Rodgersia
Over Rodgersia
Kijkblad, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit Curtis botanical magazine.
Rodgersia’ s zijn afkomstig uit de subalpine gebieden van Japan.
Het zijn vaste planten waarvan een 6tal soorten zijn ingevoerd.
Zij hebben een dikke horizontale wortelstok, waaruit bronskleurige bladeren oprijzen. Die bladeren zijn groot en decoratief.
Ze geven een tros/pluimvormige bloeiwijze als Astilbe’ s met vele kleine, witte roze, gele of groenachtige bloemen.
Saxifragaceae, steenbreekfamilie, Saxifraga klasse.
De bladvorm is verschillend. Schildvormig met gelobde rand van een 30-40cm in diameter komt voor bij Astilboides tabularis, Kom. (tafelvormig) bij Rodgersia aesculifolia, Batalin (met blad als paardenkastanje) en Rodgersia podophylla, Gray (voetbladig)
Het blad is oneven geveerd bij Rodgersia pinnata, Franch. (geveerd) en Rodgersia sambucifolia, Hemsl. (vlierachtig blad)
=Rodgersia aesculifolia, Batalin (met blad als paardenkastanje) Bij deze vorm is het blad een grote uitvoering van de paardenkastanje: Aesculus, met meestal 7 deelblaadjes.
Bladeren zijn tot 45cm in doorsnede en meestal 7tallig, dof groen en op de hoofdnerven donkerbruin behaard, bronzen herfstkleur, omgekeerd eivormige blaadjes met wigvormige voet zijn dubbel gezaagd. Kleinere stengelbladeren zijn 3-5tallig.
Opstaande stengels zijn bruin behaard.
Grote en tot 60-100cm lange trossen van talloze kleine witte bloempjes met smal eivormige, spitse kelkslippen en ver uitstekende meeldraden, bruin behaarde bloemsteeltjes in juni/juli
Is afkomstig uit China en wordt 75-175cm hoog. Is beschreven in 1901. Winterhard.
Var. aesculifolia.
Rodgersia aesculifolia var. henrici C. Y. Wu ex J. T. Pan. ( is verzameld door prins Henri d’ Orléans in 1896 en beschreef het als een Astilbe) Blad als paardenkastanje loopt roze uit en zo ook in de herfst. Licht roze bloemen in een pluim eind mei-juni staan aan lange bladstelen van bijna een meter.
Cherry blush.
Uit de.wikipedia.org
Rodgersia pinnata, Franch. (geveerd) De stengel is hol, hieraan zitten geveerde handvormige 5-9delige bladeren die omgekeerd eivormig tot omgekeerd lancetvormig zijn, spits en gezaagd tot 30cm lang.
Sterk vertakte trossen van talloze kleine witte bloempjes met purperen meeldraden en eivormige kelkslippen die aan de buitenkant wit en van binnen rood zijn waardoor het geheel er wat vleeskleurig uit ziet in juni/juli.
Gen grote en licht vertakte plant van meer dan een meter met een grote horizontale wortelstok. Uit China wordt 100-125cm hoog. Is beschreven in 1901.
Er is een vorm met witte bloemen ook met meer roze/rode bloemen.
“Superba’ verschilt door de lagere groei, 6ocm met dichte trossen van karmijn/rode bloemen.
Houdt van schaduw en een vochtige plaats.
Uit Curtis botanical magazine.
Rodgersia podophylla, Gray. (voetbladig, bladeren staan aan een kruipende wortelstok) Wortelbladeren zijn lang gesteeld en 20-45cm in doorsnede, 5tallig en fris groen, zittende blaadjes zijn 10-25cm lang en omgekeerd eivormig tot bijna driehoekig met wigvormige voet, 3spletig en gezaagd, stengelbladeren zijn kleiner en 3tallig tot 3lobbig. Een vijf Castanea bladeren of vingers op een steel. In het voorjaar is het blad licht groen en in de zomer wordt het overtrokken met een metaalachtig brozen gloed.
Opstaande stengels.
De bloemen worden in de midzomer geboren op stengels van een tot anderhalve meter hoog. Gewoonlijk lijkt die op een soort Astilbe bloem. De kleine bloemen maken samen een veerachtige spray van fijne roze aartjes in juni/juli.
Het is vooral een bladplant.
Uit Korea en N. Japan wordt 60-100cm hoog. Is beschreven in 1889.
Naam, etymologie.
Rodgersia is genoemd naar Admiraal John Rodgers, 1812-1882. Als luitenant ter zee was hij van 1852 tot 1855 leider van de U.S. North Pacific Exploring Expedtion en op deze tocht werd het naar hem genoemde geslacht ontdekt, Rodgersia podophylla.
Engelse bronze leaf en pagoda flower. Rodgers golden leaf. Kijkblad, schout bij nacht.
Uit www.arborix.be
Rodgersia sambucifolia, Hemsl. (vlierachtig blad) Heldergroen vlierblad, Sambucus, de 3-5 basalblaadjes zijn wijd verspreid en aan de hogere stengels staan 9-11 deelblaadjes, brons kleurig, bijna zittend en langwerpig/lancetvormig met wigvormige voet, spits en gezaagd.
De witte bloemen staan in een dichte tros van 30cm lang, dichte vertakte en behaarde trossen met eivormige, dikke en witte kelkblaadjes in juli/augustus.
Uit W. China wordt 60-100cm hoog.
Is beschreven in 1906.
Planten.
Ze groeien op humeuze vochtige gronden en beschaduwde standplaatsen.
Vermeerderen door scheuren, de ogen van de knol snijden met wat wortel en die oppotten. Het beste is ze in een kas te plaatsen en laten groeien bij 20 graden, als ze geen wortels hebben dan eerst onder plastic.
Zaaien bij 20 graden en niet bedekken.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl