40cm hoog. Is beschreven in 1828.
‘Albumռ,’ heeft witte bloemen.
‘Flavum,’ heeft zwavel/gele bloemen.
‘Ventricosum,’ verschilt doordat de petalen korter zijn dan het schoentje.
Var. speciosum, Rolfe. (fraai of aardig)
Lijkt veel op macranthum maar verschilt ervan door de veel bredere binnenste bloemdekbladeren, schoentje is ronder van vorm. De gehele bloem is zacht roze en donkerder geaderd in mei/juli.
Uit Japan, wordt 20-40cm hoog.
Siberian ladyճ slipper, large flowered lady’slipper.
Uit nl.wikipedia.org
Cypripedium tibeticum, King. (uit Tibet) Langwerpige bladeren.
Opstaande en bebladerde stengel.
Bloemen van 7.5-10cm in doorsnede, bloemdekbladeren zijn eivormig en kort toegespitst, wit, naar de top toe licht geel, schoentje purper/roze in mei/juli.
Wordt 15-25cm hoog.
Tibetischer Frauenschuh. Chinese lady slipper.
Sectie Bifolia.
Cypripedium guttatum, Schwartz. (bedroppeld) De 2 bladeren zijn eivormig tot elliptisch, toegespitst en gewimperd, aan de achterkant fijn behaard en 10cm lang, 3-4cm breed.
Opstaande stengel zijn bovenaan klierachtig behaard.
De bloemen zijn 4-5cm in doorsnede, wit en purper gevlekt, bloemdekbladeren zijn breed eivormig en toegespitst in mei/juni.
Uit Midden en Z. Rusland, Siberië, Japan en Alaska wordt 20-35cm hoog. Is beschreven in 1829.
Hardy spotted lady’s slipper.
Sectie Obtusipetala.
Uit Edwards botanical register.
=Cypripedium reginae, Walter. (koningin) Bladeren zijn breed elliptisch en toegespitst, fijn behaard en gewimperd, 13cm lang en tot 5cm breed.
Opstaande stengels zijn bebladerd.
Bloemen van 8cm in doorsnede met eivormige bloemdekbladeren, stomp en helder wit, korter dan het karmozijn/roze schoentje dat wit geaderd is.
Uit O. N. Amerika, wordt 30-60cm hoog.
‘Album’, heeft witte bloemen.
‘Incarnatum’, verschilt door de fellere roze kleurige bloemen en zachtroze bloemdekbladeren
Large white lady’s-slipper, queen’s lady’s-slipper, showy lady’s-slipper, Duitse Knigin-Frauenschuh, Mokassin-Orchidee.
Planten.
Deze planten bezitten een kruipende wortelstok en een weinig bebladerde stengel, aan wiens top enkele, of slechts weinig bloemen zitten. In de winter sterft ze bovengronds af.
Het zijn niet de gemakkelijkste planten maar als ze eenmaal aan de groei zijn gaar het vanzelf. Het eerste jaar na het planten doen ze niet veel. Ze vragen een zandige en flink humus houdende grond op een matig vochtige en half beschaduwde en vooral goed gedraineerde plaats. Plant ze niet te diep en denkt erom geen wortels te kneuzen. Het is raadzaam ze in de winter met dennentakken of turfmolm te bedekken.
Vermeerderen door in augustus/september te scheuren.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl