Chamaecytisus
Over Chamaecytisus
Oostenrijkse brem, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten
Cytisus is een geslacht van houtachtige planten die gewoonlijk gekweekt worden om hun gele en soms witte of purperen bloemen, 30-300cm.
Het zijn meestal lage struiken, zelden kleine bomen.
Bladen zijn drievoudig, soms 1, tamelijk klein en staan afwisselend. Bladverliezend of bladhoudend, soms zijn er maar een paar bladeren die klein zijn en zijn de twijgen vrijwel bladloos. Het bladgroen zit in de groene roedeachtige twijgen.
Bloemen zijn vlinderachtig en oksel- of eindstandig, geel wit of purper. Kelk is beker- of klokvormig, 5tandig en meestal 2lippig, de vlag is aan de top meestal afgerond, vleugel is lang eivormig en de kiel stomp, meeldraden zijn vergroeid en soms ongelijk in lengte, vruchtbeginsel is meestal zittend en zelden gesteeld, de stijl is vaak opgekruld, peulvrucht is behaard of kaal en meerzadig.
50 soorten komen voor in zuid en centraal Europa N. Afrika en W. Azië. Zie ook Cytisophyllum en Cytisus.
Het zijn allen voorjaarsbloeiers.
Ze zijn er tegenwoordig in vele kleuren en sommigen zijn zelfs 2 of 3 kleurig.
Genista onderscheidt zich door aanwezigheid van een vlezig uitwas op het zaad, Genista heeft dit wel en Cytisus niet.
Fabaceae, vlinderbloemige.
Uit J. C. Krauss.
Chamaecytisus komt met 30 soorten voor.
Naam, etymologie. chamai: klein, Cytisus, zie daar.
= 1. Chamaecytisus supinus (L.) Link (liggend) (Cytisus supinus, L.) Deze wordt nogal eens verwisseld met austriacus omdat ze beiden ongeveer hetzelfde bloeien.
De groeiwijze van deze is meer met afstaande, kruipende twijgen die minder lang behaard zijn.
Bladeren zijn ook 3tallig en korter gesteeld terwijl de bloemen bij het uitbloeien een bruine kleur krijgen, juni.
Komt uit Midden en Z. Europa en wordt 30-50cm hoog. Is beschreven in 1755.
Trailing broom of big flower broom.
2. Uit J. C. Krauss.
Chamaecytisus austriacus (L.) Link (uit Oostenrijk) (Cytisus austriacus, L.) Bladeren zijn drietallig en gesteeld, 15-25mm lang en 4-8mm breed en aan beide zijden aanliggend grijs behaard, donkergroen, elliptisch.
Heldergele bloemen van 1.5-2cm lange komen in juli/augustus in eindstandige 2-10bloemige hoofdjes aan twijgen die dit jaar gegroeid zijn, goudgele vlag is aan de buitenkant zijdeachtig behaard met iets uit gerande top, kelk is grijs behaard.
Peulvruchten zijn tot 3cm lang bruin en aanliggend grijs behaard.
Een opgaand groeiende struik met groene en aanliggende, grijs behaarde twijgen.
De Oostenrijkse brem komt uit Z. Europa en Kaukasus en wordt 1m hoog. Is beschreven in 1741.
Naam.
Oostenrijkse brem, Austrian laburnum.
Chamaecytisus albus (Hacq.) Rothm. (wit) (Cytisus leucanthus, Waldst. et Kit. (Cytisus albus) Bladeren zijn drietallig en staan aan tot 18mm lange, behaarde bladstelen, blaadjes zijn 1-2cm lang en 4-8mm breed, heldergroen en van onderen grijs/groen en lang aanliggend grijs behaard, lang elliptisch.
Bloeit in mei/juni in eindstandige hoofdjes met meestal 4-10 geel/witte bloemen bijeen aan behaarde stelen, bloemen van 2cm lang met een vlag die aan de buitenkant behaard is, behaarde en buisvormige kelk.
Peulvrucht is tot 2.5cm lang met lange grijze haren.
Verlangt een warm en beschut plekje.
Groeit opgaand met iets afstaande twijgen, sterk vertakt en behaard.
Komt uit Z. Europa en wordt 30-50cm hoog, is beschreven in 1752.
‘Microphyllus’, is een laag groeiende vorm, 30cm met kruipende groeiwijze en kleinere, 1cm lange bladeren, kleinere witte bloempjes.
‘Pallidus’, verschilt door de licht gele bloemen.
Chamaecytisus albus (Hacq.) Rothm.( Schipkaensisռ’) wordt 30cm hoog met ca. 2cm lange blaadjes en 2cm lange roomwitte bloemen.
White flowered laburnum, white Portugal broom.
3. uit www.biolib.cz
Chamaecytisus glaber (L. f.) Rothm. (glad) (Cytisus elongatus, Waldst. et Kit). (verlengd) Tamelijk grote drietallige bladeren zijn 12-30mm lang en 6-14mm breed, donkergroen en aan beide zijden aanliggend behaard, eivormig/elliptisch
Opgerichte en overhangende, behaarde twijgen.
Bloemen staan met 2-6 bijeen, soms alleen, heldergeel en vlag met rood/bruine vlek, kelk is buisvormig en afstaand behaard in juni/augustus.
Peulvrucht tot 3.5cm lang en behaard.
Een sierlijke struik met eerst opgaande en later meer boogvormige overhangende takken en twijgen.
Komt uit Midden en Z. Europa tot 1-1.5m hoog. Is beschreven in 1760.
3. Uit J. C. Krauss.
Chamaecytisus hirsutus (L) Link. (ruig behaard) (Cytisus hirsutus, L.) Bladeren zijn drietallig en kort gesteeld, 1-2cm lang en 6-10mm breed, donkergroen, meestal omgekeerd eivormig, gewimperde bladrand.
Bloeit in mei/juni in oksel- en eindstandige hoofdjes meestal met 2-4 bijeen, geel en tot 2.5cm lang met eironde en bruin gevlekte vlag.
Peul is tot 3cm lang en sterk grijs viltig behaard.
Een ruig behaarde brem die zeer vormrijk is en van zaad wordt vermeerderd zodat veel afwijkingen voorkomen in groeiwijze en meer of minder sterke beharing van tijgen bladeren of vruchten. De echte soort blijft een lage struik met opgaande maar ook meer afstaande twijgen die met de bladeren, bladstelen kelk en vruchten grijs behaard zijn.
Komt uit Z. O. Europa en wordt 60cm hoog. Is beschreven in 1739.
‘Ciliatus’ is geheel zacht behaard.
‘Purpureo-variegatus’, verschilt door de geheel rode vlag.
Purperen brem, hairy Laburnum.
Var. palmensis A. Hansen & Sunding.
Subspecie angustifolia, subspecie canariae.
5. Uit J. C. Krauss.
Chamaecytisus purpureus Link. (purperkleurig) (Cytisus purpureus, Scop.) donkergroene, drietallige bladeren zijn kort gesteeld en 5-25mm lang, 3-12mm breed, van onderen heldergroen, omgekeerd eivormig met fijn gewimperde bladrand.
Purper gekleurde bloemen van 2-2.5cm lang die met 2-3 bijeen staan in mei/juni met een roodgekleurde buisvormige kelk die aan de rand fijn behaard is, vlag is omgekeerd eirond en aan de top iets uitgerand.
De smalle peul wordt tot 3cm lang en wordt helemaal zwart.
Vormt een kleine struik met kale en kantige, groen overhangende twijgen Het is een soort die veel wordt gekweekt en soms als kroonboompje wordt gent op Laburnum.
Komt uit Oostenrijk en is in 1792 beschreven, wordt tot 50cm hoog.
‘Albo-carneus’, verschilt door de zacht vleeskleurige bloemen.
‘Albus’, met witte bloemen.
‘Atropurpureus’, in donker purper.
‘Elongatusռ’, verschilt door de langere en meer hangende twijgen en violet/rode bloemen..
Purperen brem. Purple flowered Laburnum.
Chamaecytisus x versicolor, Dipp. (verschillend gekleurd) = een kruising van purpureus x hirsutus wordt 80-125cm hoog.
Bladeren zijn drietallig en kort gesteeld, omgekeerd eivormig, achterkant wat behaard.
Twijgen zijn meer opgaand en minder behaard.
Bloemen zijn roze met geel, de vlag is soms eenkleurig wit of crème/wit en soms gevlekt, ze staan meestal met 2-4 bijeen, okselstandig, mei/juni.
Uit commons.wikimedia.org
Chamaecytisus ratisbonensis (Schaeff.) Rothm. (uit de omstreken van Regensburg) (Cytisus ratisbonensis, Schaeff.) Bladeren zijn drietallig en staan aan tot 3cm lange, behaarde bladstelen, zijn 1-2cm lang en 4-8mm breed, donkergroen en de onderkant aanliggend grijs behaard, elliptisch en gewimperde bladrand.
Bloeit in mei/juni met okselstandige, licht gele bloemen van 2cm lang die met 2-3 bijeen staan, de vlag is aan de top iets uitgerand en duidelijk rood/bruin gevlekt, kelk is buisvormig.
Peulvrucht wordt tot 2.5cm lang en lang en is aanliggend grijs behaard.
Een tamelijk hoog opgroeiende struik met sterk afstaande, kantige en grijs viltig behaarde twijgen.
Komt uit midden Europa en de Kaukasus en wordt een 20-80cm hoog.
‘Major’, wordt 80cm hoog met opstaande twijgen.
Microphyllus’, verschilt door de hogere groeiwijze, 1m, en afstaande twijgen met kleinere blaadjes van 5mm lang en dieper gele bloemen.
‘Multiflorus’, verschilt doordat de bloempjes met 4 of meer bijeen staan.
Regenburgers Zwerginster.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl